Ik was nog geen twee weken thuis van mijn vorige Interrail en stond alweer op het perron in Amsterdam op de trein naar Berlijn te wachten. Vanuit mijn vorige reis vond ik dat ik genoeg ervaring had opgedaan om zonder aarzeling een tweede reis te maken en vond een ontzettend goed excuus om een tweede reis te maken. De nachttrein van Berlijn naar Malmö, via Sassnitz en Trelleborg. Nou ja, het zijn geen instap en uitstap stations.
Even na tien uur ’s avonds arriveerde er een klein treintje op de diep gelegen sporen van Berlin Hbf. Een locomotief met drie rijtuigen. We konden instappen en ik nam plaats op de plaats die ik had geboekt. We verlieten Berlijn onder het genot van een onweersbui in het oosten. Toen het onweer en de noordelijke buitenwijken van Berlijn verdwenen waren kwam de conducteur langs, een kleine dikke man met een klassieke politiesnor. Hij sprak alleen Duits en dat was een probleem in een trein met overwegend Zweden aan boord. Voor mijn coupé vertaalde ik zijn verhaal vanuit het Duits naar het Engels. We zouden rond 01:30 arriveren in de haven van Sassnitz, daar bleef de trein staan tot we aan boord van de boot konden gaan. We bleven in de trein en tijdens de overtocht dienden we de trein te verlaten. Om 06:30 werden we gewekt en konden we nog ons ochtend ritueel houden. Hij hoefde geen verdere hulp met het vertalen van zijn verhaal in de trein.
Ik werd wakker toen de trein tot stilstand kwam in de veerhaven van Sassnitz. Draaide mij om en sliep een paar uur verder door tot ik wakker werd om het toilet te bezoeken. Er stonden al auto’s en vrachtwagens te wachten op de parkeerplaats voordat ze de veerboot op konden, ik kon me de ongemakkelijke nachten in autostoelen goed voorstellen uit mijn jeugd en prees mezelf gelukkig dat ik straks weer gestrekt kon liggen. De deur stond open en een frisse zeelucht en het geluid van een krekel kwamen het rijtuig binnen. Slapen in een trein gaat eigenlijk beter als de trein rijdt, niet als de trein stilstaat. Het is een vreemd gegeven maar ik sliep in deze trein minder goed dan welke nachttrein hier voor. We werden op tijd gewekt voor om ons ochtend ritueel in te zetten. Nadat de auto’s geladen waren was het tijd dat de trein de boot op werd gedrukt en onder veel belangstelling rolde de rijtuigen de voorboot op en werden vast gezet in het ruim van het schip.
We diende de trein te verlaten via een klein smal perron en een aantal dekken naar boven te lopen om op het dek voor de reizigers te komen. Het is eigenlijk een gewone veerboot met alle faciliteiten die je er op verwacht, inclusief een te duur ontbijt. Een veerboot is eigenlijk saai. De zee is immers niets meer dan een saaie horizon waar niets gebeurt, het interessante vindt plaats onder je wat je niet kan zien. Ik snap mensen niet die het leuk vinden om op een boot op zee te zijn. Het verveelde snel en ik had nog en goede twee uur te gaan en kon pas een half uur voor aankomst terug naar de trein, maar dat bleek ander te liggen. Het treindek was gewoon geopend en al doende installeerde ik mij in de trein om verder te slapen. Ik was niet de enige met dit goede idee. Verderop hoorde ik iets Russisch. Ik pakte nog een uurtje slaap met het gedreun van de boeg die golven doorbrak in het donkere ruim van de veerboot. Ik werd gewekt door de omroep en de lampen die beneden aangingen en al snel kwamen de treinreizigers en vrachtwagenchauffeurs naar beneden.
Het uitladen van de boot duurde even. Eerst dienden de vrachtwagens het schip verlaten te hebben voordat de unimog de trein er uit kon halen. Langzaam rolde de rijtuigen, onder luidgebonk, de boot uit en werden opgesteld op een opstelspoor. Het duurde even voordat er een locomotief voorkwam en we de weg van Trelleborg nar Malmö vervolgede. Toen we vertrokken duurde het een half uur voordat we het Centraal Station van Malmö binnen liepen. Het station had ergens iets weg van een tropisch zwembad, waarom weet ik eigenlijk niet. Ik zocht de bus op die ik moest hebben om richting mijn hostel te komen. De bus vinden was nog het makkelijkste, de juiste halte was nog wat uitdagender. De Zweedse klanken waren mij nog onbekend en zodoende had ik niet door dat ik de juiste uitstap halte oversloeg. Ik stapte drie haltes te ver uit en nam de zelfde buslijn terug en hield het display goed in de gaten waar de naam in letters op stond.
Ik ging Malmö ontdekken met het gratis plattegrondje wat ik gekregen heb van het hostel. Ik had geen idee wat te doen en ben maar op goed geluk de stad in gelopen. Malmö is niet heel erg bijzonder, een oude stad met leuke oude gebouwen en architectuur maar niet uitgesproken. Toch kon ik mij de middag er goed vertoeven al zat er een uitgebreide lunch er niet in wegens de prijzen in de restaurants in Zweden, nu was de temperatuur ook aangenaam genoeg om met een simpel broodje in het park door te brengen.
Tegen etenstijd besloot ik richting het centraal station te gaan om een goedkope avond maaltijd te vinden. Op de vertrek borden zag ik de nachttrein naar Berlijn aangekondigd staan en besloot deze vast te leggen. Nadat de trein vertrokken was zocht ik een goedkope kebab op als avond eten en bleef even hangen op het station om een aantal treintjes vast te leggen en werd gecharmeerd door de X2000 van de Zweedse spoorwegen en kon niet wachten om deze trein uit te proberen.
Ik stond vroeg op. Ik ging naar Praag alleen niet via de snelle directe manier. Ik wilde een dagje treinen spotten in Boedapest. In 2011 was ik gecharmeerd geraakt door het Keleti station en de nog in grote getale getrokken treinen bij de Hongaarse spoorwegen. Alle reden om Boedapest in mijn Interrail trip op te nemen. Ik stapte op Wien Westbahnhof op de Railjet richting Boedapest Keleti. De Railjet is niet echt een trein om over te schrijven. Een vrij standaard product op het spoor. In een kleine tweeëneenhalf uur rijdt deze van Wenen naar Boedapest. De trein arriveerde op de midden sporen onder de magnifieke stationsoverkapping van Keleti. De Railjet ontsiert de omgeving.
Om vrijer rond te bewegen op het station besloot ik om mijn backpack achter te alten in een bagage kluis, echter diende ik te betalen in Forynt en die had ik niet. Ik besloot daarom om toch maar op het midden perron me te installeren op een bankje en af te wachten wat er allemaal langs kwam die paar uur dat ik er zou gaan plaats nemen. Gelukkig had ik water en eten ingekocht in Wenen.
Het viel mij op dat het Hongaars spoorwegpersoneel vriendelijk langsliep en mij groette bij de passages. Dit was compleet tegen de verwachting in die ik me zelf had voorgenomen. Uit Duitse fora had ik vernomen dat in Hongarije treinspotten alleen mocht na toestemming van de Hongaarse spoorwegen mits je een verplichte veiligheidscursus had gevolgd, waarschijnlijk alleen in het Hongaars te volgen. Nu leek ik ook meer op een verveelde backpacker die zat te wachten op zijn onhandig gekozen treinreservering dan een fanatiek Duitse treinspotter met een te grote camera, lens en DB zichtbaarheidsvestje en rugtas die tussen de sporen doorloopt. Ik bleef dus onder de radar. Ik wachtte de tijd af tot dat mijn trein naar Praag zou binnenkomen. Uiteraard was deze trein vertraagd maar gelukkig viel de schade ontzettend mee voor een trein die in de ochtend is vertrokken uit Belgrado.
Met een half uurtje vertraging vertrokken we uit Boedapest en volgde de trein zijn route door de buitenwijken richting de Slowaakse grens. Ik had plaats genomen in de Servische rijtuigen die meereden in deze trein. We waren al een goede halfuur onderweg richting de Slowaakse grens toen ik werd aangesproken door twee conducteurs die de vervoersbewijzen gingen controleren. Ik ahd een groot probleem, want er zou iets niet goed ingevuld zijn op mijn Interrailpas. Ik moest mee komen en werd in een lege coupé geplaatst. Ik kreeg een engelstalig foldertje over het invullen van de Interrailpas en haalde er niet uit wat ik fout had ingevuld. Het bleek dat ik het dagboek niet had ingevuld, eigenlijk was ik er slechts één keer op gecontroleerd en de Zwitser gebaarde dat het een beetje onzinnig was. Daarna is het ook nooit meer gecontroleerd. Ik had dit moeten invullen, dat maakten ze duidelijk. Druk waren ze opzoek naar het sanctiebedrag voor deze overtreding. “Fifty euro you have to pay.” Ik had vijftig euro contant in mijn portemonnee maar blufte dat ik dit toch graag wilde pinnen. “Creditcard not possible, no connection here. Pay cash.”. Ik blufte weer dit keer dat ik geen vijftig euro had. Het bedrag werd naar beneden afgeschaald tot dertig euro en tot mijn grote schrik had ik alleen maar vijftig euro biljetten. Ik overhandigde dit dan toch maar want er zat niets anders op en kreeg keurig twintig euro wisselgeld terug. Dit was geen boete, dit was een vorm van corruptie. Ik had dan weer wel voor de rest van de reis een privé coupé. Toen de trein het grond gebied van Tsjechië opreed begaf ik mij naar het JLV restauratierijtuig om te profiteren van de “Happy Hour” waardoor je korting kreeg op maltijden.
De volgende dag werd ik wakker op de bank bij een vriend van mij, Jawaad, hij woonde en werkte in Praag. Het was even lastig hem te zoeken omdat we allebei rondliepen op Praha hlavní nádraží vonden we elkaar toevallig ergens in een verlaten gedeelte van het hotel. Nadat ik me bijna had geëlektrocuteerd door de wlan-router in het bad te stoten gingen we de stad in. We liepen via de Karlesbrug naar het Kasteel van Praag. Onderweg uitte Jawaad zijn onvrede voer de vele toeristen die maar blijven hangen in het oude centrum en de Karelsbrug. Ik moet zeggen dat Praag mij ergens wel kon gaan bevallen. Het zag er mooi uit. Bezweet kwam ik boven aan bij het kasteel van Praag, al waar ik een flesje gekoelde ijsthee kocht om af te koelen. We keken vanaf de heuvel over Praag heen en besloten toch maar om deze dag door te brengen met bier, het was gewoon te warm om Praag te gaan ontdekken. Op de terug weg liep ik door rood, iets waar bij de politie in Praag ahrd bij optreed, zeker bij toeristen. Volgens Jawaad kregen die een overnachting, een goedkoop croissantje en slechte jus d’orange bij de verkeersboete het leek me nogal overdreven voor een kleine overtreding maar blijkbaar is Praag klaar moet toeristen die zich misdragen, en Praag is een bestemming waar West-Europese jongeren zich goedkoop kunnen bezatten.
We namen plaats bij Vytopna, het café waar je drankjes met een modeltrein bij je worden afgeleverd. De bekende grappen waarbij treinspotters belachelijk gemaakt worden. Vytopna is nog al een vrij duur café voor Praagse begrippen, wat ook logisch is want ze hebben een vrij uniek concept en dat weten ze. Het is een café wat ontzettend de moeite is want menig toerist is vooral druk bezig met het vastleggen van het treintje met grote glazen bier dat ze vergeten dat het treintje ook wegrijdt, de achtervolgende trein dient immers ook zijn glazen gevuld met bier te bezorgen, en hierdoor komt het wel eens voor dat de trein vertrekt terwijl de bierglazen nog niet zijn gelost. De oplettende bediening pakt dan zonder moeite de bierglazen uit de voorbij rijdende trein en levert deze alsnog af.
Ik kon redelijk lang uitslapen want mijn trein vertrok pas in de middag naar Graz. Op mijn gemak besloot ik maar richting het station te reizen en nam de eerst volgende tram richting het station. De trams in Innsbruck zijn tweerichtingtrams en hebben daarom deuren aan beide zijde van de tram. Dat dit onhandig is voor blinden bleek toen ik een blinde man tegen kwam in de tram. Hij zat vlak bij de bestuurder die hem vertelde aan welke kant hij uit diende te stappen, want dat verschilt ook per halte. Dat ze elkaar bij naam kende wees er op ze elkaar kenden en het personeel behulpzaam was. Na een lunch op het station werd mijn trein aangekondigd. Zonder vertraging arriveerde de trein uit Zurich richting Graz. Verwacht geen spectaculaire Zwitserse panorama rijtuig foto’s want ik reis tweede klas. De rit ging door de Alpen was prachtig maar begon toch wel snel te vervelen. Tegen de avond arriveerde ik in Graz en zocht mijn hotel op. Die avond maakte ik een klein rondje door het uitgestorven Graz.
De volgende dag maakte ik wederom een rondje voordat ik de trein richting Wenen nam. Graz heeft iets dufs, het voelt als een Nederlandse provinciestad aan. Ik was opgelucht toen de trein Graz verliet en we richting Wenen vertrokken. Aan het eind van de middag arriveerde de trien op tijd in Wenen, nog op het Westbahnhof. In kocht een 48 uurs kaartje voor het openbaar vervoer in Wenen en reisde met de metro naar mijn hotel. Ik zat te kijken wanneer de trein van Moskou in Wenen zou arriveren en ontdekte dat die over driekwartier zou vertrekken naar Moskou. Ik besloot om snel af te reizen naar Wien Westbahnhof om deze trein vast te leggen. Uiteraard heb ik deze net gemist maar besloot om de avond door te brengen op het station voor de nachttreinen en in het bijzonder de nachttrein naar Boekarest.
De volgende dag ging ik Wenen in en begon bij het Stephansdom. Eigenlijk was dit duidelijk op de kaart van de Weense metro aangegeven. Ik kwam boven de grond in een drukke wandelstraat met chique winkels aan weerszijde. Het was even zoeken waar die kerk nou precies stond en vond hem te midden van de vele negentiende-eeuwse appartementsgebouwen die het centrum rijk is. Na wat rond te dolen kwam ik uit op de Kärntner Ring uit en wandelde hier over heen en weer. Genietend van de oude prachtige gebouwen en de toch wel opmerkelijke oude trams die hier rond reden. Ik besloot maar om in zo’n oude tram te stappen zonder duidelijk doel waar heen. Uit eindelijk bereikte ik het eindpunt, een beetje een obscure buurt. Ook niet echt mooi en nam dus de zelfde tram weer terug richting het centrum alwaar ik uitstapte bij het operagebouw. Al snel kwamen er ronselaars voor klassieke concerten op me af gekleed als Mozart zelf om mij te overtuigen naar het concert te gaan met een leuke aanbieding. Ik bedankte en werd 30 meter verder weer aangesproken voor exact het zelfde, alleen was zijn concert unieker. Ik bedankte en ging verder. Hij had wel beet bij een ouder Amerikaans echtpaar en weet niet of zij nou echt een klassiek concert kon bezoeken.
De middag bracht ik door in de Volksgarten en de Rathauspark. Het was eigenlijk te warm om in de zon te lopen over grote pleinen en smalle straatjes. Ik besloot na de rust in de schaduw in het park, welk heerlijk rustig was, weinig mensen en de mensen die er waren lieten geen troep achter en waren niet luidruchtig, een restaurant op te zoeken voor een avondmaal en een bier. Natuurlijk at ik die avond schnitzel. Na bijna twee weken reizen was ik best moe. Veel warme nachten in hostels gehad en ik liep op inmiddels versleten wandelschoenen rond. Ik besloot om vroeg terug te keren naar het hotel. Nog twee nachten dan was ik thuis.
De trein verliet het dichtbebouwde noorden van Italië richting de Alpen. Ik had plaats genomen in een Oostenrijks rijtuig en had een coupé voor mij alleen. Opvallen genoeg diende ik weer bij te betalen met mijn interrail, dit keer zeven euro. Ik keek naar de bergen waar de toppen van verdwenen in de wolken. Ik ging naar het toilet en toen ik terug kwam zat er een Arabisch sprekend gezin in mijn coupé. Ik had geen probleem met ze zolang ik maar op mijn plaats kon zitten en dat kon. Gelukkig vertrokken ze na tien minuten omdat ze ergens anders een plaats hebben gevonden.
In Innsbruck was het weer aangenaam weer en ik nam de tram naar mijn hostel welk buiten de stand lag tegen de A12 aan. Op mijn kamer ontmoette ik een Australiër die vol lof over Europa sprak, de diversiteit, het trein en openbaar vervoer netwerk en de moeite die werd genomen om klassieke muziek ten horen te brengen op pleinen en in parken. Maar er was een keerzijde, de oprukkende islam. Hadden wij ook discussies over boerka’s, halal assortimenten en hun steeds groter wordende stem om bikini’s en andere onthullende vrouwenkleding te verbieden. Die zijn er zeker en ik vertelde hem dat er hele wijken in Amsterdam, Brussel en Parijs geïslamiseerd waren en dat we ze als multiculturele wijken beschouwden. Hij treurde over de toekomst van het prachtige Europa en ik besloot de peilen hoe het er in Australië voorstond en inderdaad de discussie over vrouwenkleding was er ook en er werd zelfs geëist dat sommige stranden in Sydney bikini vrij moesten worden omdat ze niet tegen ontblote benen en navels konden. Ik was benieuwd waar deze migranten vandaan kwamen. Australië heeft natuurlijk een aantrekkingskracht in de regio en ongetwijfeld trekken veel Indonesiërs er heen en dat bleek hij ook te bevestigen al vroeg ik mij af hoe het zou gaan met de generaties Afghanen die al in Australië aanwezig zijn. Deze vraag verbaasde hem want het was voor hem nieuw. Maar ergens wist hij wel dat er vroeger Afghanen kamelenkaravanen door de outback waar alter de beroemde trein welk Adelaide met Darwin verbindt.
De volgende dag ging ik eens treinen spotten aan de Brennerpas wat geen uitgebreide beschrijving verdient behalve dat ik dit heb leren kennen met de NVBS Jongerenreis naar Oostenrijk. En nu kon ik het eens op mijn eigen gemak doen zonder elle lange discussies over nummertjes en treinhobbyistenlatijn. Eigenlijk is het gewoon naar een aantal stations gaan je statief opzetten en als een trein komt de camera aan doen om te filmen en met je fotocamera een fotootje maken. Zodoende begon ik eerst in Martrei am Brenner, een klein stationnetje in het dorp Martrei. In tegenstelling tot de zaterdag met de NVBS Jongeren was het iets drukker qua goederenverkeer. Om de zoveel tijd verscheen er een goederentrein voor de camera. Martrei am Brenner kent een lange historie met betrekking tot goederenvervoer. Voordat de Brennerspoorlijn in 1867 werd geopend had Martrei al een langere staat van dienst met doorstroom van goederen. Al vanaf de late bronstijd was de omgeving van Martrei een verkeersknooppunt. Dankzij archeologische vondsten van de Hallstattcultuur is dit gebleken.
Na Martrei am Brenner nam ik de trein naar Gries am Brenner. Wederom weer een klein station waar ik afgelopen winter was met de NVBS Jongeren. Dit keer bleef ik niet op het station en liep ik richting Italië. Een paar honderd meter ten zuiden van het station boog de spoorlijn af en in het grasland er naast vond ik een plaats om wat video’s en foto’s te maken van de treinen van en naar Italië. Ik was gedwongen om er zeker een uur te blijven omdat dit station slechts eens per uur bedient wordt. Eigenlijk had ik het vrij snel bekeken en besloot ik twee uur later door te reizen naar Brenner-Brennero alwaar het ook rustig was met goederentreinen. Vanuit de rangeer bewegingen leek het er niet op dat de eerder gespotte goederentreinen snel zouden vertrekken met Italiaanse locomotieven en dus besloot ik maar om de rommel op het station te fotograferen voordat ik de trein terug richting Innsbruck zou nemen.
Venetië stond al langer op mijn lijstje om eens te bekijken, ik wist van te voren al dat dit een ontzettend ongelukkige ervaring kon gaan worden en de volgende bestemming op mijn Interrail en dus stapte ik de Frecciarossa in richting Venetië. Dat ik voor mijn Interrail een reservering/toeslag nodig had was mij onbekend en kon ik twintig euro betalen aan de conducteur. Aan het loket zou het me tien euro gekost hebben, geen idee hoe ik dit niet kon weten. Twee en een half uur duurde de treinrit van Milaan naar Venetië en Noord-Italië is eigenlijk een ontzettend saai gebied welk volgebouwd is met schuren en magazijnen. Na dat en éénjarige de vijf minuten lang het lege waterflesje van zijn moeder naar mij gooide greep zijn moeder op zijn Italiaans in en was het janken. Ik weet niet wat irritanter was.
Op tijd kwamen we aan in Venetië en reed de trein langzaam over de imposante Ponte della Libertà die Venetië verbind met het vaste land. Het station wijkt qua architectuur ontzettend af met de rest van de gebouwen in de directe omgeving, eigenlijk is het gewoon een misdaad om zo’n bouwwerk in Venetië neer te zetten maar wel een leuke misdaad. Ik kan het wel waarderen. Het stationsplein van Venetië is een chaos met haastende en verdwaalde toeristen. Ik moest, aldus mijn route beschrijving, een boot vinden. Boot nummer zeven moest ik hebben en kocht van te voren mijn kaartje bij de kiosk op het station voor uiteraard veel te veel geld. Ik stapte in en voer over het kanaal voor het station af via de haven van Venetië en de Canale della Giudecca naar de S. Marco-San Zaccaria, de aanleg plaats voor de veerboten en daar begon het echte grote navigatie avontuur. Ik haalde het a4’tje met de route beschrijving naar het hostel tevoorschijn en begon het gepuzzel met de Google Maps omschrijving binnen een stad vol met doodlopende steegjes, pleintjes en afslagen die jij ziet als de steeg wat je moet hebben maar het niet blijkt te zijn.
Al snel ontdekte dat ik verdwaald was in een deel van Venetië zonder toeristen. Op een verlaten pleintje liep een oude Italiaanse man met een wandelstok. Ik sprak hem aan in mijn beste Italiaans en vroeg of hij wist waar mijn hostel was. Hij herkende de straat en wees met zijn wandel stok in de richting die ik op moest gaan en na ik hem bedankte vond ik het hostel binnen een paar minuten. Na het inchecken ging in Venetië verkennen en verbaasde mij over de drukte op het Piazza San Marco en de route naar de Ponte di Rialto. In polonaise liep ik langs deze toeristische attracties. Genieten van deze historische was onmogelijk. Wilde je stilstaan om een ornament te bewonderen dan werd je door de polonaise voorgedrukt, een snelle foto of blik was er niet bij. Massa toerisme leek me al ongemakkelijk maar dat het zo vreselijk was had ik niet verwacht. Gelukkig had ik maar één nacht in Venetië.
Gelukkig was de mensen massa in de achteraf straatjes een stuk minder, en soms zelfs nagenoeg nul, en kon ik eindelijk in alle rust me verdwalen in Venetië tot dat ik honger kreeg en op zoek ging naar een restaurant en al snel kom ik in wat drukkere gebieden. Op de drukkere pleinen ontdekte ik Afrikaanse schoenen en tassen verkopers die duidelijk zonder vergunning verkochten. Want wanneer ze een politieagent spotte pakten ze de hoeken van het kleed, waar hun waar op lag, en verdwenen ze in de mensenmassa. Restaurants zoeken was lastig, te hoge prijzen weerhielden mij er van om plaats te nemen op het terras. Prijzen van twintig euro voor een pizza was de norm op diverse pleinen aan de westkant van Venetië en prijsde me zelf gelukkig dat ik ergens een pizza van € 7,50. Ik nam plaats dronk bier van € 5,- euro en ontving even later een diepvries pizza die iets te lang in de oven had gelegen. En bestelde nog een biertje om mee te helpen om dit weg te spoelen.
Ik maakte nog een wandeling langs de oevers aan de westkant van Venetië en ervaarde daar de overlast van cruiseschepen die langs de stad voerden. Mijn voeten werden overspoeld door de boeggolven die over de kades heen stroomden. Verwonderend over dat dit zomaar kan in dit toch wel kwetsbare erfgoed. Ik wandelde door diverse stegen en bruggen terug naar mijn hostel om een douch te nemen na een zweterige wandeling door deze plakkerige stad. Eenmaal in het hostel nam ik een douch in de geïmproviseerde, niet dat het veel zin had want de douche was zo ontworpen dat het waterdamp niet weg kon en je zweet gelijk weer een ongeluk.
De volgende ochtend had ik de trein richting Innsbruck en dus besloot ik op tijd op te staan. Ik had nauwelijks geslapen door het warme benauwde weer en besloot toch maar eens een douch te nemen ondanks dat ik er niet droger van werd maar het zweet was dan wel weer vers. Ik wist inmiddels de weg naar de boot die me naar het station bracht en stapte op. Ik kon niet uitvinden waar ik een kaartje moest kopen maar werd zonder controle toegelaten tot de boot en kon zonder kaartje uitstappen bij het station van Venetië. Ik had nog een goede uur voordat mijn trein naar Innsbruck zou vertrekken en besloot bij de supermarkt iets van ontbijt en te drinken te kopen. Tijdens mijn ontbijt werd ik door een jonge Franse meid aangesproken die mij vroeg of ik wist hoe zij een treinkaartje kon kopen. Ik hielp haar met de kaartenautomaat en begreep niet helemaal waarom zij het niet begreep.
Ik wandelde naar het station van Chur om de trein te nemen richting Zurich. Daar zou ik voerstappen op de regionale trein over de Gotthardpas. Ongetwijfeld had ik een leukere route kunnen nemen richting Milaan maar omdat de Gotthard Basistunnel zijn einde naderde wilde ik nog eens de trein nemen over de Gotthardpas, en eigenlijk niet alleen dat. Ik wilde ook een aantal video’s en foto’s maken. Dus besloot ik mijn reis te onderbreken in Faldo. Het eerste station aan de Italiaanse kant van de Gotthardpas.
Na twee uur treinspotten ontmoete ik een man uit Zurich. Hij reisde regelmatig af naar de Gotthardpas om te wandelen en treinen te spotten. Hij ergerde zich aan mensen uit Noord-Duitsland die Zwitserland een onaangenaam land vinden omdat je niet ver kan kijken, laten we eerlijk zijn je kijkt vaak tegen een berg aan in Zwitserland. Maar een Zwitser kon tenminste ver kijken als hij de top van een berg bereikte, aldus de man uit Zurich. Laten we eerlijk zijn, een Noord-Duitser hoeft er alleen maar een dijk voor op te lopen. Dat deze man zijn trein miste maakte hem niets uit. Hij ging lekker een biertje drinken en zijn vrouw wijsmaken dat er een trein uitviel, want dat gebeurt regelmatig op de Gotthardpas en is dus geloof waardig. Toen hij een biertje dronk stapte ik in de trein richting Bellinzona. Daar stapte ik over op de EuroCity richting Milaan.
Ik kwam in de late middag aan in Milaan, op het imposante station Milano Centrale. Om bij mijn hostel te komen diende ik een bus te nemen, nu ben ik vergeten welke buslijn maar dat maakt niet veel uit voor het verhaal. Omdat er veel werkzaamheden waren aan straten en bushaltes rondom het centraal station van Milaan kon ik de halte niet vinden, ik had ergens wel verwacht dat dit niet goed aangegeven zou zijn in Italië. Niemand kon het mij vertellen, de kiosk niet, de politieagenten niet en na een uur zoeken en een keer aangereden worden door een vliegtuig in de vestibule van Milano Centrale, wees gerust het was een lawaaierig stuk plastic in de vorm van een Boeing 747, vond ik een jonge Italiaanse man die Engels sprak en mij kon vertellen hoe ik het hostel kon bereiken en met zijn aanwijzingen nam ik de metro richting het hostel. Waar ik uit moet stappen ben ik bij opschrijven vergeten. Maar bij de tramhalte waar ik de tram diende te nemen werd ik geholpen door een Italiaanse musicus die verdacht veel op mijn wiskundeleraar leek op de middelbare school. Welk grappig genoeg een liefde voor Italië hadt en Italiaans sprak. Hij woonde twee straten verwijdert van het hostel waar ik in ging checken en vond het geen probleem om mij daar op de stoep af te leveren, ondanks dat het hem extra tijd koste.
De avond ervoor had ik niet betaalt voor de tram, dat vond de Italiaanse musicus niet nodig. Er was immers nooit een controle. Ik vond geen verkoop automaat bij de halte of iets in de tram en besloot ik maar zwart rijdend richting het centrum te gaan. Mijn eerste stop was het Castello Sforzesco. In de parken aldaar werd ik al snel aangesproken door een Afrikaans man uit Ghana in een prachtig traditionele kleeddij. Hij vroeg waar ik vandaan kwam, hoelang ik bleef en of dit mijn eerste keer Milaan was. Drie vragen op een rij die je opscherp moet zetten voor oplichting, als je het herkent. Ik had hier nog geen ervaring mee en antwoorde zijn vragen waarna het al vrij persoonlijk was. Op de vraag of ik getrouwd was antwoorde ik negatief waarop snel kwam of ik een dame op het oog had. Ja, dat had ik. Ik koesterde amoureuze gevoelens voor een jonge vrouw destijds en voor ik het wist zat er een bandje om mijn arm en knipte hij de overtollige draadjes af met een nagelknipper die snel in zijn sierlijke mouw verdween. Het koste me slechts vijf euro en hij had terug van vijftig euro. Toen ik hem toch, voor zijn moeite, vijf euro betaalde zat er al een tweede bandje om mijn arm. Een bandje voor een goed huwelijk met haar end at zij mij veel gezonde kinderen zou geven. Deze was twintig euro en dat gin ik niet betalen, zelfs niet omdat het nu bleek om honger te stillen in West-Afrika. Ik liep weg en na slechts honderdmeter haakte hij al af met zijn protest.
Nadat ik Castello Sforzesco en de tuinen bekeken had wandelde ik naar het beroemde Duomo di Milano, de grootste kerk van Italië en één van de grootste Rooms-Katholieke kerken ter wereld. Het is de toeristische trekpleister van Milaan en is overdreven weelderig versierd voor en gotische kerk. Ik heb de kerk niet bezocht, had geen zin om in de lange rij te gaan wachten maar het viel mij wel op dat het plein voor de kerk wemelde van toeristen welk ten prooi vielen van de Afrikaanse collega’s van de man van zonet. Geniepig lopen ze naar een vrouw, die met haar minnaar de kerk stat te bewonderen, en zonder aankondiging pakken ze de pools van de vrouw die het verschrikt wegtrekt en wreed gestoord wordt in het proces van het genieten van bouwkunst. Het is een plaag in Milaan. Mijn resterende tijd in Milaan zou ik dit nog enige malen te zien krijgen. Na Duomo di Milano ging in naar het naast gelegen Galleria Vittorio Emanuele. Een winkel galerij waar iedereen komt om te kijken behalve Russische oligarchen met hun golddiggers, welk het al normaal vonden om, om half tien in de morgen aan de prosecco of aan en rooie wijn te nippen op een terrasje.
Milaan is niet heel boeiend, ik had het in een ochtend wel gezien. Natuurlijk had ik ook wat tijd ingecalculeerd om de nodige foto’s en video’s van treinen te gaan maken in Milaan en dus besloot ik om naar Milano Centrale te wandelen, het station waar ik gister avond aankwam en verdwaald raakte. Ik kwam niet alleen voor de treinen naar Milano Centrale, maar ook voor een internationale krant. Ik kreeg in de nacht van mijn moeder een SMS dat er een vliegtuig uit de lucht geschoten was boven Oekraïne. De Russen zouden het hebben gedaan en uit de spaarzame koppen van de internationale kranten kon ik slechts opmaken dat er een Russische vrachtwagen bij de plaats des onheils is gesignaleerd welk volgens de Italiaanse tabloids een Ural 4320 zou zijn, een standaard type militaire vrachtwagen in het voormalig Sowjet-Unie Omdat ik Milaan wel gezien had besloot ik maar om eens een middagje treinen te kijken en Milano Centrale was niet veel soeps en dus besloot ik om af te reizen naar Milano Rogoredo te gaan. Ondanks de omvang van het station bleek het een schot in de roos want ik spotte de Autoslaaptrein naar Nederland.
De volgende ochtend wandelde ik naar het station. Het hostel bood geen ontbijt opties en dus diende ik te doen met een duur broodje Goudse kaas bij de kiosk op het station van Chur. Ik had nog een goede vijftig minuten voordat mijn trein naar Landquart vertrok. Deze tijd besloot ik te benutten met het fotograferen van diverse treinen van de Rhätische Bahn. Na wat leuke foto’s en video’s genomen te hebben nam ik de trein naar Landquarrt. De smalspoortreinen van de Rhätische Bahn voelden een beetje duplo achtig aan. Het had iets hol en bonkig, ze hadden dan wel weer een hoog plafond met grote ramen zodat je optimaal kan genieten van het Alpen landschap. In Landquart stapte ik uit om een uur op dit station rond te brengen.
Na een uurtje treinen vastleggen nam ik de trein richting Klosters, ik wilde het rondje vanuit Chur maken via Klosters, Davos en Filisur. Omdat ik de trein naar Scuol had diende ik in Klosters voer te stappen. Tot die tijd was het genieten van het Zwitserse landschap. De trein kronkelde langs rivier in het dal. Mooie vergezichten zaten er niet in, maar de bergen in de nabijheid deed je ontzettend nietig voelen. Na Schiers begon het traject om hoog te gaan en sporadisch kreeg je een glimp van een prachtig uitzicht over het dal. Helaas was merendeel van de route gehuld achter een rij dennenbomen Grote delen van het traject zijn uitgevoerd in enkelspoor, wat het voordeel heeft dat er geen tegentrein het uitzicht kan verpesten. Omdat ik niet wist waar ik precies moest overstappen besloot ik in Klosters uit te stappen bij Klosters Dorf en niet bij Klosters Platz.
En dat bleek een vergissing. De trein naar Davos stopte niet in Klosters Dorf en sloeg deze gewoon leuk over. Ik had blijkbaar een vergissing gemaakt op mijn rondje Graubünden. Na het raadplegen van de informatie op het station ontdekte ik dat er geen trein was van Klosters Dorf naar Davos. Ik diende eerst richting Klosters Platz te reizen. Dus besloot ik te wachten op het station voor de volgende trein. Klosters Dorf gaf me voor het eerst een Zwitserland gevoel. De rust met het geluid van geloei en de bekende koebel en natuurlijk de geur van koeienmest en gemaaid gras. Dat er af en toe een trein stopte en hier bij de overweg blokkeerde wat geen irritatie opleverde bij automobilisten. Zwitserland is gewoon af en Nederland heeft nog een lange weg te gaan met de opgefokte automobilisten..
In Klosters Platz had ik een goede driekwartier overstaptijd op de trein naar Davos. Het vreemde is dat Klosters Dorf groter klinkt dan Klosters Platz maar toch bleek dit anders te zijn en dat verklaarde ook mijn overstap fout van zojuist. Wanneer de trein vertrok naar Davos werd ik getrakteerd op schitterend uitzicht over een dal, welk helaas zo nu en dan werd onderbroken door een rij naaldbomen. We bereikten Davos vrij snel en ik stapte uit samen met vermogende bejaarden. Deze bejaarden werden weggevoerd in een taxi of namen plaats in het stationsrestauratie. Ik besloot om Davos te verkennen maar had geen zin om in deze hitte Davos te verkennen, daarnaast had ik al een uur verspild en wil ook nog de lijn Chur – Arosa doen aan het begin van de avond. Ik nam maar plaats in het stationsrestauratie bij de bejaarden. Het viel mij op dat de vrouwen voornamelijk hun man aan het lijntje hielden door hem een biertje of een duurder broodje te nemen. Ik snap het ook wel want ik betaalde voor een flesje ijsthee en een soort van saucijzenboordje omgerekend 11 euro.
Voordat ik de trein naar Filisur nam, nam ik nog even een kijkje bij de toeristen informatiepunt. Ik ontdekte dat ik eigenlijk nog niet zo heel ver van Chur af was. Aan de andere kant van de bergen lag Arosa al. Des ondanks ben ik al een flink aantal uur onderweg, natuurlijk komt dit door de onderbrekingen onderweg en natuurlijk de ongelukkige geografie van Zwitserland. De Rhätische Bahn verkocht leuke souvenirs maar om 20 euro te betalen voor een USB stick van 8 GB van een locomotief ging mij wel wat te ver. De rit naar Filisur voerde langs een prachtig dal, en uiteraard werd het uitzicht zo nu en dan onderbroken door een rij naaldbomen. De spoorwegen van de Rhätische Bahn staan bekend om de spectaculaire viaducten, waar je niets van ziet als je in d trein zit. Ik nam het besluit om de volgende keer ik hier werk van ga maken. In Filisur diende ik voer te stappen naar de trein naar Chur. Ik besloot een rijtuig in te stappen en blijkbaar was dat niet de bedoeling volgens de conducteur, het was namelijk het fietsen- en skirijtuig. Ik moest in het rijtuig er naast instappen maar mocht wel door het fietsenrijtuig naar de andere rijtuigen lopen. Bij het uitrijden van Filisur zette ik mij schrap om een glimp van het Landwasserviaduct te aanschouwen. Vanuit Filisur naar Chur komt de trein na een tunnel direct uit op een viaduct over een ravijn. In tegens telling tot andere viaducten is dit ongetwijfeld een die wel de moeite is vanuit de trein want na de tunnel zag je een rivier in de diepte onder je.
De trein bleef stilstaan tussen de weilanden. Na verloop van tijd kwam er een slechte omroep dat de trein defect was en we een rijtuig er uit gingen rangeren even verder op. Natuurlijk was de omroep alleen in het Zwisters dialect, waardoor ik het zelf ook moeilijk kon verstaan. Tot overmaat van ramp zat mijn rijtuig vol met Amerikaanse toeristen die al helemaal geen woord Duits spraken en ik nog aan hun moest uitleggen wat er aan de hand was. Na twintig minuten wachten reed de trein stapvoets verder naar het eerst volgende station. Het was niet echt een station maar een mogelijkheid om goederenwagens te laden en te lossen. We moesten allemaal de trein uit en iedereen liep wat geërgerd en geïrriteerd tussen de sporen door. Het rijtuig werd uit de trein gerangeerd en op het zijspoor gezet. Tijdens het terug samenstellen van de trein begonnen de Amerikaanse bejaarden zich zorgen te maken of ze nog wel op tijd zouden arriveren voor het diner in het restaurant, en of de plaatsen nog beschikbaar zouden zijn als ze later zouden komen.
Door de verkeerde voerstap in Klosters en de defecte trein vond ik het niet meer de moeite om de trein naar Arosa te nemen. De zon was al aardig aan het wegzakken achter de bergen. Ik besloot om een wandelingetje door Chur te maken. Wat nog een aardig stadje was maar niet bijzonder. Mijn mag begon te klagen en ik besloot om op het terras naast het hostel een pizzaatje te eten en een biertje te drinken. Rustig was het niet want de Italiaans talige dienstplichtigen hadden iets te veel bier op.
Na een hectische periode waarin ik nipt door kon naar het tweede jaar van mijn studie, lang leve HBO waar je afhankelijk bent gemotiveerde medestudenten was het tijd voor het zomerreces. Tijdens dit zomerreces trok ik mijn stoute bergschoenen aan en ging alleen op reis, op basis van een Interrail Pass. Mijn idee was om Zwitserland te bezoeken aan de vele goede verhalen die ik er over had gehoord om via Noord-Italië naar Oostenrijk te reizen en een vriend in Praag te bezoeken. En dus stapte ik de ICE naar Bazel SBB in met een Interrail en een reservering. Ik had de hele reis gepland tot Praag. Ik had al wel eens eerder met de ICE gereisd, ook internationaal naar Duitsland. Ik heb het altijd een prima trein gevonden voor reizen tot twee uur, en daar blijft mijn standpunt bij. De zit naar Bazel was wel erg lang en na Frankfurt am Main begon ik me lichtelijk te irriteren aan de stoelen. Het comfort laat wat te wensen over voor een trein als de ICE. In Bazel had ik een overstap op de trein naar Zurich en kon ik gelukkig even mijn benen en rug buigen in de normale positie en mijn zitvlees rusten. Vanaf Bazel is het een uurtje naar Zurich.
In Zurich zocht ik mijn weg naar mijn hostel doormiddel van cryptische beschrijvingen van website en een matige beschrijving van Google Maps na de trein naar een buitenwijk van Zurich, ik moest uitstappen Zurich Wollishofen. Ik had altijd het idee dat iedereen in Zurich blij zou zijn met zijn uitzonderlijk goede positie. Maar onderweg naar het hostel kwam ik toch revolutionaire kunst tegen op een schutting. Ik checkte in bij het Zurich Youth Hostel en kreeg een kamer toegewezen waar een Amerikaanse hippie en een jonge dame uit Londen al bivakkeerde. Ze waren druk in discussie of een middag mediteren bij de McDonalds op Times Square asociaal was of een verbetering voor je leven. Toen ik binnenkwam kreeg ik de vraag of het kon, met één kopje thee de hele dag in de McDonalds te zitten. Aangezien het een groot kapitalistisch bedrijf is vind ik elke mogelijkheid om zo’n bedrijf te irriteren gerechtvaardigd.
Ik ging maar Zurich in. Op zoek naar eten, geen McDonalds, en de stad Zurich te leren kennen. Zurich is niet echt een spectaculaire stad. De architectuur is mooi, rustgevend en niet te wild. Misschien wat eentonig voor een toerist. Maar de ligging van Zurich sprak mij meer aan. Aan een meer war heerlijk gerecreëerd kon worden met de bergen op de achtergrond. Zwitserland was even wennen, waar je in Wit-Rusland of Roemenië gewoon voor weinig kan dineren betekend in Zwitserland dat je het slechts met een braadworst moet doen. Na een dure braadworst besloot ik naar het station van Zurich te gaan om de nodige nachttreinen te gaan bekijken en vastleggen. Het voelde raar om een aanstaande nacht alleen in het buitenland door te brengen. Ik had eigenlijk heel veel zin om de nacht niet in het hostel door te brengen maar in een nachttrein en bij voorkeur die naar Amsterdam. Nadat de nachttrein naar Amsterdam vertrok ging ik terug naar het hostel om te gaan slapen. Die nacht sliep ik slecht, op een één of andere manier bleef ik denken aan thuis en of ik dit goed had achtergelaten. Iets wat ik niet had in de voorgaande reizen.
Na een nacht piekeren over allerlei onzin thuis als in of ik vergeten was de badkamerlamp of het computerbeeldscherm uit had gezet, ging ik naar het ontbijt buffet. Ik ben zelf niet zo van een ontbijt maar als je er toch voor betaald hebt en je er gratis eten mee kan nemen in een duur land als Zwitserland dan maak ik er wel een uitzondering voor. Ik zou Zurich verlaten om naar Geneve te reizen. Ik had eigenlijk geen idee wat ik in Geneve moest doen maar wilde het gewoon bekijken. Ik nam de intercity van Zurich naar Geneve. Een prachtige rit langs meren en heuvels met wijnranken gleden langs mij voorbij met op de achtergrond de Alpen. Geneve had een vreselijk modern stationsgebouw en door de hitte zag ik niet meer dan die stad dan het station. Ik had mijn grote rugzak mee, zo’n een die mensen gebruiken voor een maand Australië. Omdat het dik in de dertig graden was en de kluisjes ontzettend duur zijn besloot ik op het station te blijven voor wat video beelden en foto’s van de diverse treinen. Een aantal lege bagagekarren aan het einde van het perron gaf mij een prima gelegenheid om mijn bagage te dumpen en te zitten. Volgens een aantal werknemers van de Zwitserse spoorwegen kon je er ook prima op slappen.
Na een goede middag treinspotten in Geneve vertrok ik weer richting Zurich. Niet om in Zurich te overnachten maar om door te reizen naar Chur. Geen idee hoe ik dit moest uitspreken en toen de conductrice kwam vroeg ik naar de overstapmogelijkheden in Zurich HB. De conductrice begreep mij niet omdat ik Chur op zijn Nederlands of Algemeen Beschaafd Duits uit probeer te spreken. Nadat ik het spelde gaf ze mij een korte les hoe ik Chur uitdiende te spreken. In Zurich had ik een ruime overstap op de trein richting Chur. De rit van Zurich naar Chur loop langs het meer van Zurich. Hier begonnen de bergen vorm te krijgen en door de breedte van het meer kreeg je vanuit de trein een mooi uitzicht op de rotswanden in de het avond licht.
In Chur aangekomen zocht ik de weg naar het hostel, welk in de binnenstad van Chur bevond. Ik diende de spoorlijn te volgen, welk over de straat was aangelegd als een soort van tram. Terwijl ik het spoor volgde hoopte ik dat ik nog de mogelijkheid had om er een trein te kunnen vastleggen, en die kans kreeg ik. Ik hoorde achter mij een trein de heuvel oprijden en was op tijd met de camera voor een video van. Het blijft een vreemde gewaarwording om een trein tussen het wegverkeer te zien. Ik kwam aan bij het hostel en de receptie was onbemand. Er hing geen telefoonnummer om mij te melden en de belknop werkte ook niet. Ik besloot om inlichtingen te gaan halen bij een restaurant naast het hostel. Ik bleek daar te moeten inchecken in verband met een vakantie van de eigenaar.
In de goede oude tijd toen vrienden groepen op afstand met elkaar communiceerde met MSN werd ik toegevoegd aan een groepsgesprek. Het doel was om een man of vier te mobiliseren mee te gaan met de NVBS Jongeren naar Oostenrijk. De NVBS is een organisatie voor trein en tram liefhebbers en aangezien dit voornamelijk een speciaal soort mens is is het fijn om goed gezelschap mee te hebben. Twee van de vier waren sjaak afhaak en kon ik mij melden in Utrecht om vervolgens met over gebleven persoon, laten we hem Haber Türk noemen, naar Venlo te reizen. De groep bestond uit voornamelijk jonge manen die lichterlijk zenuwachtig waren om op tijd een foto te maken van de EETC 1200 locomotief en op tijd in de trein in te stappen. Haber Türk en ik konden het niet laten om het lied Alpen Express in te zetten om deze groep nog gespannener te maken.
Desondanks waren ze wel op tijd in de trein. Wij deelde onze coupé met twee treinfanaten uit het oosten van het land. In het buitenland waren ze wel eens geweest maar nog niet met de nachttrein en daar waren ze wel wat zenuwachtig voor. Na wat biertjes gingen we maar eens naar het barrijtuig voor de verdere alcoholische versnaperingen. Voor velen waren grote hoeveelheden alcohol vreemd. Naarmate da avond vorderende begonnen ze steeds meer te zwalken en het schommelen van de trein over wissels maakte het overeind blijven er niet eenvoudiger op. Struikelend over niets of een prullenbak was gebruikelijk en dan moest de terugtocht naar het rijtuig nog plaatsvinden.
We arriveerden op tijd in Innsbruck en dienden voor ons eigen ontbijt te zorgen, wat natuurlijk geen probleem was. Toen we weer op het perron aankwamen waar we hadden afgesproken was de groep in eens weg, tot verbazing van ons en nog een handje vol anderen was de groep, zonder het te laten weten, verplaats naar een perron verderop en helemaal aan het eind. Daar stonden ze al klaar voor de CityNightLine uit Amsterdem, welk werd gereden met een Baureihe 103. De tweede klassieker op deze reis. Nadat deze trein afgerangeerd werd stapten we de stoptrein in voor onze eerste stop langs de Brenner Pass, Martrei am Brenner.
We konden kiezen, met de groep mee wandelen naar een spotlocatie langs de baan of ons vermaken op het station. Omdat Haber Türk en ik geen zin hadden om met hun naar een weiland te wandelen met deze groep bleven we op het station achter. Gedurende de tijd filmde en fotografeerde ik de nodige treinen die het station passeerden terwijl Haber Türk wat rond hing en voornamelijk bezich was met zijn verzamelhobby van spoorobjecten die losliggen. Vrij snel in het begin kwam de Werbeloc 1116 182 van de Oostenrijkse Spoorwegen langs, deze locomotief werft voor de Oostenrijkse commando’s ondanks dat de locomotief mat zwart is. Na verloop van tijd kwamen onze coupé genoten terug, ze hadden de bus genomen om niet de hele afstand terug te hoeven lopen en dat gaf hun de gelegenheid om een goederentrein vast te leggen op het station. En dat zou nog voor wat roering zorgen. Wanneer de grote groep aankwam wandelen vertrokken ze gelijk naar het einde van het perron om daar, met een beetje teleurstelling, nog wat treinen te kunnen fotograferen zonder succes.
De volgende stop was Gries am Brenner, het laatste station in Oostenrijk en hier ging de groep weer naar een plaats buiten het station. Haber Türk en ik hadden daar geen zin in en bleven op het station. Gries am Brenner had een kleine wachtruimte om mensen een beschutte locatie te bieden tegen de koude bergwind en sneeuw. De voorzieningen waren nog best goed ook, er was zelfs een gratis toilet aanwezig en deze zag er ook nog fris uit. Haber Türk was rondom het station aan het struinen en haalde ergens een oud bord vandaan welk verbood om over de sporen te lopen, deze zou bij hem wel mooi staan in de woonkamer en dus nam hij deze mee. Om het geloofwaardig te houden voor de, ongetwijfeld jaloerse blikken vanuit de groep, haalde hij vuilniszakken op in het drop. Althans hij deed zich voor als iemand die een vuilniszak nodig had en wonder boven wonder kreeg hij het ook voor elkaar. In de trein richting Brenner-Brennero kwamen de eerste verbaasde vragen naar boven hoe Haber Türk aan dit bord kwam. Zijn antwoordt was steeds dat het in de container lag en hij het mee kreeg van een klusjesman van de Oostenrijkse Spoorwegen. Ze geloofden het niet, maar hoe konden zij weten? Ze waren immers niet op het station.
Brenner-Brennero was voor menig deelnemer een eerste kennismaking met Italië en gelijk ook een gedenkwaardige. Het station Brenner-Brennero lag er slechtonderhouden bij. Ingegooide ramen, afbladderend verf en pleisterwerk, veel oude rommel op de perrons en slechte verlichting in de tunnels. Ik vond het een fascinerend station om rond te lopen en de Italiaanse spoorwegen hebben toch wel merkwaardige locomotieven rondrijden, rechthoekig en lomp. Haber Türk verzamelde niet alleen losse stations onderdelen maar ook veiligheidshestjes van spoorwegmaatschappijen. We struinden diverse kantoortjes af en af en toe bestonden ze uit een onfris onopgemaakt bed. Wie daar sliep was onduidelijk maar bij het kantoor van de Italiaanse Spoorwegen kon Haber TÜrk een veiligheiddshestje bemachtigen. Na een uurtje Brenner-Brennero was het tijd om terug te keren naar Innsbruck.
In Innsbruck dienden we zelf voor onze avondmaal te zorge en velen stapten de McDonalds binnen om met een zak voer op de trein te wachten, wat gewoon op het perron opeten werd om geen koude maaltijd te nuttigen. Haber Türk en ik haalden natuurlijk onze maaltijd bij en döner zaak en haalden wat bier op bij de supermarkt voor de terug rit. Voor de terugrit hadden we de zelfde coupé als de heenreis en op een één of andere manier waren onze coupé genoten vertrokken naar een eigen coupé, reden waarom is onbekend. Uiteraard werd er die avond weer genoten van alcohol in het barrijtuig, welk drukker was dan de avond ervoor en hierdoor was er minder ruimte om te struikelen zonder sociale problemen. Het was de laatste rit van het seizoen den de trein was gevuld met reizigers die terugkwamen van hun skivakantie. Het merendeel stond in een hoekje hun camera’s te bekijken en de foto’s die ze gemaakt hebben die dag. Naar mijns inzien was er niet veel verschil tussen de foto’s van de leden omdat ze vaak naast elkaar gaan staan en dus nagenoeg de zelfde belichting en compositie hebben. Maar de twee uit het oosten hadden wel de BLS goederentrein en die hadden de anderen niet en dat maakte mensen jaloers en sommige vonden het zelfs nuttig om de opmerking te maken dat hij er wel voor zorgde dat de vannacht de foto’s van hun verwijderd zouden worden zodat iedereen nagenoeg de zelfde foto reeks zou hebben zonder BLS.
Een jonge dame kwam op ons af en vroeg aan ons of wij wisten wat zij deden. Blijkbaar had ze door dat er een soort van communicatie tussen ons en die groep was. Wij legde deze, licht, beschonken dame dat het treinfappers zijn en Haber Türk kon prima uitleggen wat fappen inhield, tot hilariteit van haar vriend. Na dit uitgelegd te hebben begaf zij naar de groep en vroeg of ze treinfappers waren en wat daar zo leuk aan was. Deze ongemakkelijke situatie zorgde er voor dat een aantal maar vervroegd naar bed ging.
Eigenlijk zouden we deze dag op de trein naar Lhasa, Tibet, stappen. Ondanks dat de Chinese autoriteiten ons niet hadden geweigerd zijn we toch niet gegaan. De reden is dat wij naar Tibet wilde gaan voor de treinreis en dan met name het Tanggula Pass, de hoogste spoorwegpas ter wereld. Met een hoogte van 5072 meter, ter vergelijking de hoogste berg in Zwitserland is de Dafourspitze van 4634 meter en de hoogste spoorlijn van Zwitserland, de veel geprezen Jungfraujoch, ligt op slechts 3454 meter hoogte. Omdat de Chinese autoriteiten ons eerst naar Lhasa wilde alten vliegen en dan de trein terug te nemen, waardoor we in de nacht over de Tanggula Pass zouden reizen, vonden we dit niet de moeite en omdat Aeroflot de komende dagen volgeboekt was bleef de keuze om langer in Beijing te blijven over.
In deze overtijd besloten we om rustig aan diverse bezienswaardigheden en musea te bezoeken. We trapten af met het Chinese Spoorwegmuseum, welk achteraf geen treinen bleek te bevatten. Het museum is gevestigd het oude stationsgebouw aan de zuidkant van het Tiananmenplein. Het museum bestond uit objecten, oude uniformen, kaartjes, seinen en lampen werden aangevuld door modellen van diverse locomotieven en rijtuigen en foto’s van grote spectaculaire infrastructuur projecten. Elk halfuur was er een simulatie van de Chinese hogesnelheidstreinen. We namen plaats in treinstoelen en moesten wachten tot dat de simulatie ging beginnen. Een minuut voor “vertrektijd” verscheen er een vrouw in een spoorweguniform die plaatsnam op de voorste stoel. Ze bediende een aantal knoppen en hendels en op het scherm zagen we dingen gebeuren. We zagen de verlichting aangaan doormiddel van reflectie op de spoorstaven en toen het sein op groen ging loste ze de remmen en gaf ze tractie. We kregen kwartier lange projectie van wat een machinist zag voorin een Chinese hogesnelheidstrein. Tijdens het kijken begon ik op te merken dat ik gewoon keek naar Microsoft Train Simulator. Het laden van de landschap en het spoor in bogen herinnerde mij aan mijn jeugd toen ik met zware goederentreinen over de Marias Pass reed of voorstedelijke intercities in Tokyo.
Die middag besloten we om de Verboden Stad te bezoeken welk aan de andere kant van het Tiananmenplein. Terwijl we daar heen liepen werden we aangesproken door twee Duitsers welk we eerder hadden ontmoet in de trein van Moskou naar Irkoetsk. Na de ervaringen gedeeld te hebben vertelde mijn vader dat we over vier dagen terug zouden vliegen met Aereflot waarop de Duitsers het niet konden laten om “Was, wollen sie absturtzen?” te reageren, hun vlogen met Air Astana. In tegenstelling tot de andere paleizen met drie poorten mochten we wel door de middelste naar binnen mede mogelijk gemaakt door Mao Zedong, nu waren de buitenste poorten wel gesloten.
De Chinezen hadden de grote aantal verkoop van toegangskaarten goedgeregeld, we stonden amper in een wachtrij en hadden vrij snel de toegangskaarten en betraden de Verboden Stad. De Verboden Stad was de plaats waar uit China werd bestuurd ten tijden van de Ming en Qing Dynastie. Het complex aan gebouwen is nog verdeeld te zijn in een binnen complex waar de Keizer en zijn familie woont en een buitencomplex voor de hofhouding, De Verboden Stad herbergde ongeveer een duizend man rondom de Keizer, waarom het complex de Verboden Stad heet heb ik niet kunnen achterhalen maar het lijkt me logisch dat het gewone volk niet bij de Keizer mocht komen of andersom.
Van de drukte merkte we weinig in de diverse vertrekken en gebouwen van de Verboden Stad. Soms was er een kleine drukte voor een bepaald vertrek maar dat was meestal omdat veel Chinezen werden rondgeleid door het complex. De gebouwen en binnenplaatsen waar we door doolden zijn grotendeels gebouwd in de achttiende eeuw en hadden in de veelte verte weinig overeen met de paleizen in Europa. Geen grote zalen met tapijten, kroonluchters en fresco’s. Ik vond de gebouwen vrij open en dat er vrij veel in de buitenlucht tussen de diverse gebouwen en vleugels gelopen diende te worden. Beijing is geen tropische stad en was benieuwd naar het leven binnen dit complex in de winter, waar het gemakkelijk streng kon vriezen. Grote haarden verraden de noodzaak om goed te stoken en de grote gietijzeren ketels deden vermoeden dat men om kon gaan met een brandje of bliksiminslag in de zomer.
De dagen erna dwaalden we rond door Beijing en kwamen nog wel eens in de buurt van de Verboden Stad. Dat dit een plaats is waar veel toeristen zijn wisten de diverse “aardige” Chinezen ook. Deze personen hoeven natuurlijk geen moeilijke observatie te doen om argeloze toeristen te strikken voor een biertje en dus werden we aangesproken door een Chinees met een leuk brilletje en een ruitjes overhemd. Hij vroeg waar we vandaan kwamen. The Netherlands zegde hem niet zoveel, maar Holland deed hem herinneren aan Rotterdam en Eindhoven. Hij wilde meer weten over ons leven in Nederland en wilde graag een Heineken met ons gaan drinken met een vriend in en hotel lobby. We bedankten. Maar nog geen twintig meter verder stond de volgende. En dit was een schilder met een voorkeur voor Vermeer en Rembrandt en aangezien mijn vader een interesse heeft in schilderkunst stonden we binnen. Veel Hollandse meesters hingen er niet, het was hoofdzakelijk Chinese tekens met panda’s en bamboe maar een kleine versie van het meisje met de parel was met goed zoeken te vinden tussen deze souvenirs. Mijn vader liet zich verleiden tot de aanschaf van een aantal Chinese tekens en een panda, toevallig was het de oer katholieke naam van mijn moeder die blijkbaar toevallig in twee Chinese karakters te bevatten is, maar het was uniek want hij had het zelf geschilderd. Terwijl mijn vader dat tekeningetje afrekende kwam er een zelfde exemplaar aan het haakje te hangen, het waren geen tekeningen maar drukwerk voor eigenlijk niet zo heel veel geld want mijn vader had weer afgepingeld met succes.
Die avond bezochten we de Hemeltempel, een tempel voor plechtige rituele van de Ming Dynastie werden gehouden ter bevordering van een volgende oogst. Wederom moesten we weer een toegangskaartje kopen en door een poort gebouw lopen met drie poorten, waar de middelste poort dicht zat omdat deze voor God gereserveerd was. Het complex was wederom een ommuurde plein met een tempel in het midden en veel geglazuurde dakpannen welk prachtig reflecteerde in de avond zon. Door de hoge luchtvochtigheid en de smog was de stad Beijing in alle windstreken vaag waarneembaar in de verte buiten het grote pak waar de tempel het midden punt is. Het park rond de Hemeltempel is een heerlijk park om te wandelen, grote oude bomen zorgen voor schaduwrijke paden en deze paden zijn goed en toegankelijk aangelegd. In de avond, en ongetwijfeld overdag waren er nog genoeg stalletjes open voor een flesje water of een ijsje. Mijn vader wist me te vertellen dat dit park ook bekend staat om de zogenaamde watergraffiti. Mensen die met een kwast met water teksten schrijven op het trottoir. Ongetwijfeld dat hij dit gelezen had in de Lonely Planet.
Na de Hemeltempel besloten we bij een restaurant te informeren naar Peking Eend. We vonden een restaurant tussen de Hemeltempel en ons hotel. Dat Peking Eend niet zomaar en gerecht is werd ons vrij snel duidelijk. We kregen een tafel en nadat we Peking Eend hadden besteld kwam een kok met een karretje naar ons toe om een eend in stukken te snijden. De eend was al voorbereidt en na de slacht was er lucht geblazen tussen de huid en de vlees waardoor de huid lekker knapperig wordt bij het braden. We kregen lekker knapperige stukken huid met vlees en vet geserveerd welk we met wat sojasaus in een pannenkoekje dienden te rollen. De kok ging verder met de eend bereiden in de keuken en vroeg of we nog een soepje wilde van de bloed van de eens, een soepmens als mijn vader sloeg over en de soephater als ik ook. Het knapperige vel en het een de vlees smaakte uitmuntend goed en na verloop van tijd kwam de kok weer terug met de restanten van de eend om op te eten met diverse groenten en sojasaus. Na de eend gingen we met een voldane maag terug naar het hotel.
De volgende dag gingen we naar het nationaal militair museum van China. China heeft in een paar duizend jaar een grote militaire geschiedenis opgebouwd. Ik wilde dit bekijken en we namen de metro richting dit museum. We stapten uit de metro bij een halte te midden van grote statige ministeriële gebouwen, banken en bedrijven. Ik had niet het vermoeden dat hier ergens een militair museum gevestigd zou zijn. Maar na een anderhalve kilometer lopen bereikten we het militair museum, gezien de omgeving kan je mij wijs maken dat dit een onderdeel was van het ministerieel gebouw van het ministerie van defensie. De binnen expositie bleek gesloten te zijn wegens renovatie. Helaas konden we hierdoor niet naar de diverse wapens en harnassen kijken van de talrijke tijdperken van de Chinese geschiedenis. De buitenexpositie was open en we konden dit gratis bekijken op vertoon van onze paspoorten. De buiten expositie was voornamelijk wapentuig wat mobiel was. Raketten op lanceer installaties, tanks, vliegtuigen, helikopters en generaal wagens stonden tentoon gesteld op de parkeerplaats van het gebouw. Het ouder materieel leek zo uit de Sowjet-Unie te komen maar waren natuurlijk geproduceerd in China, lees gekopieerd.
Na twee uur militair museum namen we de metro terug naar de plein van de Hemelse Vrede om een bezoek te brengen aan de Nationaal Museum van China. Op de heenweg hadden we een retourkaartje gekocht op een OV-chipkaart per persoon. Ik had de hoop deze OV-chipkaart toe te kunnen voegen aan mijn collectie vervoersbewijzen maar helaas nam de metro van Beijing de OV-chipkaart in na gebruik van de twee ritten. In onze tocht naar het Chinees Nationaal Museum kochten we een fles gekoeld water. Waar ik met gemak een halve liter water op kan drinken heeft mijn vader er wat meer moeite mee. Na twee slokken stopte hij het flesje in de tas en daar kreeg hij spijt van. Bij de beveiliging van het museum diende mijn vader het flesje uit de tas te halen en te bewijzen dat het drinken was door het te drinken. Een slok nemen was niet genoeg, het flesje moest leeg.
Het Nationaal Museum van China bevat een grote collectie voorwerpen die van belang zijn voor de Chinese bewust zijn, net als het Rijksmuseum. Waar het Rijksmuseum zich voornamelijk richt op kunst heeft het Nationaal Museum van China een focus op de archeologische vondsten in China en deze mooi geëtaleerd per periode. Van grote vondsten als het Terracotta Leger hadden ze een paarstukken in de collectie, het merendeel staat natuurlijk in de plaats van vinding namelijk Xian. Het museum bevat tevens een grote collectie aan waaiers, munten en bankbiljetten en revolutionaire objecten en kunst. Helaas was de zaal voor de munten en bank biljetten gesloten, waarom weet ik niet. Maar als slechtziende is het bestuderen van een bankbiljet in een vitrine niet heel waardevol. De mooiste tentoonstelling is die over staatsgeschenken aan China. China heeft vele diplomatieke banden en het is een gewoonte dat er tijdens staatsbezoeken geschenken worden uit gewisseld. Bijzonder was dat Nederland een stuk zuiniger was dan Rusland op het gebeid van geschenken aan China, en Rusland had iets geschonken wat op Delfts Blauw leek.
In de resterende twee dagen, waarvan de laatste gehele dag in Beijing, besloot mijn vader maar eens de daad bij het woord te voegen om een paar gefrituurde insecten te nuttigen. Onderweg naar de markt kochten we een gekoeld flesje water, een wel heel erg gekold flesje water want de man verkocht het ons in bevroren toestand. Wat een geluk dat we nu niet door de beveiliging van het Nationaal Museum van China hoeven. Op de markt werden we herkend door de man die gebraden duifjes aanbood en maakte gelijk uitbundig duif geluiden. We liepen wat rond om naar de diverse etenswaren te kijken welk. Zeesterren, zeepaardjes, tarantula’s en schorpioenen die nog krioelden. Het was allemaal voorradig en klaar om voor je in het frituur gelegd te worden. Uiteraard hadden we twee standaarden. Het zouden geen bedreigde dieren zijn en ze zijn al dood. Mijn vader koos voor de veiligste optie en het leek op een kever of pissebed. Mijn vader vond het wel lekker in tegens telling tot mij. Ik vond het naar noten smaken en dat is één van de weinige dingen waar ik echt van walg.
Na de markt liepen we nog langs een warenhuis om geschenken voor thuis mee te nemen. We stuitte op glazenbollen welk van binnen uit beschilderd zijn met diverse Chinese thema’s als Pandaberen, tempels, de Chinese muur en Mao Zedong. Volgens mijn vader waren ze allemaal uniek en op een klein schermpje konden we zien hoe men met een klein kwastje de binnenkant beschilderde. Mijn vader schafte een aantal aan voor thuis en moest verderop betalen met zijn credit card. Dat ze uniek zijn allemaal uniek zijn bleek niet helemaal te kloppen want de gekochte exemplaren werden gelijk aangevuld met identiek de zelfde exemplaren.
De volgende dag werden we aan het eind van de ochtend opgehaald bij ons hotel. We hadden de zelfde chauffeur als bij aankomst in Beijing. Hij riep hard “airline” om te bepalen bij welke vertrekhal hij ons diende af te zetten. Aeroflot zei hem niet zoveel, ik kreeg zelfs de indruk dat hij het helemaal niet kende. Wat ik vreemd vindt voor een chauffeur wel veel toeristen oppikt en wegbrengt. Nadat hij een telefoontje pleegde reed hij zonder enkel probleem naar de vertrekhal van de luchthaven Beijing en dat koste hem nog wat moeite op de luchthaven. Ik blijf me verbazen waarom taxi chauffeurs denken dat achteruitrijden op een afslag een goed idee is als ze fout zitten. Want het duurde vier minuten voordat hij besefte dat het verkeer achter hem niet naar achteren kon toen hij verkeerd reed. Desondanks waren we ruim op tijd op de luchthaven om in te checken en tijdens het wachten op onze vlucht bleken vele vliegtuigen uit het westen vertraagd te zijn. KLM was niet op tijd net als Aeroflot. Ergens leek het me wel verleidelijk om rechtstreeks naar huis te vliegen met de KLM maar door de lange afstand leek mij Aeroflot beter omdat je je vlucht opbreekt in Moskou, uiteraard is Aeroflot ook vele malen goedkoper en dat is toch als Nederlander de belangrijkste motivatie om Aeroflot te kiezen boven de KLM.
De terug vlucht voelde raar, het voelde alsof je iets sloopt waar je lang aan hebt gebouwd. Onder de wolken zag ik de Gobi woestijn, de steppe en de uitgestrekte berkenbossen van Rusland. Eigenlijk verveelt dit snel op een hoogte van tien kilometer of meer. Ik zat er liever naar te kijken vanuit de trein. Deze reis heeft mij doen beseffen dat treinreizen zoveel meer voldoening geven dan er simpel weg met een vliegtuig er over heen te vliegen ondanks dat dat sneller is. Deze reis heeft mij een doelstelling opgelegd en dat is dat ik het vliegtuig afzweer voor minstens tien jaar, zelfs Aeroflot.