De volgende ochtend aten we een ontbijt bij “Peron A” een café/restaurant op het station van Belgrado. Na een heerlijke sandwich met zalm liet Sandrvich mij het oude gebouw van de Joegoslavische televisie zien. Een gebombardeerd gebouw in het centrum ven Belgrado. Naar schijnt hebben ze het gebouw niet gesloopt om het als monument te alten dienen van de onrechtmatige bombardementen op Servië tijdens de Joegoslavië oorlog. Wat me opviel aan de vele graffiti op muren en schuttingen, Serven waren kritisch tegenover de EU en NAVO en hadden meer lovende woorden over Rusland. Wat mij niet vreemd leek na het zien van een gebombardeerd televisiestation. We liepen naar de Donau oever via het station en vol trots liet Sandrvich mij de oude locomotief van Tito’s trein zien, welk nog altijd op een sokkel naast het station staat.
Langs de Donau bekeken we diverse souvenirstalletjes en Sandrvich attendeerde mij op de vele souvenirs van Tito. Postkaarten, magneten en t-shirts met verschillende portretten waren bij de souvenir stalletjes te koop. Na een wandeling langs de Donau en het oude kasteel gingenw e richting Novi Beograd, een soort van Bijlmermeer voor Beograd. We nuttigden een lunch in een nieuw gebouwde shoppingmall, volgens Sandrvich een concept wat je veel in Oost-Europa kon vinden, behalve in Roemenië. “Het grappige aan deze shoppingmalls is dat je veel meiden chagrijnig ziet kijken door de hoge prijzen, maar dan ineens blij worden voor een selfie voor op social media.” Van wat ik zo zag waren de prijzen op westers niveau en zelfs voor veel Nederlanders zijn goede kleding te duur in aanschaf, dus leek het mij meer dn logisch dat dit ook zo in Servië was. Sandrvich wilde nog een paar tramfoto’s van de oude trams in Belgrado, deze maakte we in Novi Beograd en daarna vervolgde we onze weg richting het station ven Belgrado om de nodige Servische treinen te bekijken.
Die middag bezochten we nog de Kathedraal van de Heilige Sava, een grote orthodoxe kerk in Belgrado welk gebouwd is zonder een cent subsidie na de val van Joegoslavië. Binnen in de kathedraal werd nog druk gewerkt en de gewoonlijke stilte werd onderbroken door betonboren. Het werk schoot niet op, maar dit kwam door dat de kerk werd gefinancierd uit donaties van gelovige in Servië. We dronken Turkse koffie bij een tentje vlak bij de kathedraal. “Probeer bij de laatste slok geen drap mee te drinken, want dat smaakt naar aarde.” Reden genoeg om dat uit te proberen en inderdaad het smaakte naar aarde. Ik vroeg Sandrvich naar het verschil tussen Servisch in het latijnse en cyrillische schrift. Het antwoord was “A good Serb write cyrilic, a bad Serb write latin” citeerde hij een hosteleigenaar waar hij het eerder aan vroeg. Pas jaren alter zou ik door hebben dat hier een religieuze grondslag achter zat.
In de avond namen we plaats bij Peron A en dronken nog een laatste biertje voordat we de nachttrein naar Wenen in zouden stappen. Het regende pijpen stelen en auto’s reden over het perron. “Blijkbaar vertrekt de autoslaaptrein naar Bar, Montenegro, ook zo meteen” merkte Sandvich op “Is een goede zet om die trein nog te laten rijden, zeker met de slechte wegen in Servië en Montenegro.”. Toen onze trein het station binnen was gelopen liepen we naar onze trein toe en namen plaats in onze coupé. Als nel kwam er een Zweeds meisje met een Turkse jonge de coupé binnen en een Oosterrijker volgde al snel daarna. We stelde elkaar voor terwijl de trein Belgrado achter zich liet. Niet veel later was er een politie controle in de trein, onze paspoorten, identiteitsbewijzen en migratiepapieren werden gecontroleerd. Op aandringen van Sandrvich had ik het papiertje van het hostel goed bewaard en werd bij deze controle van pas. Dee Turkse jonge had echter zijn migratiepapier verloren, geen probleem voor nu maar de volgende eker had hij een groot probleem als hij weer in Servië was. Zo verzekerde de politieagent hem. Op het Servische platteland was de regen gestopt en zagen we uit de verte de onweersbui boven Belgrado hangen. De trein maakte een onverwachte stop op en station. Uit het raam hangend hoorde ik het geluid van krekels in de velden om onze trein in de verte lichte de hemel op, seconden later was er een vaag gerommel te horen. Terwijl de trein de wat loste liep een Servische stationschef met een lantaarn langs de trein richting de locomotief. Daar gaf hij de lantaarn aan de machinist “Een kapotte frontsein” deelde Sandrvich mee. Niet veel alter werden de remmen gelost en kwam de trein in beweging. Toen de krekels en het gedonder overstemd werd door het geluid van de trein gingen we naar bed, de grens controle zou de nodige uren in beslag kunnen nemen.
Midden in de nacht klopte een besnorde man met een grote koffer op de coupé deur. Deur werd van slot gehaald en hij nam plaats op zijn bed. Met veel geweld stopte hij zijn bagage onder de banken en maakte zijn bed op. Niet veel later controleerde de Servische douane onze papieren, de Turk had geen enkel probleem en ik had het idee dat het migratiepapiertje werd ingenomen zonder notificatie of registratie. Nadat de Servische uitreiscontrole geweest is De Hongaarse ging wat grondiger en de douane die langs kwam schreeuwde of iemand alcohol of sigaretten bij zich had, één voor één keek ze iedereen indringend aan en schreeuwde hard “ALCOHOL, SIGARET”. Niemand bekende dat ze het bij zich hadden en algauw ging ze verder naar de volgende coupé. Snel ging de lamp uit en werden na een paar uur gewekt door de stations omroep van Boedapest Keleti. Boven mij hoorde ik verbazing over waar we waren en of ze er hier niet uit moesten. Al snel werd er ontdekt dat we nog niet in Wenen waren en er kon nog verder geslapen worden. Toen ik later naar het toilet ging zette ik albast mijn handbagage op mijn bed, bij terug komst ontdekte dat alle lakens nat waren terwijl ik niet overdreven gezweet had die nacht. Als snel ontdekte ik dat het vocht uit mijn tas druppelde en aldaar ontdekte ik een gebroken fles slivovitsj. In het toilet de nodige schoonmaak werkzaamheden aan mijn tas uitgevoerd, de Duitser zat in middels met Sandrvich te praten en al snel moesten we met zijn alle lachen om het voorval van die nacht en dat er een relatie was met de gebroken fles slivovitsj. Het bleek dat hij diabetes medicijnen in Servië had gehaald voor een familielid, en daarom de achterdocht van de Hongaarse douanier niet heel erg kon waarderen. Verbazing wekkend hoe snel je vrienden wordt in een nachttrein en al snel elkaar weer vergeet als je aankomt op bestemming. In Wien Westbahnhof kochten Sandrvich en ik een ontbijtje en begaven ons naar de ICE richting Frankfurt am Main om daar over te stappen op de ICE naar Amsterdam. In Arnhem nam Sandrvich de trein naar Brabant en in Utrecht stapte ik over op de intercity richting Schiphol. Door mijn schittering in het raam keek ik naar de regendruppels op het raam en een nat en donker Utrecht. Wat ik zeker weet is dat er vaker een trein reis gepland gaat worden en de trein een avontuurlijkere manier van reizen is dan het vliegtuig. Voldaan draaide ik de sleutel om, om mijn studentekamer in Hoofddorp te betreden.