Op een regenachtige en winderig Utrecht Centraal stapte ik uit de intercity afkomstig van Schiphol. Het is begin november en al donker, op de achtergrond hoorde ik bouwgeluiden en begaf mij naar de stationshal om een hapje te eten. Al etend wachtte ik op drie vrienden, Sandrvich, Krasnapolsky en Den Belg. Na kennis gemaakt te hebben wilde Den Belg persé een patatje van de Smullers, een aanfluiting op het gebied van patat en een groot raadsel waarom een Belg dat lekker vindt.
Krasnapolsky had op internet Sparangebot kaarten gevonden voor de nachttrein naar Warschau, een reden om Łódź en Krakau te ontdekken. Met kaartjes voor 29 euro stapten we de EuroNightLine 447 ‘Jan Kiepura’ in en namen plaats in onze Rühesessel, een comfortabele stoel om de nacht in door te komen. Enkele stoelen waren al in Amsterdam gevuld en we konden bij elkaar zitten tot zolang het duurde. Den Belg had wat moeite mijn zijn volle puntzak Smullerspatat terwijl hij zijn stekkerdoos installeerde. De nodige patatjes vielen op de grond “Kurwa” klonk het met licht Vlaams accent al snel kwam de laptop tevoorschijn met allerlei overbodige elektronica er om heen. “Den Belg, waarom heb je een ventilator nodig terwijl het begin november is, je weet dat het dan niet warm is in Polen?” vroeg Krasnapolsky, een duidelijk antwoord kwam er niet. Dat Den Belg, vermoedelijk, teveel elektronica had aangesloten kwam in Emmerich naar voren. Na de locomotief wissel kwam de spanning niet meer terug op de stopcontacten. Aan de conducteur werd er gevraagd hoe dit kon en deelde in matig Duits mee dat het systeem niet zoveel elektronica aankon. “Dobre Poslka technika” mompelde Den Belg welk zijn energie kwijt ging bij het Russisch en/of Wit-Russisch rijtuig. Hij vroeg nog snel hoe je in het Russisch moest vragen of ze wodka of bier hadden. Nadat ik hem geleerd had om “Oe vas jest wodka i piva” had geleerd ging hij op pad om teleurgesteld terug te keren. In het Ruhrgebied liep de trein zo vol dat Krasnapolsky naar zijn plaats verplaatste en niet veel later gingen de grote lampen uit voor de nachtrust.
De houding van de Ruhesessel voelde onnatuurlijk aan waardoor ik niet snel in slaap kon komen. Ook de geluiden uit het hele rijtuig hielden me van mijn slaap, in de verte werd in het Pools getelefoneerd, aan de andere kant weer gesproken en in het midden zat iemand hard muziek te luisteren. Uiteindelijk werd ik gewekt in Hannover door de rangeer bewegingen die nodig zijn om de trein aldaar te splitsen en te combineren. Niet veel later werd ik door een stations omroep gewerkt op Berlin Hbf hier stapten een aantal reizigers uit, nadat ze uitgestapt waren viel ik weer in slaap en werd wakker in Polen. Een zonnig, mistig landschap trok aan mij voorbij gevuld met betonnen gebouwen en veel akker land. Ondertussen ontwaakten er meerdere reizigers en zag ik Krasnapolsky al op zijn mobiele telefoon. Niet veel later werd Sandrvich wakker en begaven we ons naar het restauratie rijtuig, welk in Berlijn aan de trein werd toegevoegd,. Op weg naar de restauratie passeerden we de Russische en Wit-Russische rijtuigen. In de loop van de nacht waren er meerdere aan deze trein toegevoegd. De eerste Russische mannen rookte hun eerste sigaret op het balkon en tipte de as af in een zinken emmer gevuld met zand en peuken. De coupés van de provodnitsja’s waren rijkelijk versierd met tapijten op de vloer en in de Wit-Russische rijtuigen niet alleen hun coupés maar ook de gang en de balkons. “In één van deze coupeetjes hebben die twee zitten frituren.” Deelde Sandrvich mee, als het goed is hangt die geur er nog in één coupé, als het dit rijtuig is geweest, en inderdaad hing er een lichte frituur geur in één van de coupés.
Krasnapolsky, Sandrvich en ik stapten uit in Kutno, Den Belg ging verder anar Warschau en zouden we die avond in Krakau ontmoeten. Het station van Kutno was in renovatie en hierdoor konden we geen kaartjes naar Łódź aan het loket bestellen, gelukkig konden we terecht bij een café aan de overkant van de straat. Hier kochten we onze vervoersbewijzen aan de bar. Ik kon Polen wel waarderen, doe koele ochtendlucht, ruikend naar natte vallende bladeren en steenkool en de zon die door de mist scheen voelde heel idyllisch aan, een herfst zo als een herfst zou moeten zijn. Na ongeveer een klein halfuurtje op het station gewacht te hebben kwam ozne trein het station binnen rollen. Ik vond de Poolse locomotief wel wat hebben mijn zijn gigantische koplampen en een wat valere kleur groen. De trein was comfortabel, coupés met zachte stoelen en niet al te warm gestookt. We namen plaats in een lege coupé. Kransapolsky en Sandrvich hadden het vaak over Woetsj, een stad dat ik niet kende en waar we, dacht ik, ook niet naar toe gingen. Kransapolsky barste in lachen uit en leerde mij Woetsj spelen. “L met een dioaginaalstreepje door de stam, een O met een accent, een normale d en dan een Z met een accent” en hij mocht het een keer voor doen hoe je dat moest schrijven. Łódź was blijkbaar Woetsj, Een kleine voorliefde voor het Pools was geboren. De trein voerde ons langs dorpen, en weilanden gehuld in de mist met een mooi herfstochtend zon, welk de kleuren van de bladeren fraai deed oplichten. Łódź zouden we niet bereiken met de trein, we stapte in Zgierz uit, een voorstad van Łódź welk wel verbonden is met Łódź door een omvangrijk tramnetwerk.
Hobbelend over de verzakte sporen snelde de tram door de gevallen bladeren en in herfstkleuren gestoken bomen en struiken. We stapten uit bij een groot recentelijk gerenoveerd industrieel complex welk was omgetoverd tot shoppingcenter, bioscoop, speelhal en zelfs een vijfsterrenhotel met zwevend zwembad. De naam “Manufaktura” deed herinneren aan het industrieel verleden. We bekeken het complex, kochten de nodige proviand voor de rest van de dag en de vroege avond en aten een maaltijd bij één van de vele haastkostketens. “Krasnapolsky, is Alkohole za Grosze zoiets als Alcohol voor centjes?” vroeg Sandrvich. “Waar zie je dat?” “Daar”, “Oh ja, dat betekend inderdaad zoiets als Alcohol voor centjes.” Na de omgeving van de Manufaktura verkend te hebben gingen we naar de hoogte punten van het bezoek aan Łódź. Hotel Alicja, een hotel in een prachtige omgeving. Inspirerend uitzicht, aan de achterkant, maar te duur om te overnachten voor drie studenten. Dus bekeken we het hotel vanaf de tram halte. Na deze attractie bekeken te hebben zijn we lopend naar de oude, afgebrande, tramremise gelopen. Niet dat er een tram in de buurt zou komen, maar het weer nodigde uit voor een stadswandeling naar de afgebrande tramremise om daar de tram te nemen naar Łódź Fabryczna, een onlangs gesloten trein station in het centrum van Łódź. Helaas was dit station al omringd door bouwhekken en schuttingen en konden we geen corrupte uitvoerder vinden om ons rond te leiden door het voormalige station. De avond begon te vallen we we begaven ons richting het station om de trein te nemen naar Krakow. Op het station hadden we ngo een minuut of twintig om onze trein kaartjes te kopen, uiteindelijk waren het driekwartier door een vertraging van 25 minuten. We namen plaats in onze coupe terwijl de trein Łódź achter zich liet en indoor de donkere velden werd opgeslokt. Een verkoper kwam langs met een karretje en vroeg of we nog iets wouden. We bedankten ondanks dat hij bier verkocht tegen de regelgeving in natuurlijk werd het bier subtiel getoond van onder een jas die op de onderste tree lag van het karretje. Krasnapolsky had niet het idee dat we de normale route naar Krakow reden, het verzakte spoor deed hem vermoeden dat de trein omgeleid werd. Tot we midden in de mist tot stilstand kwamen keek Krasnapolsky op Google Maps en constateerde dat de trein een omleiding genomen had. “Volgens mij wachten we op de trein van Den Belg” merkte Krasnapolsky op, via een chat-app kon hij volgen waar Den Belg uithing. Op Kraków Główny ontmoette we Den Belg en begaven ons naar het hostel wat we voor die nacht geboekt hadden
De tijd in Krakau werd slenterend door de historische binnenstad door gebracht, niet dat er niets te zien viel. Krakau staat immers vol met UNESCO-werelderfgoed. Maar toch vervelden we ons een beetje. Krakau was naar onze smaak net iets te toeristisch . Omdat we in de vroege avond de binnenlands budget nachttrein naar Szczecin hadden zat een korte trip naar Auschwitz er niet in, tevens waren we van mening dat je dit niet overhaast moet doen ondanks dat we door de nodige oplichters werden aangespoord om toch in te gaan op mooie aanbieding om Auschwitz met privétaxi en gids te bezoeken. Na onze tickets opgehaald te hebben bij de loketten zagen we een Aziatische toeristen geld overhandigen, middels een paspoort, aan twee mannen en een vrouw. Stiekem interesseerde dit ons en we probeerde zo onopvallend ze in de gaten te houden. Na tien minuten waren we ze kwijt om vijf minuten later door hun aangesproken te worden. “Hello, your passports please!” drong beveel één van de mannen ons terwijl ze hun ID-kaarten lieten zien als teken dat ze bij de politie in dienst waren, gek genoeg met een grijs vak als foto. Terwijl Krasnapolsky zijn Poolse ID-kart liet zien deelde ze mee dat alles goed was en waren snel weer verdwenen. De Poolse nationaliteit van Krasnapolsky schrok hun af en deed hun verdwijnen op het stationsplein. Na een snelle avondmaal in het winkelcentrum achter eht station stapte we onze nachttrein naar Szczecin in. De Poolse spoorwegen, PKP, bied goedkope nachttreinen aan binnen Polen onder de merknaam Tania Kuszetka. “Rijtuigen die verwarmd worden met vuur zijn toch verboden in Europa?” Vroeg Sandrvich bij terugkomst in de coupé. “Waarschijnlijk in Polen niet.” Antwoorde Krasnapolsky. Op het balkon was een geiser te vinden welk de verwarming van het rijtuig verzorgde. “Ik meende dat rijtuigen van de Russische Spoorwegen niet in de Europese Unie werden toegelaten omdat er een Samowar in zat.” Voegde Sandrvich er aan toe.
In Szczecin stond de eerste trein naar Berlijn al klaar en konden we plaatsnemen in het treinstel. Velen liepen voorbij met de vraag of er nog ruimte was op onze schönes-wochenende-ticket. Omdat je op een SWT met vijf man mag reizen wen wij met zijn vieren zijn lieten we iemand meeliften op onze ticket naar Berlijn. Trein voerde ons door mistige bossen en troosteloze dorpen naar Berlijn. Hier namen we afscheid van onze lifter en konden we zijn bijdrage besteden aan een ontbijt op Berlin Hbf. We vervolgde onze weg met de Regional Express naar Hannover, veel verder dan Magdeburg kwamen we niet. Een trein voor ons had een aanrijding met een persoon en konden we wachten in de stationshal op bus vervangend vervoer. Na een kleine anderhalf uur, een gesprek met een vrouw in armoede en een appel van haar aangeboden te hebben kwamen de DB Ersatzbussen het stationsplein oprijden om ons net op tijd in Hannover af te leveren voor de intercity richting Schiphol, welk niet in begrepen was maar we een zodanige vertraging hadden dat we deze trein naar het volgende station mochten nemen van de conducteur. In Minden moesten we er al weer uit en gingen we verder richting Viersen en Venlo, terwijl de IC naar Schiphol me praktisch thuis zou afleveren. Om de moed er in te houden zongen we het Russisch volkslied en oefende Den Belg zijn uitspraak van “kurwa”. Toen Venlo naderde werd hij wat zenuwachtig of we nog op tijd waren voor de Smullers. Het gekurwa ging door bij elk patatje, servetje of klodder mayonaise verkeertd terecht kwam in de intercity richting Eindhoven alwaar ik afscheid nam van het genootschap en mijn reis verder zette naar Schiphol en Hoofddorp. Op een koud, winderig en fel verlichte busstation wachtte ik op één van de alatste niet nachtnet bussen van de Zuidtangnet.