Toen we de Schipholtunnel uit reden regende het nog steeds. Koplampen verlichte het natte wegdek van de A4. Neon reclame stak neg vel af van de donkergrijze wolkendek boven Amsterdam en op het Zuidstation stapte nog niemand uit of in de trein. Ik snap het ook wel, wie heeft er zin om ’s ochtenden vroeg een nat geregende intercity in te stappen met als eindbestemming Enschede. Na Sandrvich en mij weinig, behalve een paar slaperige reizigers met grote koffers welk ontsierd waren met labels van luchtvaartmaatschappijen. “Had jij al ee kaartje voor de grenslandexpress gekocht?” vroeg Sandrvich me. Nadat ik had uitgelegd dat ik zo braaf was om het kaartje gisteravond in de automaat had gekocht op het station van Hoofddorp. Adviseerde Sandrvich me om de volgende keer ze in de trein te kopen omdat het goedkoper is in de grenslandexpress zelf dan bij de NS. In Hengelo stapten we uit over op de grenslandexpress, een kleine dieseltreintje van het type DM’90 die de hele dag tussen Hengelo, Oldenzaal en Bad Bentheim pendelt. Tijdens de vervoersbewijs controle attendeerde de conducteur me dat de vervoersbewijzen in de trein goedkoper zijn en een tweede pluspunt is dat de organisatie van de grenslandexpress sneller over hun geld beschikte. De aankomst in Bad Bentheim ging bij de grensslandexpress alles behalve efficiënt, aangezien de perrons in Nederland aanzienlijk hoger zijn dan in Duitsland diende men een noodperron tegen de trein te plaatsen. Deze noodperrons waren aluminiumtrappen welk met een palletwagen tegen de trein werden gezet. Veel tijd had men niet om een vervoersbewijs voor het vervolg traject te kopen, de overstap tijd op de Westfalenbahn verder Duitsland in. Aangezien Westfalenbahn de Schoneswochenendeticket (SWT) accepteer hadden we van te voren deze aangeschaft en volgen we onze weg via Osnabruck naar Hannover waar we de Regional Express naar Halle namen. Een bochtig traject langs het Harz. Met een fraai uitzicht over gele koolraapvelden met op de achtergrond bergen bewoog de trein vloeiend door de scherpe bochten dankzij de kantelbaktechniek.
In Halle stapten we over op de stoptrein richting Leipzig Hbf, heel veel tijd hadden we niet om onze lege magen te vullen en besloten we dit uit te stellen tot Leipzig Hbf. Na een klein uurtje in een te warme airconditioning missende DDR-dubbeldekker bereikten we Leipzig Hbf, een gigantisch kopstation met een paleisachtige stationshal. Voordat we de stationshal gingen verkennen voor een supermarkt moesten we iets gaan bekijken wat onze aandacht trok. Bij het binnen rijden van Leipzig Hbf zagen we een collectie oude treinen staan, welk natuurlijk even van dichtbij bekeken moest worden. Op een afgelegen perron stonden diverse locomotieven van de Deutsche Reichsbahn (Spoorweg maatschappij van Oost-Duitsland) en een treinstel. Na dit bekeken te hebben vonden we een Lidl in de stationshal en kochten we brood, bier en worst voor de komende uren en ons ontbijt. Tijdens onze reis naar Dresden Hbf nuttigden we onze maaltijd van knakworst-achtige worsten, brood en lauw bier. Het vervelende van die worsten is dat ze verpakt waren in een glazen pot en deze niet in de smalle prullenbakjes bij de zitplaatsen. Gelukkig konden we ze kwijt op het perron in Dresden Hbf. Hier namen we ruim de tijd om de trein te halen en konden we nog een Bradwurst en een koud biertje nuttigen. De reden dat we wat langer bleven hangen op Dresden Hbf was de simpele reden dat we een overnachting hadde in Krippen, één van het laatste dorpen met een station voor de Tsjechische grens. Een dorp, waar van wij vermoede, dat het er best saai kon zijn. Nadat we Krippen bereikt hadden en onze overnachtingsplaats hadden gevonden. Onze overnachtingsplaats was een pension met een omgebouwde garage waar bedden in geplaatst waren. Douche en toilet waren in de schuur en op het veranda mochten we bier drinken uit de koelkast zolang we betaalde in het daarvoor bestemde potje de volgende ochtend was daar ook ontbijt. Tijdens het nuttigen van een aantal biertjes. Tijdens het nuttigen van het bier hadden we een fraai uitzicht over de spoorlijn en de Elbe.
Na een ontbijt van witte kaisersbroodjes, smakeloze kaas en slappe thee liepen begaven we ons naar het station om de trein richting het Tsjechische Děčín waar we een overstap hadden op de intercity naar Praag. Het grootste genot van de Tsjechische treinen is dat je over genoeg frisse lucht kan beschikken door het raam te openen en er, toen destijds, coupés waren voor de tweede klasse. Tijd voor een aanschaf van een vervoersbewijzen hadden we niet en kochten deze bij de conducteur. De route hadden we nog geen jaar geleden afgelegd op onze reis naar Roemenië en Servië. Veel was er niet veranderd alleen we het landschap niet onder een grauw wolkendek maar met zon dit keer. In Praag hadden we een riante overstap op onze RegioJet richting Ostrava. Tijd genoeg om de plaats reserveringen voor de nachttrein Košice – Praag aan te schaffen en ons zelf te voorzien van Tsjechische Kronen. Na een snelle simpele lunch besloten we de tijd te doden door wat te gaan treinspotten. Niet veel alter zagen we onze trein arriveren in Praag en zou na ongeveer een uurtje weer terug komen te vertrekken naar Ostrava. RagioJet is een private vervoerder welk oppen acces treindiensten aanbied in Tsjechië, ten des tijds, met concurrerende prijzen en service. Koffie, thee en water waren gratis voor handen en tegen kleine vergoedingen kon je aan een chocoladereep, croissantje en sap komen. In de RegioJet raakten we aan de praat met een jonge man welk ons een kleine introductie gaf van Ostrava en niet heel veel verder kwam dan een kleine geschiedenis en een straat met uitgaansgelegenheden. We arriveerden op tijd in Ostrava en we werden verwelkomd door een enorm betonnen station met een interessante indeling welkw at onderhoud kon gebruiken. Al snel vonden we de trams en gingen we naar ons hotel.