“Ga je straks mee met de Olympische Koploper naar Enschede? Trein vertrekt over een uur uit Den Haag CS.” Een onverwachts SMS’je kwam binnen op mijn iPhone. Snel snelde ik naar Utrecht om Sandrvich en Krasnapolsky te ontmoeten, uiteraard in de Olympische Koploper. Al snel waren Interrail plannen gesmeed om met Sandrvich richting Roemenië en Servië te gaan. Nadat ik mijn ouders mee had gedeeld dat ik met een vriend op Interrail ging sloeg de opwinding wat weg dat ze Roemenië hoorde en geen Frankrijk.
Half juli sloot ik mijn studentenkamer in Hoofddorp af en ging begaf me naar het station. Ik had de instructie gekregen om pas op het Centraal Station van Amsterdam mijn interrailpas in te vullen en van Hoofddorp naar Amsterdam CS gebruik te maken van mijn Studentenreisproduct. Aangekomen op Amsterdam CS haalde ik een avondmaal en wachtte op de nachttrein richting Moskou. Helaas ging de reis daar niet heen. Ik moest in het gedeelte naar Praag instappen. Sandrvich stapte in Arnhem op de trein. Die avond spraken we over zijn eerder gemaakte reizen en dronken we een biertje. Dit was niet mijn eerste reis met de nachttrein door Europa. Eerder in 2001 en 2002 maakte ik met mijn ouders een reis naar Zuid-Frankrijk met de autoslaaptrein. Dat die reis iets anders was dan met de nachttrein naar Dresden werd mij duidelijk in de nacht bij Hannover. Omdat de EuroNightLine 447 bestaat uit diverse rijtuig groepen word er onderweg regelmatig gerangeerd omdat deze rijtuiggroepen verschillende bestemmingen hebben en andere rijtuiggroepen worden toegevoegd aan deze trein. Desondanks kwamen we uitgerust aan in Dresden.
We hadden een half uur overstap tijd op de trein naar Budapest in Dresden. Snel werd er een kopje thee gehaald, voor een croissantje was geen tijd meer omdat ze in de oven zaten. We begaven ons naar het perron waar we net vandaan kwamen. Deze trein zou de zelfde route tot Praag afleggen als de nachttrein waar we net uit waren gestapt. “Maar waarom zijn we dan niet overgestapt in Praag?” vroeg ik Sandrvich “Deze trein is comfortabeler en wordt in Praag pas druk.” En gelijk kreeg hij. Riante fauteuils voor de tweede klas. Ondertussen volgde de trein zijn weg langs de Elbe. En werden de grauwe industriegebieden afgewisseld met felgekleurde flats “Zo jammer dat Tsjechië die flats heeft laten overschilderen. Voor echte grauwe flats moet je steeds verder weg.” Deelde Sander mee wijzend naar fletsblauw geschilderde flats aan de overkant van de Elbe “Gelukkig staat er nog wel veel vervallen en grauwe industrie tussen.” Langzamer hand merkte je dat je dichter bij Praag kwam. De trein werd voller en her en der kwamen spoorlijnen en autowegen uit de bergen en dalen die zich aansloten op langs de Elbe liggende infrastructuur. Het perron in Praag zag zwart van de mensen, specifieker, het zag zwart van de backpackers met interrailpassen op het perron. Nadat de reizigers uitgestapt waren werd het al gauw druk en men zocht haastig naar zijn, haar of hun plekje of werden er juist weer vanaf gestuurd omdat er iemand aankwam met een zitplaatsreservering. “Jongens, hier zijn nog zitplaatsen vrij!!” werd er door het rijtuig geschreeuwd. “Als ze zitten worden ze er waarschijnlijk vanaf gestuurd door iemand met een zitplaatsreservering.” Voorspelde Sandrvich en inderdaad. De rugzakken lagen nog niet in het bagagerek en er kwam al een Tsjech aan met een reservering. “Ik Begrijp het niet, we gaan toch van Praag naar Bratislava. Hier staat Praag naar Bratislava. Waarom moeten we dan weg?” Een kleine anderhalf uur later zou ik ze twee rijtuigen verderop tegenkomen op weg naar de restauratie. Na twee rijtuigen geklommen en geklauterd te hebben over mensen en backpacks bereikte ik de restauratie. Blijkbaar had Sandrvoch, die mij voor was gegaan, het laatste broodje kunnen bemachtigen. Met lege handen en mag ondernam ik de toch terug naar mijn zitplaats, de lege handen waren een uitkomst bij het klauteren en klimmen. De trein vervolgde zijn weg richting Brno en zag het Tsjechische landschap aan me voorbij gaan. Vanuit de schoolboeken en de leerstof over de geschiedenis van Oost-Europa had ik niet gedacht dat Tsjechië zo’n mooi land was en reden om dit land verder te gaan ontdekken in de toekomst. “Probeer eens uit te spreken.” Zei Sandrvich tegen me en ik brak mijn tong over de naam wat op het stationsbord stond. Voor de gewone reizigers was nog maar amper plaats in deze trein en met de vrijkomende stoelen ontstond er weer een stoelen dans van korte duur, sommige hadden geluk anderen weer pech. Naarmate we Slowakije naderde werd het landschap steeds flakker en nam de regen toe. In Bratislava liep de trein leeg en snelde de interrailers zo snel mogelijk naar de stationshal om de regen te ontvluchten. “Bratislava is ook zo’n typische interrail bestemming. Uitgaansleven is heel goedkoop en daar komen ze voor. Daarna gaan ze naar Boedapest en zeggen ze dat ze Oost-Europa hebben gezien, terwijl Oost-Europa hier al voorbij getrokken is en je voor Oost-Europa naar Roemenië en de Balkan moet.” Deelde Sandrvich mee. Omdat ikz elf nog nooit eerder ten oosten was geweest van Duitsland moest ik wel op zijn woord vertrouwen. Van deze regio kreeg je zo weinig mee dat je het maar zelf moet ervaren. Ondertussen vervolgde de trein zijn weg naar Boedapest door de regen. Erg mooi zag de regio er niet uit als het grauw en regenachtig is. Vlak voor Boedapest Keleti komen veel sporen bij elkaar en lopen als een grote bundel richting het kopstation. Onze trein arriveerde op het middenperron van dit station. Ik keek met verbazing rond nadat onze trein gearriveerd was, De stationsoverkapping van Budapest Keleti wordt door geen station wat ik eerder heb bezocht overtroffen, wat mij ook opviel is dat Boedapest een knooppunt is, naast onze trein stond een trein naar Moskou en Kiev, wij kwamen vanuit Duitsland en gingen morgen naar Roemenië en had begrepen dat we op de terug weg ook weer langs Boedapest zouden komen op weg van Belgrado naar Wenen.
Op Keleti werden we verwelkomd door verschillende mannen die ons een taxi, hostel of kortingsbonnen voor attracties aanboden. Voor geen van alle hadden we interesse. Het hostel wat Sandrvich had geboekt was twee straten verder op gevestigd. In nog geen vijf minuten liepen we er heen en ook nog met een kleine onderbreking bij de bank om de nodige forinten te halen. Na te hebben ingecheckt te hebben en de bagage af op de slaapzaal te hebben gebracht deden we boodschappen, voor het eerst van die dag vulde ik mijn maag met droogbrood en Parijse ham. Helaas hadden we per ongeluk een fles water met prik gekocht, na goed te kijken naar het Hongaars kon je uitmaken dat er koolzuur in za, één van de weinige dingen die je in het Hongaars kon vertalen. Na de maaltijd gingen we Boedapest verkennen. Al snel kwamen we uit bij het Sowjet monument om de gevallen Sowjet soldaten te eren voor de strijd om Boedapest in 1944-1945. Helaas is dit monument een doorn in het oog van menig Hongaar en wordt het wel eens beklad en vernield. Reden om voor het stadsbestuur het monument zwaar te bewaken met hekken. We wandelde verder langs de Donau om de bruggen en het parlementsgebouw te bekijken. Die avond keerde we terug naar het hostel en dronken dar nog een biertje.
Die avond heb ik moeilijk geslapen, mede door het openstaande raam en de ventilator die de koelte moest verspreiden door de kamer. Die ochtend lag ons ontbijt nog in de koelkast en namen het mee richting het station. Voordat we naar onze trein gingen kochten we nog wat proviand bij de supermarkt tegenover Keleti. Onze trein stond al gereed op het station, niet onder de mooie overkapping, maar daar buiten. Al snel was de trein gevonden en stapten we de Roemeense rijtuigen binnen. Tegenover onze plaats zat een man zijn ontbijt te nuttigen in de vorm van drinkbare ontbijtgranen, halve liter pils. Volgens het spoorboekje vertrok de trein op tijd uit Boedapest Kelti en vervolgde zijn weg richting de Roemeense grens. Onderweg passeerde de trein de troosteloze buitenwijken van Boedapest op weg naar de vlakte van Hongarije, de grauwe flats maakte plaats voor eindeloze grasvlakte en werd onderbroken door het grijze beton van Szolnok. Dichterbij Roemenië werden de wolken steeds donkerder en begon het te regenen. In Biharkeresztes hadden we de Hongaarse uitreis controle en in Oradea kwam eerst de Roemeense grenswachten en douaniers door de trein om de reizigers te controleren. Het vlakke Hongaarse landschap werd ingewisseld voor de bergachtige landschap voor Noord Roemenië. Onderweg naar Cluj Napoca werd ik overrompeld met de beelden die ik kende vanuit schoolboeken over Roemenië. Verlaten en vervallen industrie en tussen door Roma gezinnen die in kortachtige woningen wonen. De staat van de spoorwegen was duidelijk anders dan in Hongarije, waar daar de sporen nog enigszins egaal lagen wiebelde de trein over de Roemeense sporen met het karakteristieke “kedeng kedeng” geluid. We passeerde meer overwoekerde spoorwegemplacementen en vervallen industrie om uiteindelijk in een droog Cluj Napoca te arriveren, tot de verbazing van Sandrvich waren we zelfs een uur te vroeg. Maar dit had er meer mee te maken dat we ons horloge niet bij de grens hebben verzet naar de Roemeense tijdszone.
“KLOOTZAK!! Ik heb een camera om!!” na de snauw werd er agressief achter een jongen in een blauwe parka aangerend, hij had zojuist een sneeuwbal tegen iemands achterhoofd gegooid. Veel meters werden er niet gerend en na wat gevloek en verwijten naar de dader werd er humeurig meegedeeld dat hij geen sneeuw op zijn camera wenste, want dit zou zomaar negatieve gevolgen voor de werking van de camera hebben, waar natuurlijk iets inzat. Ik was in Hatting en realiseerde dat ik zomaar en lange dag voor de boeg kon hebben. Ik had immers al een avond met deze mensen doorgebracht, en dat was nog best een prima avond.
Op een koud en winderig perron stond ik op mijn trein naar Innsbruck te wachten. Ik ging met een groep bekenden en onbekenden naar de omgeving rond Innsbruck om een dagje treinen te fotograferen. Toen ik het rijtuig instapte werd ik ruimschoots in het Russisch verwelkomd. Nadat ik beleefd terug groette en vroeg wat hun naam was en hoe het met hun ging, werd het stil en met schaamrood werd er geantwoord in het Nederlands. Zeker nadat er eentje ontdekte dat hij niet de enige was met een ushanka, alleen was hij wel de enige met een toeristenexemplaar uit de Oekraïne.
Naarmate de trein dichterbij Helmond traden er een aantal wat meer op de voorgrond, het idee was om ter hoogte van de Railcam in Mierlo uit de trein te hangen en zo hard mogelijk proberen te schreeuwen zodat het ook op de Railcam te horen zou zijn. Twee minuten na de actie brak er een grote vreugde uit in de groep, het was ze gelukt. De locomotief wissel werd niet vastgelegd in Venlo. Door de korte tijd zouden ze het moeten doen met een perron foto. Dit weerhield er een paar niet van om als nog een foto te nemen. Na de ontdekking van de gesloten Kiosk in Venlo besloot het merendeel richting het barrijtuig te gegaan, waaronder ik. Lang hield ik het niet vol. De geur van schraal bier, een plakkerige vloer en apré ski hits, deed maken dat ik snel weer terug ging naar mijn coupé alwaar ik Oorlog en Vrede verder las. Vlak voor Keulen kam onze trein tot stilstand op een emplacement. Omdat ik nieuwsgierig werd naar deze stop besloot ik om uit het raam te kijken wat er aan de hand was. Ik kon niet veel wijzer worden, lag het boek weg en keek wie er allemaal in het rijtuig waren achtergebleven. Ik besloot bij twee bekenden aan te schuiven. Verder dan treinen en wie in de treinhobbyistenwereld als kansloos werden gezien, kwam het gesprek niet. Nadat ik weer terug gekeerd was naar mijn coupé en de trein niet heel veel later weer verder reed, hoorde ik door het raam dat er door twee deelnemers druk gediscussieerd werd of er geen tweede locomotief wissel was geweest. Eentje kon horen dat er een Vectron, een nieuw model locomotief van Siemens, de trein trok en omdat hi wist dat er in Venlo de 110 428, een oude Duitse locomotief, voor werd gezet. Nadat mijn coupé genoten uit gefeest waren en teruggekeerd waren werden er de nodige grappen gemaakt over opmerkingen en blijdschappen van een bepaalde groep treinhobbyisten, zeker nadat ik verteld had dat er iemand kon horend at er een Vectron voor de trein staat. Dit zette de poorten open voor grappen bij passerende goederentreinen. “ohh cargo!!”, “Verona shuttle!!” Niet veel later werd er gesproken over het versnellen van de treindienst tussen Amsterdam en Berlijn. De oplossing was duidelijk, halteer niet meer op Berlijn Spandau want niemand heeft iets aan Berlijn Spandau, jammer dat dat niet gesneuveld was tijdens de Koude Oorlog aldus iemand die de ligplaats boven mij had.
De volgende ochtend ging ik met een paar een ontbijtje halen
in de stationshal van Innsburck Hbf. Nadat de nodige croissants waren
aangeschaft wisten we niet waar we moesten zijn voor onze trein richting
Hatting. We besloten maar om op spoor één te gaan kijken, want dit was het
enige wat ons bijstond van het
programmaboekje en de reisinformatie van de ÖBB gaf aan dat de eerst volgende
trein richting Landeck daar vertrok. De trap oplopend werd de Duitse leraar uit
Rundfunk goed nagedaan maar ging het dit keer niet over Lebensraum, maar over
Zügverruckte. We sloten ons bij de groep
aan waarvan een aantal als een schaap naar het spoor stonden te kijken en
anderen weer luidruchtig aan het discussiëren waren over treinnummers en
goederentrein paden. Ik kon nog weg van de groep maar besloot toch om te
blijven en stapte uiteindelijk, met de groep, in de trein naar Hatting.
Onderweg werd er veel gesproken over treinnummers, goederentrein paden en
internationale reizigerstreinen. Iemand sprak mij aan over een nieuwe trein
verbinding Wenen – Bakoe via Constantinopel, zonder twijfel blijft het bij het
idee.
Op het perron in Hatting werd er snel gekeken of iedereen de trein verlaten had en zonder waarschuwing werd er koers gezet richting het viaduct die ons onder het spoor leidde naar de andere kant. Aan de andere kant werd er even gewacht op de achtergebleven groep en schijnbaar was iedereen uitgestapt in Hatting. Het rustige wachten werd onderbroken. “KLOOTZAK!! Ik heb een camera om!!” na de snauw werd er agressief achter een jongen in een blauwe parka aangerend, hij had zojuist een sneeuwbal tegen iemands achterhoofd gegooid. Veel meters werden er niet gerend en na wat gevloek en verwijten naar de dader werd er humeurig meegedeeld dat hij geen sneeuw op zijn camera wenste. “Rustig Jongens”” kwam er uit de groep op “is iedereen compleet? Dan kunnen we gaan.” En de weg werd ingezet door een besneeuwd weiland naar onze eerste locatie om treinen te fotograferen.
Op locatie werd er met uiterste ernst een fotolijn afgesproken om de sneeuw tussen ons en de treinen maagdelijk te houden. We hadden alleen gegevens gekregen over de reizigerstreinen die ons passeerde gedurende de periode dat wij ons in het weiland bij Hatting bevonden. Veel vreugde bracht dit niet bij menig deelnemer. Met veel ongeduld werd er gewacht tot de eerste “Cargoooh”, gewoon een goederentrein, zich aan de horizon opdoemde. Ondanks dat dit met willekeur werd geroepen en altijd loos alarm was bleven sommige uiterst scherp op deze onderbreking van de rust in de groep. De verveling begon toe te slaan en er werd een sneeuwballen gevecht gehouden welk zonder schroom de met ernst uitgezette sneeuwgrens passeerde die was uitgezet voor de foto’s. Nadat de lunch was opgenomen en door was gegeven naar het restaurant zetten we weer koers naar het station om richting Flaurling te reizen, het volgende station. Dar zou ook de lunch worden bezorgd voor die middag.
Na drie minuten stapten we al weer uit de trein. Er werd gelijk koers gezet richting de spotlocatie voor die middag. Deze locatie was wat verder lopen. De groep werd met argus ogen na gekeken door menig bewoner die de post ophaalde uit de brievenbus, zo’n grote groep werd niet dagelijks waargenomen in dit Tiroler gehucht. Na enige minuten lopen, over asfalt en door de sneeuw, bereikten we de locatie. Een boom vergezeld met een bankje op een T-splitsing bij het spoor, wel met erg mooi zicht op het spoor en de Höhe Munde op de achtergrond, waar helaas de top in een wolk verdween. Op deze locatie werden weer de nodige keren “Cargooh” geschreeuwd. Tegen de tijd dat de lunch zou moeten verschijnen, verscheen er geen auto uit de dorpen die onze kant op kwam. Er werd wat humeurig gereageerd toen de leiding meedeelde dat het restaurant gesloten was, maar gebeld was er niet of de bestelling door was gekomen. Het is natuurlijk ook uiterst vreemd als er voor ongeveer 100 euro aan eten word besteld bij een boom in het niets. Toen de laatste trein was afgewacht op deze locatie en de zon al achter een berg begon te dalen werd er besloten over hoe de dag verder voort te zetten. Een deel van de reis kon niet gedaan worden door dicht gesneeuwde bergpassen. Er werd naar lang wikken en wegen besloten om naar een station verder op te gaan en ik ging met een groepje terug naar Innsbruck. Het doorgaande groepje bleef achter, hun trein kwam immers net langs rijden, en wij haasten ons al naar het station. In een mist liepen we door de sneeuw richting het station. Deze mist is ontstaan door dat opgewarmd sneeuw weer begon af te koelen.
“Zo even weg bij zie ZUG VERRÜCKTEN!” werd er mede gedeeld in de trein. “Die gasten maken zich echt over niets druk.” Aan zijn opmerking kon ik weinig toevoegen. Het was leuk om met hun op stap te zijn, maar ook erg vermoeiend. Nu konden we met een paar Innsbruck gaan verkennen. Het idee was om met de tram richting een buitenwijk te gaan. Toch besloot ik af te haken want het centrum van Innsbruck, welk ik nooit echt bezocht heb, sprak mij aan. Met de besneeuwde bergen op de achtergrond. Ik belande in een boekwinkel met, helaas, alleen Oostenrijke en Tiroler literatuur en her en der wat wereldliteratuur een boeken over kunst. Omdat een geschiedenis afdeling ontbrak had ik het al snel gezien en deed wat boodschappen bij de Aldi. Na een klein rondje gelopen te hebben ben ik weer naar het station terug gekeerd om wat treinfoto’s in het donker te maken. Daar kwam ik anderen tegen van de groep uit die terug gekeerd was naar Innsbruck, zij waren druk doende bezig met foto’s maken en renden van perron naar perron.
De afspraak was om rond half zeven in de stationshal te verzamelen als je, tegen eigen kosten, wilde eten bij een gereserveerd restaurant. Rond kwart over zes keerde het groepje terug die met de tram weg waren geweest sloten bij mij aan in de stations hal. Uit mijn ooghoek zag ik een man in een uniform van het Derde Rijk en iemand in een Italiaans uniform uit die zelfde periode.. “Vriend van je?” vroeg ik aan de gene die bij mij bekend stond als de imitator van de Duitse docent uit Rundfunk. “Holy fuck, dit is echt niet goed man. Zie die man daar staan bij de tram in zijn uniform.”. Toen de Nazi, cq acteur, in de tram was gestapt verscheen de groep welk was achter gebleven bij de boom in Flaurling en kon er koers gezet worden naar het restaurant. Vreemd genoeg werden we naar de eerste etage begeleid in de Stifstkeller, wat er Keller aan was bleef een geheim. Tijdens het bestijgen van de trap vroeg de kelner of ik Russisch was, glimlachend wees hij naar mijn Ushanka. “Maarten, wel vanaf pagina 12 bestellen!” “Hoezo?” “Goed voor je Russisch.”. Het verbaasde me niet dat iedereen ging voor een Wiener Schnitzel, bij de meesten vergezeld door een halve liter Weizen. Wat men lekker vindt aan Weizen weet ik ook niet en nam gewoon een normale pils, wel van een halve liter. Na het eten begaf ik me weer richting het station, ik had niet echt de zin om over treinen en trams te blijven praten in het restaurant. Na het afrekenen kreeg ik een appje over een mogelijke vertraging van de Alpen Express, door een spoorstaafbreuk, en ik mocht dit niet uitlekken naar de groep. Vreemd genoeg hoorde ik nog geen twintig seconde later het zelfde bericht buiten bij het restaurant. Ook niet heel vreemd, er was immers een medewerker van Railexperts bij de groep.
De ÖBB kon mij niets vertellen over de vertraging van de Alpen Express en deelde mee dat de Nightjet gewoon reed naar Düsseldorf. Na het treinnummer van de Alpen Express gegeven te hebben, deelden ze mee dat de vertraging tien minuten was en werd mij vriendelijk verzocht om het informatiecentrum te verlaten in verband met de sluitingstijd. Tien minuten leek mij ontzettend optimistisch bij een spoorstaaf breuk. De tip van mijn afstudeerbegeleider om mijn laptop mee te nemen bleek uit te komen. Deze tip kreeg ik mee omdat de inleverdatum van mijn afstudeeropdracht naderde en mocht ik stranden in Oostenrijk dan kon ik er nog aan werken en inleveren, dat laatste hoop ik toch te doen in Nederland. Ik besloot maar om naar de perrons te gaan en wat te oefenen met nachtfoto’s maken. Omdat de Nightjet op het punt van vertrekken stond zochten we een plaats om deze trein te fotograferen. Op de perrons vonden we geen goede locatie en besloten we om achter bij de oude goederenloodsen te kijken, wederom geen succes. Er stonden te veel hekken voor.
Na verloop van de tijd kwam de rest van de groep er aan. De jonge in de blauwe parka had zich al uitgeroepen tot aanspreekpunt van Rail Experts, de vervoerder achter de Alpen Express. Na ongeveer een halfuur gewacht te hebben in de kou verscheen de Alpen Express aan de horizon en verkleumd stapten we allemaal in, of eerder blij dat de trein alsnog gekomen was. Iedereen nam vermoeid plaats in zijn coupé. Naar de bar werd niet gegaan, dus werd er in de coupés vol op gekaart. Het interessante was dat dit al de tiende variant van spelregels bij het spel Pesten waren voor mij. Schijnbaar heeft iedereen een eigen variant er op. Nabij Wörgl begaf ik mij naar de deur om van de laatste sneeuw te genieten. Ik ahd al vernomen dat we hier vertraging opliepen door vertraagde bussen die het treinverkeer vervingen op de gestremde spoorlijn naar Zell am See. Toen we in Wörgl aankwamen besloot ik naar de voorkant van de trein te lopen voor een foto van de locomotief in de sneeuw. Toen ik wegliep kwamen er een aantal van de groep er aan lopen, om mij vervolgens renend in te halen om zo snel mogelijk naar het andere perron te begeven. Daar konden ze de Vectron, de locomotief van de trein, zonder perron op de foto zetten. Ondanks hun grote snelheid waren ze te laat om de trein met frontseinen, koplampen, op de foto te zeten vanaf het andere perron. “Eindelijk ligt hier de meter sneeuw waar we voor komen.” Riep iemand sarcastisch achter mij toen wik het einde van het perron naderde. Inderdaad lag in het midden een meter hoge bult bij elkaar geveegd sneeuw. Aan het eind van het perron was menig deelnemer druk bezig met het fotograferen van de trein in de sneeuw en de oranje verlichting van het emplacement achter het station. “De ontbrekende frontseinen photoshop ik er wel in.” Werd er geroepen, naar mijn weten zijn er weinig foto’s van deze trein zo gepubliceerd.
Terug op het perron werden er nog “sfeerfoto’s” gemaakt. In
treinspotters termen zijn dit foto’s welk ander persoon maakt van een trein.
Aan een perron, zonder locomotief of treinnummer. Zeg maar foto’s die niet in
de spoorhobbyistentijdschriften komen. Doorgaans zijn dit wel goede foto’s voor
reisbladen. Ik stond vlak bij een treinspotter die zulke foto’s aan het maken
was toen de hoofdconducteur langs liep. “Schöne Bilder machen? Wenn Leute fragen, wann der Zug abfährt, sage ich
“Wenn die Bilder fertig sind”“ en nonchelant liep hij door het beeld
heen zwaaiend met zijn spiegel ei. Er werd vroeger naar bed gegaan dan
de avond er voor. Omdat ik normaal vroeg in bed leg had ik maar de bovenste
ligplaats opgeëist zodat men nog langer kon blijven zitten. Voordat iedereen
naar bed ging, ging ik nog even het toilet bezoeken. Hoewel ik met gemak kwam
ik beneden, maar naar boven had ik toch het trapje nodig. “Hoezo ga je dan ook
boven liggen?” vroeg eentje geïrriteerd.
Nadat ik het de fijnste plaats vindt in een trein, zomers uitgezonderd,
was het in dit geval ook het meest praktisch. Ik hoefde van het reisgezelschap
er laatste uit en ging ook als eerste naar bed. Een soort van Eerst er in,
laatst er uit methode en dan is de bovenste plaats in de trein wel praktisch.
Toen ik halverwege de nacht naar het toilet ging was de ladder weg gehaald en
moest naar beneden vonder het hulpmiddel. Per ongeluk trapte ik iemand wakker
en belande op de schoenen van een ander. Na mijn schoenen aan getrokken te
hebben, bezocht ik het toilet. Uit het raam kijken zag ik met moeite schepen en
kades aan de Rijn. Terug in bed kon ik
mijn telefoon niet vinden. Had ik deze verloren op het toilet of is deze
gevallen in de coupé. Ik probeerde mijn telefoon te zoeken zonder succes omdat
hij niet op het toilet lag moest hij wel in de coupé zijn.
“Goedemorgen, over enkele minuten bereiken we Venlo…” We
werden wakker gemaakt door de omroep van de Alpen Express. Het was iets na
zevenen en we bevonden ons nog in Duitsland. Toen ik
mijn schoenen aandeed zag ik dat we het station van Kaldenkerken passeerden en er een groepje naar
voren bewoog zonder ook maar een goedemorgen te kunnen terug zeggen. “Was ben je je telefoon kwijt?” vroeg de gene
die onder me lag. Nadat we mijn nummer gebeld hadden haalde hij zo mijn
telefoon tevoorschijn die op de hoofdsteunen
lag. Ik ging met een coupé en oud studiegenoot naar het barrijtuig voor
een kop thee, hij nam koffie, en een tosti voor het ontbijt. Op het station in
Venlo wachten we buiten de bereiding van onze tosti af. Voor aan de trein was
het groepje druk bezig om de locomotief wissel vast te leggen, terwijl het
personeel hun uitgebreid vastlegde via een smartphones. We namen onze tosti’s tot ons op het koude
perron van Venlo naast het barrijtuig, nadat de tosti’s achter de kiezen waren
begaf ik me richting mijn coupe. Ik kreeg nog de vraag waarom ik iemand wakker
trapte, nadat ik uitgelegd had hoe het zat en ik in de veronderstelling was dat
hij bij iemand anders in de coupé in slaap gevallen was, begreep hij het enw as
het geen probleem.
“Spoorbruggen zijn fantastische bouwwerken, vooral de brug over de Waal is een mooi bouwwerk. Toch sta ik er liever naast dan dat ik er over heen rij.” Op dat moment minderde de trein snelheid en kwam tot stilstand voor een rood sein. Ons rijtuig begaf zich nog net boven de oever aan de noordkant van de Waal en een beetje nerveus werd de liefhebber van de spoorbruggen. Vlak voor Utrecht “Jou spreek ik nog wel jongeman!” met zwaar Duits accent werd er afscheid van mij genomen en al gauw kwam de Duitse spelling van Lebensraum aanbod in de gang. Op Utrecht Centraal verliet iedereen de trein. Om naar huis te gaan of om snel richting Woerden en Gouda te reizen om daar het ledig materieel van de Alpen Express te “Platen” . Na Utrecht begaf ik mij naar het rijtuig waar een vriend van mij op werkte en sprak hem bij over het weekend. “Ach, het zijn opzich prima gasten om in het rijtuig te hebben, ze weten wat wel en niet kan ondanks dat ze wat druk zijn en wat rommel maken.” Ter hoogte van Spaklerweg trok ik het raam naar beneden om lekker hangend op het kozijn Amsterdam Amstel, mat haar niets vermoedende reizigers, en Amsterdam aan mij voorbij te laten gaan. Amsterdam heeft als laatste stad nog een mooi stuk spoor over straten en langs gevels. Met open raam, de rijwind door je haren kijkend naar de stad die voorbij schuift, niets vermoedende fietsers en voetgangers onder de viaducten door met op de achtergrond de geluiden van de rijdende trein is pas thuis komen in. Nadat de Basiliek van de Heilige Nicolaas achter het oude Postgebouw was verdwenen en de overkapping boven de trein schoof deed ik het raam dicht om uit te stappen.