Het heeft even geduurd maar de foto’s en video’s van februari zijn ook weer gepubliceerd. Februari stond vooral in het teken van de sneeuw en de bij behorende problemen op het spoor. Op 7 februari werd Nederland wakker in een wit landschap en om de problemen nog groter te maken waaide het ook nog eens stevig door storm Darcy. Op zondag 7 februari was daarom et hele treinverkeer opgeschort en dit leverde een aantal mooie plaatjes op op het Centraal Station van Amsterdam.
Besneeuwde internationale trein naar Brussel
Rijtuigen van de Deutsche Bahn
Verlaten perrons
De rust en de wind gaven Amsterdam Centraal een surrealistisch gevoel
Op 9 februari kwam het treinverkeer langzaam op gang. Op deze dag reed de NS nog alleen Springers. Tijdens mijn thuiswerkpauze kon ik deze twee treinstellen van het type Sprinter Nieuwe Generatie fotograferen nabij de Amsterdamse wijk Geuzenveld.
Op zaterdag 13 februari werd er een paar uurtjes besteed in de Eempolder bij Soest. Vanuit Amsterdam dient er in Baarn overgestapt te worden, en omdat de overstap ontzettend ruim is was er tijd genoeg om het fraaie stationsgebouw van Baarn op de foto te zetten.
Het doel in de Eempolder was natuurlijk de trein naar Berlijn. Welk getrokken werd door een locomotief uit de 1700 serie. Natuurlijk kwamen de treinstellen van de NS ook aanbod.
Die middag reed een Vectron in de omloop van de Intercity Berlijn. Deze is niet gefotografeerd in de Eempolder maar op het Muiderpoort station van Amsterdam. Op het moment van plaatsen is deze locomotief voorzien van de nieuw NS huisstijl.
Poef, en daar stond je in eens in Moskou. De afgelopen 24 uur zou ik het liefst uit mijn geheugen wissen want ik ben in Leiden geweest, Meppel de nacht doorgebracht in een MacDonalds op, uhm, een luchthaven. Gelukkig dan weer wel in Duitsland maar echt verzachtend was het niet. Gelukkig waren we dan weer wel in Moskou. Buiten de luchthaven stond een wat dikker kalende man met onze naam op een bordje, de wondere wereld van een geregelde reis. Hij leidde ons naar zijn auto en bracht ons via de ring van Moskou en een ongelofelijke verkeerschaos naar ons hotel. Onderweg konden we genieten van menig oververhitte vrachtwagen op de vluchtstrook, bussen zonder panelen of verwijderde motorkappen en de grote welvaartsverschillen die Russen etaleren met hun auto keuze. We checkten in en gingen de namiddag spenderen in het centrum van Moskou. We kochten kaartjes bij het lokale metrostation, in tegenstelling tot Kiev en Minsk had Moskou geen muntjes maar chipkaarten. Na ongeveer een minuut of twintig arriveerden we in een majestueus metrostation en verlieten de ondergrondse om de hoek van het Rode Plein en al gauw hadden we die avond al de nodige monumenten bekeken van Moskou.
De volgende dag stond er een rondleiding op het programma en dienden we te wachten in de lobby van het hotel. Na een kwartiertje wachten arriveerde de gids die ons een ochtend mee door de stad nam. Onderweg naar de metro vroeg hij aan ons wat we wilden zien, gisteravond hadden we al de grootste bezienswaardigheden gezien en hij stelde voor om de metro van Moskou te gaan bekijken. Het eerste metrostation was Komsomolskaja een station gewijd aan grote gebeurtenissen uit de Russische geschiedenis, voornamelijk veldslagen en natuurlijk de Russische Revolutie. Komsomolskaja is niet alleen één van de fraaiste maar ook het drukste station. Gelegen onder drie treinstations komen hier per dag vele tienduizenden reizigers de metro benutten. De volgende station met een noemenswaardige decoratie was Ploesjad Revolutsji, een station geweid aan de vooruitgang in Rusland sinds de Russische Revolutie. Standbeelden van simpele boeren worden langzamer hand arbeiders, soldaten, wetenschappers en medici. Welk weliswaar in een gebukte houding waren afgebeeld, mede door de dragende boogconstructie van het station. Volgens de geruchten zou de architect hiermee impliceren dat iedereen die de handen uit de mouwen steekt voor de Sowjet-Unie en een gouden toekomst beloofd wordt uit naam van het communisme als nog gebukt gaat onder dit systeem welk in stand wordt gehouden door het Kremlin, waar het station naast ligt.
Na de metrostations was er nog wat tijd voor het centrum van Moskou, en dan met name waar het centrum van de macht zit. Hij vertelde wat voer het Rode Plein en met name de St Basiliuskathedraal. Nadat ik vroeg of het waar was dat Ivan de Vierde de ogen van Postnik Jakolev, de architect, had uitgestoken nadat hij erkende nog een mooier gebouw te kunnen. Moest hij wat ongemakkelijk lagen en ontkende dit verhaal, mede omdat Postnik Jakolev later nog andere gebouwen had gebouwd en dat zou moeilijk gaan als je blind bent. Via het GOEM en het Russisch Historisch Museum kwamen we aan bij een bronzenplaquette wat het middelpunt van Rusland bleek te zijn, althans alle afstanden van en naar Moskou werden op dit punt gebaseerd. Veel toeristen lieten zich er grag op fotograferen en al helemaal als je vergezeld kon worden door een Stalin acteur en een acteur die Lenin voorstelde alleen was Lenin iets te dik. De omgeving in deze hoek van het Rode Plein wordt Kitaj-Gorod genoemd, het eerste wat in mij opkwam was een Russische variant van China Town, helemaal zeker wist hij waar het vandaan kwam maar het had niets met China te maken maar met een oude middeleeuwse vestiging. Naast Kitaj-Gorod ligt het Bolsoj theater. War de buste van Karl Marx pontificaal voor het theater staat. Na een klein verhaaltje hier over begaven we ons naar Arbat, een beroemde straat in Moskou. Als je van het Bolsoj-theater naar Arbat loopt loop je langs het huis van Arseny Morozov, een villa in Moorse stijl gebouwd aan het eind van de negentiende eeuw. Het verhaal gaat dat na het voltooien van het huis de moeder van Arseny had gezegd dat nu niet alleen zij wist dat hij gek was maar heel Moskou, mede hierdoor werd het huis in de literatuur “het huis van de gek” genoemd en haalde daar de desbetreffende schrijvers voor aan. Nuttige aanvullende informatie voor mensen zonder interesse in literatuur. We liepen Arbat op en neer en kregen veel informatie over de geschiedenis en literaire passages van deze straat en begon me af te vragen wat het nut er van was. Mensen met interesse in Russische literatuur zouden dit weten en de gene die het niet weten er geen interesse in hebben. We namen afscheid in de Aleksander tuinen naast het Kremlin.
Die middag besloten we het Kremlin van Moskou te bezoeken. Kaartjes konden met weinig moeite bemachtigd worden in een stacaravan vlak bij de Troitskaja toren, welk ook de ingang was voor de toeristen. We namen de meest voordelige optie en gingen alleen voor het buiten terrein van het Kremlin. Bij de poort in de Troitskaja toren staan stond de erewacht zich hevig verzetten tegen de brandde zon en de aantrekkelijke jonge dames die met hun probeerde te flirten, al dus Russia Today. Het buiten terrein van het Kremlin lijkt vrij toegankelijk te zijn en dus besloot een Spaans stelletje de Troitskaja Ulitsa over te steken naar het Senatskaja Ploetsjad, ver zouden ze niet komen een wan toen ze halverwege de straat waren floot een agent hard genoeg op zijn fluitje om hun terug te dirigeren nar waar ze vandaan kwamen. Heel veel is er niet te zien op het buiten terrein van het Kremlin, er staan een paar belangrijke kerken en paleizen van waaruit Rusland wordt bestuurd, een soort van Haagse Binnenhof, alleen heeft het Kremlin zo her en der nog een monument wat aan vroegere tijden en rampen doet denken, nou ja, rampen? Eerder een klein beetje onhandigheid. De van de 201 ton zware Tsarenklok is een stuk van 11,5 ton afgebroken tijdens het blussen van de stellage om de klok heen, deze stond in de brand en door het temperatuur verschil is de Tsarenklok gebroken. Naast de Tsarenklok staat de Tsarenkanon, een onhandig groot ogend kanon welk, naar waarschijnlijkheid, is gebouwd om de Russische militaire macht te symboliseren eind 16e eeuw.
De volgende dag stond in het teken van Parka Pabedy, een park gewijd aan de overwinning op Napoleon in 1812 en het Derde Rijk in 1945. Het ide van het overwinningspark kwam boven in de zestigerjaren. We kwamen boven de grond aan de Kutuzovksie Boulevard, een achtbaansweg met op de middenberm een Triomf boog om Ruslands zegen voer Napoleon te eren, gebouwd in de negentiende eeuw was het niet, tijdens het tijdperk van Stalin was de oorspronkelijke boog verwijderd wegens de herinrichting van Moskou. Deze is van eind jaren zestig. Niet ver van deze Triomf boog ligt het park voor de overwinning en is van verre te herkennen aan de 141,8 meter hoge obelisk met boven op de beeltenis van de Griekse god voor overwinning Nike. Elke tien centimeter hoogte staat voor één dag van de Tweede Wereld oorlog in Rusland, beneden Sint Joris die de draak dode. In het overwinningspark zijn twee exposities ov de Groot Vaderlandse Oorlog. De binnen- en de buitenexpositie. Van wegen het lekkere weer en de beperkte tijd besloten we alleen naar de buiten expositie te gaan waar diverse tanks, vliegtuigen en ander wapentuig tentoongesteld staat uit de Tweede Wereld Oorlogen en latere periodes.
Na het overwinningspark besloten we richting het station te gaan waar we de volgende dag onze trein neer Irkoetsk vertrekt. We pakte de metro richting Komsomolskaja waar het Jaroslavstation om de hoek ligt, samen met het Leningrad- en Kazanstation. Het was nog niet heel makkelijk om de juistte uitgang van het ondergrondse knooppunt voor reizigers te vinden, maar met goedgeluk kwamen we aan de verkeerde kant van de straat uit en konden we aan de hand va onze positie het Jaroslav station bereiken. De reden om hier heen te gaan was om te kijken of we het konden vinden mocht onze chauffeur morgen niet komen opdagen. Omdat we nu toch op het Jaroslav station zijn konden we net zo goed de tijd gebruiken voor de nodige foto’s van treinen.
Sinds deze week zijn de Vectron locomotieven te zien op het spoor in de kleurstelling van de Nederlandse Spoorwegen (NS). NS heeft de twee locomotieven geleased bij het Oostenrijkse European Locomotive Leasing (ELL) van het type Vectron. Tot februari 2021 waren bede locomotieven te zien op het Nederlandse spoor in de zwarte ELL kleurstelling. Begin maart zijn beide locomotieven voorzien van de nieuwe NS-huisstijl welk ook terug te vinden is op de presentatie van de nieuwe VIRM treinstellen. Met het grote NS logo op de zijkant heeft het ontwerp iets weg van de oude 1300 locomotieven die de NS in dienst had tussen 1952 en 2000.
De bedoeling is dat beide locomotieven ingezet gaan worden voor de Nightjet van Amsterdam naar Oostenrijk. Beide locomotieven verzorgen de trekkracht van deze trein slechts tot Keulen West. Wanneer de locomotieven daadwerkelijk te zien zijn met de Nightjet rijtuigen is nog onzeker. Wegens de Covid-19 pandemie is de introductie van de Nightjet uitgesteld tot nader orde, NS houdt nog altijd voorjaar 2021 aan en geeft geen concrete startdatum weer.
Tot die tijd worden de locomotieven planmatig ingezet voor de internationale trein naar Berlijn. Zo doende kunnen de machinisten ervaring opdoen met deze locomotieven. Ondanks dat de locomotieven in Duitsland zijn toegelaten en kunnen rijden vindt er nog altijd een locomotief wissel plaats in Bad Bentheim.
Sandrvich en de Wosterhouter stapte de nachttrein naar Kiev
in, ik zwaaide ze uit en wachtte tot de trein vertrokken was. Nu was ik nog de
enige van ons in Minsk maar zou wel het eerst van ons terug zijn in Nederland.
Ik pakte de metro terug naar het hostel en haalde onderweg nog de nodige
voorraad voor de treinreis van morgen. Omdat in de trein een restauratie
ontbrak, naar mijn weten, kocht ik voornamelijk houdbare croissantjes, helaas
hadden ze alleen de karamel en aardbeienjam varianten in het schap. Deed er nog
wat bronwater, kvas, bier, Belo-Kola, chips, chocoladereep en een
paar appels in het mandje. Betaalde, waarschijnlijk voor het laatst, met deze
hyperinflatie valuta. Inmiddels waren er andere gasten gearriveerd in het
hostel. Via mijn kamergenoot, een diep gelovige Russische jongeman, ontmoete ik
de andere gasten, een brandweer commando uit Smolensk. We dronken cognac en ik
introduceerde ze met Belo-Kola, tot
grote hilariteit van de Russen. Blijkbaar hadden de Russen een kijk op
Wit-Rusland alsof het een achterlijk land is die maar wat doet.
Ruim op tijd was ik in de stationshal van Minsk Passazhirskij, de trein naar
Amsterdam stond niet aangekondigd op het centrale bord met vertrekkende
treinen, er stond wel een trein naar Praag op. Tijdens het wachten werd ik
aangesproken of ik Euro’s wilde wisselen voor Wit-Russische Roebels, een
methode dat vaak wordt toegepast om spaargeld veilig te stellen van de
hyperinflatie. Helaas voor hem verliet ik Wit-Rusland en kon ik hem niet aan
euro’s helpen. De trein naar Amsterdam was nog niet op de vertrekborden
verschenen en aan de hand van mijn vervoersbewijs en reservering kon ik niet
uitmaken of de trein naar Praag de rijtuigen naar Amsterdam met zich mee droeg.
In de hoop dat er personeel rond liep besloot ik een kijkje te nemen op het
perron waar de trein naar Praag zou gaan vertrekken. Tussen de (Wit-)Russische
gezinnen vond ik een medewerkster van de Wit-Russische Spoorwegen. Met mijn
beperkte Russisch vroeg ik of hier ook de trein naar Amsterdam vertrok. “Ja, die wagen nach
Amsterdam wird gekoppelt, sobald der Zug aus Moskau arriviert ist.“ Vertaalde
een man uit een Russische familie voor mij. Ik had het juiste perron gevonden,
nu was het wachten op de trein en legde mijn bagage neer. Na ongeveer een half
uur werd er omgeroepen dat de trein elk moment het station binnen kon rijden en
een kleine vijf minuten later red een imposant locomotief met rijtuigen in het
‘kleine’ West-Europese profiel het station binnnen. “Ihr wagen komt am spitze
des Zuges.” Riep die man mij toe. Ik pakte mijn spullen en liep richting de
locomotief, welk werd afgekoppeld. De locomotief was nog niet aan de horizon
verschenen toen er twee blauwe rijtuigen mijn kant werden opgedrukt, de
Wit-Russische rijtuigen naar Basel SBB en Amsterdam CS. De rijtuigen waren nog
niet aangekoppeld terwijl de eerste paspoorten en plaatsbewijzen werden
gecontroleerd. Ik haalde mijn plaatsbewijs en paspoort tevoorschijn en kon
instappen. Ik kreeg nog de coupé mee en ontdekte dat er al een moeder met
dochter in zich in de coupé hadden geïnstalleerd.
Ik sms’te mijn moeder met dat ik er aan
kwam en voer een uur of 30 aan zou komen bij hun thuis. Al snel kwam de vraag
of ik Russisch sprak, mijn antwoordt was ontkennend. Engels spraken zij niet
maar wel Duits. De moeder vroeg mij of haar dochtertje het bovenste bed kon
krijgen, welk ik geboekt had. Normaal vindt ik dat de fijnste plaats omdat het
iets knus heeft, je bij je handbagage kan (in het bagagerek) en je geen last
hebt van mensen die er ’s nachts uit gaan. Ik had geen moeite met de ruil en kwam
er achter dat ik daar maar al te blij mee was. Tot nu toe had ik nooit met echt
met (Wit-)Russen gereisd en was niet op de hoogte van dat zij voornamelijk
liggend door brachten. We waren Mink nog niet uit en de bedden waren al klaar
gemaakt. Gelukkig kon ik mijn bed deels als bank gebruiken en kon zo nog op een
West-Europese manier treinreizen. Voor
het eerst kon ik tijd nemen voor het boek wat ik meegebracht had, op de heenweg
naar Warschau had ik er al wat in kunnen lezen maar daarna zat er geen schot in
de zaak. Ik maakte grote progressie in Jurassic
Park van Michael Crichton. Terwijl de Wit-Russische
bossen voorbij schoten. Ondertussen had het meisje vriendjes en vriendinnetjes
gemaakt in de andere coupés en werd er op de gang druk gepraat over hun vakantie
in (Wit-)Rusland, deels kon ik deze gesprekken volgen omdat ze voor de helft in
het Duits werden gevoerd. Toen we Baranovichi uitreden besloot ik maar ens te
gaan kijken of er een restauratierijtuig in de trein zat. Met mijn weinige
Russisch vroeg ik waar het restauratierijtuig zat en de provodnitsja wees me
vriendelijk de richting. Het restauratierijtuig, eigenlijk een bistro, bevond
zich in het treindeel tot Brest. Achter een kleine kioskopening stond een
Russische dame koffie te zetten voor een Russische man. Zich fatsoenlijk
aangekleed had ze nog niet. De nachtjapon had nog geen plaats gemaakt voor het
uniform en de krulspelden zaten nog in het haar. Ik vroeg naar de menukaart en
bestelde een zalm sandwich en een bier, ik had immers toch niet veel te doen
die dag. De bestelling liep wat moeilijk en de Russische man bood aan om te
vertalen, hij sprak immers goed Duits en ging voor zaken naar Berlijn.
Wit-Russische Roebels werden niet geaccepteerd, wel Russische Roebels en
eventueel Euro’s. Ik kon in Euro’s betalen, welk ongetwijfeld door haar in
Roebels werden omgewisseld om haar spaartegoeden te beschermen tegen inflatie. Het
lullige was, ik kreeg een kleine zalm sandwich, welk wel oprecht lekker was, en
een halve liter blik bier. Dat blikbier stopte ik in mijn tas en begaf me
richting mijn rijtuig. Nog een uurtje lezen dan warenw e in Brest en zouden we
de grenscontrole krijgen waar een lieftallige grens beambte onze paspoorten
verzamelden. De controle op accijns goederen was minimaal . Terwijl mijn
paspoort de trein uitwas genomen zette de trein zich alweer in beweging,
aangezien niemand in paniek raakte zou het wel zo horen.
De trein werd een grote loods ingeduwd, nadat we stilstonden
werden we weer langszaam naar de uitgang getrokken. Althans zo leek het. De rijtuigen
werden gepositioneerd op diverse plaatsen alwaar er diverse arbeiders handelingen
verrichten onder aan het rijtuig. Na verloop van tijd werd het hele rijtuig,
inclusief passagiers, opgekrikt en kwam boven de draaistellen (wielen) te
hangen. Deze werden door arbeiders aan elkaar gekoppeld doormiddel van
kettingen om vervolgens onder de rijtuigen vandaan getrokken te worden. Omdat ik eens eerder bekritiseerd werd op dit
proces door treinliefhebbers meld ik er maar ook bij dat niet alleen de
draaistellen (wielen) werden vervangen. Ook de koppelingen tussen de rijtuigen
werden aangepast voor de verdere reis naar Amsterdam. In Rusland zijn
zogenaamde klauw-koppelingen in gebruik terwijl West-Europa de klassieke
kettingkoppelingen gebruikt. Een detail, maar het zou ongetwijfeld de moeite
zijn om eens een blog te wijden aan de andere spoorbreedte in Rusland enfin.
Nadat de koppelingenw aren aangepast en de rijtuigen nog altijd verheven waren
in de krikken werden de West-Europese draaistellen onder de rijtuigen door
gereden. Door een ingenieus systeem kwamen ze tot stilstand op de juiste
positie vervolgensliet men de rijtuigen voorzichtig zakken en werden de
draaistellen aan de rijtuigen bevestigd.
Nadat de rijtuigen op de draaistellen stonden werden we weer
één voor één naar achteren geduwd en werd de trein weer compleet gemaakt. Omdat
de rijtuigen verdeeld stonden over drie sporen nam dit proces de nodige tijd in
beslag. Nadat de trein compleet was
werden we naar het perron geduwd waar we werden opgewacht door de grensbeambten
en we kregen netjes onze paspoorten terug. Nadat de beambten het perron hadden
verlaten konden de reizigers vanuit Brest de trein bestijgen en werd er koers
gezet naar het Poolse grensdorp Terespol. Aldaar stond de trein een ruim uur in
de namiddag zon. Gek genoeg was de controle
minder streng en strikt als ik had verwacht voor Fort Europa. (Wit-)Russen
werden wel extra gecontroleerd maar met een EU paspoort waren ze snel klaar,
tevens ook geen vooroordelen over goedkope alcohol en tabak. Ik heb geen idee
of Terespol een opstap station was voor deze trein, niet dat er iemand nog bij
gekund had want de rijtuigen waren compleet volgeboekt en ik prijsde mij
gelukkig dat ik mijn plaatsbewijzen vooraf geregeld had bij Treinreiswinkel.
Om 17:18 arriveerden we in Warschau Oost, Warszawa Wschodnia, en Krasnapolsky
stond al op met perron te wachten. Ik pakte het portret van Loekasjenko welk ik
voor hem had aangeschaft en begaf me naar de deur de provodnitsja deelde nog mee hoelang de trein hier stond en Krasnapolsky
antwoorde dat het goed kwam. Om nou 3200 Wit-Russische roebels te betalen was
ook weer zo iets, en het bedrag in eurocenten is verwaarloosbaar. en daarom
besloot Krasnapolsky mij te trakteren op een koffie. Maar voordat we koffie
gingen halen attendeerde hij me er op dat er een goed gerecht geserveerd werd
in de Bar Wars (Restauratie uitbater bij de Poolse Spoorwegen). Omdat er geen
pinautomaten in het station te vinden waren leende hij me de nodige złoty’s. We haalden koffie en ontdekten dat de
treindelen al gesorteerd ware over de diverse treinen nar Europa en dus konden
we van perron wisselen. We dronken daar de koffie op, op is een groot word want
de koffie werd cadeau gedaan aan het ballastbed en de bekertjes netjes in de
vuilnisbak gedeponeerd. Ik maakte nog wat foto’s van de locomotieven alvorens
we afscheid namen in ik weer in het rijtuig stapte. Toen Warschau was ingeruild voor de Poolse
weilanden en akkers besloot ik maar om dat gerecht te proberen in de Bar Wars.
Het smaakte nog goed ook en was een combinatie van pasta en een schnitzel. Na
de maaltijd genuttigd te hebben dronk ik nog een bier terwijl de trein door
Polen voortbewoog. Het reizen in een restauratierijtuig is toch één van de
grootste genoegen in het leven. Lekker eten terwijl het landschap voorbij
glijd, het geluid en de geuren uit de keuken, de obers die heen en weer lopen
en vooral voor deze obers heb ik meer respect dan de obers in eens tenen
restaurant. Het blijft mij verwonderen hoe zij moeiteloos de gerechten en
dranken serveren in een wiebelende trein. Na de maaltijd en het biertje begaf
ik mij richting het rijtuig en bleef daar voor de rest van de rit. Kocht een
biertje bij de provodnitsja wat me 20.000 Wit-Russische roebel koste, ik
telde zorgvuldig de biljetten uit toen ze mij duidelijk maakte dat twee Euro
ook volstond en kon ze met mijn twee Euro weer 20.000 Wit-Russische roebel
veiligstellen voor inflatie.
Om 04:00 in de morgen werd er op de deur geklopt en de
dienstdoende provodnitsja kondigde aan
dat we vlak bij Hamm waren. Mijn coupé genoten stonden op, pakte hun bagage en
zeiden gedag. Ik had het idee dat in Hamm het hele rijtuig leeg liep gezien de
drukte op de gang. De trein ging verder nar Dortmund en via Wuppertal richting
Keulen. De trein komt rond 06:15 aan op het Hauptbahhof
van Keulen en het is altijd een genoegen om naar de wachtende forens te kijken
terwijl jij lekker in bed ligt en je nog een aantal keer kan omdraaien,
uiteraard herhaalde ik dit in Düsseldorf en Duisburg en gezien de tijd waren er
meerdere chagrijnige forensen op de perrons te bekennen. Ik bleef in bed liggen tot Breukelen en
negeerde de locomotief wissel in Emmerich en niet veel later werd ik uit mijn
slaap wakker geschud door een noodremming van de trein. Het Wit-Russische
rijtuig kwam tot stilstand op een overweg in Zevenaar. Het vermoeden kwam bij
mij op dat er een aanrijding met een persoon had plaatsgevonden. Verschillende
mensen liepen richting de voorkant van de trein mar informatie had de provodnitsja niet, gelukkig kon ik
iemand van de Deutsche Bahn aanspreken terwijl zij langs liep. Met een zucht
antwoorde ze dat we een hond hadden overreden. De zaak was dus danig niet ernstig en na een
uur of anderhalf konden we verder richting Arnhem. Ik zou pas bij Breukelen
door de provodnitsja worden opgemerkt
terwijl zij het rijtuig aan het stofzuigen was. Ze excuseerde zich en bracht
mij mijn vervoersbewijzen, plaatsbewijs hadden zij nodig voor de administratie
van de Wit-Russische Spoorwegen. Op Amsterdam Centraal namen we afscheid en
wachtte ik nog tot de trein het station had verlaten voordat ik mijn reis
richting Friesland vervolgde.
In de eerste maand van 2021 was er veel verscheidenheid op het spoor te zien en het begon al vrij vroeg in januari met een niet al te vrolijke rit.
De Karel Foundation verzorgt ritten waar de opbrengsten gaan naar het goede doel van het KWF. Op 2 januari verzorgde De Karel een rit van Tilburg naar Zandvoort aan Zee via Alphen aan de Rijn en Haarlem. De doel van deze rit was om de ongeneselijke zieke Christel een leuke dag te bezorgen met haar dierbaren. Deze dag werd besteed aan de Nederlandse kust en werd verzorgd door Stichting Ambulance Wens en de Karel Foundation.
Op 16 januari was er sneeuw en ijzel voorspeld, en wonderbaarlijk kwam het ook nog uit. Een reden om unieke plaatjes en beeld materiaal te maken op Amsterdam centraal. Besneeuwde perrons, vonkende stroomafnemers en sneeuwvlokken op daken en ramen zijn niet alledaags in de Nederlandse winters. Dit leverde zo nu en dan spectaculaire beelden op door vonken bij de stoomafnemer.
In het weekend van 23 en 24 januari werd er onderhoud gepleegd aan de Betuweroute en gewerkt aan het derde spoor in Duitsland, een gelegenheid om diverse bontgekleurde locomotieven van de goederenvervoerders vast te leggen. Al vrij snel passeerde de 193 623 van Rail Force One me. De locomotief die door velen wordt gewaardeerd op zijn stoere uiterlijk, een uiterlijk wat hier niet in de smaak valt.
De Zwitserse vervoerder BLS Cargo heeft haar locomotieven uitgerust met prachtige afbeeldingen van de Zwitserse Alpen, helaas zijn er mensen die dit niet mooi genoeg vinden en bereid zijn om er een extra kleur aan toe te voegen.
Voor de Europese verkiezingen van mei 2019 ruste DB Cargo diverse locomotieven uit in een speciale kleurstelling. Met deze kleurstelling wil DB Cargo benadrukken dat Europa één gemeenschap is. Hun Vectron locomotieven zijn een duidelijk voorbeeld van de Europese operatie van DB Cargo. Hun locomotieven passeren dagelijks diverse Europese grenzen. Deze trein benadrukt dit want deze, zogenaamde, Pushkow-shuttle is onderweg van het Belgische Antwerpen anar het Poolse Pushkow.
Op 31 januari bracht HSL Logistik een keteltrein over van Duitsland naar Rotterdam. De route liep via Bad Bentheim, Amersfoort en Breukelen. Hier staat de trein met de in rode kleur getooide 186 382. De teksten op de locomotief geven weer dat HSL Logistik een Europees opererende organisatie is en belang heeft bij een verenigd Europa.
Lange tijd heeft Railpromo de Dinertrain gereden door Nederland. De trein was te herkennen aan de frisse blauw/witte kleurstelling. Nu de ritten stilliggen worden de locomotieven verhuurd aan diverse goederenvervoerders. Hier staat de 101001 met de Coevordenshuttle te wachten in Amersfoort. Na de faillissement van Railpromo zijn de locomotieven eigendom van Train Charter Service en is op dit moment geleased door Bentheimer Eisenbahn.
Op 31 januari werd de nieuwe ICNG 3113 van de NS overgebracht vanuit Duitsland naar Watergraafsmeer in Amsterdam. Door wetgeving diende deze trein overgebracht worden door middel van een locomotief, een mooie klus voor Railexperts die met hun recent aangeschafte 9902 dit transport uitvoerde. De wagens die de ICNG omringen dienen als koppel- en remwagens.
We arriveerde op Baranovichi Polesskie, het tweede station van Baranovichi. We sloten wederom aan in de wachtrijen voor de loketten. De trein naar Minsk zou niet vanaf Polesskie vertrekken maar vanaf Centralnja. Ze kon ons geen kaartje verkopen wegens het systeem. We diende daar onze vervoersbewijzen te kopen. Met behulp van Krasnapolsky zijn smartphone vonden we de route naar Centralnja. Eerst liepen we de verkeerde kant op en ontdekten we een Spoorwegmuseum in Baranovichi. Toch moesten we terug eens taken het spoor voer doormiddel van een viaduct. Daar namen we een bus, met behulp van Krasnapolsky zijn smartphone, had dit succes? Nee. Want op het Leninplein over te stappen op een andere bus, maar welke was niet duidelijk. Na wat rondvragen kwam er geen bus in de buurt en diende we nog de nodige meters te lopen. Deze bus kwam zo en we besloten deze bus te nemen om niet onnodig tijd te verliezen. Desondanks hadden we geruime tijd om onze vervoersbewijzen naar Minsk. Van de lokettisten dienden we platzkart te reizen, dat was de enige manier om gezamenlijk te reizen naar Minsk.
Na een goede twee uur reizen arriveerden we in Minsk.
Krasnapolsky had vooraf een appartement geboekt voor twee nachten. Nadat
Krasnapolsky zijn plaatsbewijs voor de nachttrein voor morgen, en Sandrvich en
Wosterhouter de trein terug naar Kiev,had kunnen regelen begaven we ons naar de
metro om naar het appartement te reizen. Daar diende we de verhuurder op te
bellen en die zou ons de sleutels overhandigen en de transactie in ontvangst
nemen. We namen de metro richting het ploeshstsja Peramogi daar wachtte we bij
de meest logische uitgang op basis van het adres. Krasnapolsky belde het nummer
en niet veel later kwam er een wat dikke man gekleed in een zakkerig shirt, Adidas
slippers en gedecoreerd met een zonnebril en goudenketting. Hij sprak ons aan,
ook mede omdat we de enige met bagage waren die bij de uitgang stonden te
wachten. Goed, we volgde hem en hij
leidde ons richting het appartement. Een
appartement gelegen op de derde verdieping. Het trappenhuis was rommelig, stonk
naar kattenpis en overal elektriciteitsdraden. Het appartement dar in tegen was
een soort van aanschouwkamer, glimmen parket, uitgedachte verlichting en
meubilair met elegante bloemenpatronen. We handelde de transactie af en maakten ons
gereed om Minsk te gaan ontdekken. Onze eerste indrukken van Minsk waren goed
we wandelde over de hoofdstraat van Minsk vol met fraaie gebouwen uit de tijd
van de wederopbouw van de Sowjet-Unie, mocht ook wel want van Minsk was
nagenoeg niets meer over. We aten
varkensvlees en aardappels bij een restaurant en ronde nog een wandelrondje af
in het centrum “Dit gebouw niet fotograferen” merkte Sandrvich op en wees naar
het kantoor van de KGB, ja de veiligheidsdienst heet in Wit-Rusland nog altijd
KGB. We kochten bij een winkel wat bier en water voor de avond en liepen tegen
zonsondergang terug naar het appartement.
Krasnapolsky zou ons die avond al verlaten en omdat we het
appartement niet langer dan twee nachten wilde huren zochten we op internet een
hostel op. Niet ver van ons appartement vonden we een hostel en gingen die
ochtend polshoogte nemen bij het hostel om er te kunnen overnachten. ER was nog
eist met de registratie. Sandrvich wou dat alles klopte en informeerde of het
hostel de registratie kon vervullen. Hiervoor dienden we naar het lokale
politiebureau af te reizen in de buurt van de trekkerfabriek, om daar te komen
diende we de tram te nemen en uit te stappen bij de hoofdingang van de
trekkerfabriek. Met behulp van Krasnapolsky arriveerden we op het
politiebureau. Een vriendelijke grote
agent met imponerende per bracht ons naar de wachtruimte voor de migratie
dienst en haalde er iemand bij. Aan
inspecteur Invanovitsj dienden we uit te leggen dat we graag geregistreerd
wilde worden op het adres van het hostel.
Invanovitsj begreep het niet helemaal en gezien onze resterende tijd in
Wit-Rusland. Desondanks wilde we geregistreerd wilde worden, we diende een
formulier in te vullen en bij hem in te leveren. “Kom morgen om tien uur ’s ochtends
terug.” We ahdden nog een ruime middag voor ons en besloten om richting de
Nationale Bibliotheek te gaan. De bibliotheek bezoeken bleek niet te werken met
een Nederlands paspoort maar we konden wel naar het panorama terras op het dak.
Na een fenomenaal uitzicht voer Minsk dronken we een kop koffie in de skylounge van de bibliotheek, de reden
om dar koffie te drinken was omdat dat café ´Graf” hete en ongetwijfeld slechte
koffie zou serveren. Volgens het reisgenootschap bleek het nog redelijke koffie
te zijn. Na het bezoek aan de bibliotheek bezochten we nog de naastgelegen
flatwijk in Sowjet-stijl om een indruk te krijgen hoe die wijken er uit zin.
Vervolgens zijn we weer terug naar het centrum gereisd. Krasnapolsky had een
grote drang om een MacDonalds te bezoeken en op die manier bezochten we,
misschien wel, meest afgelegen MacDonalds van Europa.. De dichts bijziende
MacDonalds was, naar, Krasnaposlky’s inzicht in het Litouwse Vilnius. Gek
genoeg was het ook de drukste MacDonalds die ik heb gezien en verbaasde me
waarom al deze mensen zo graag MacDonalds wilde eten in plaats van de goede
traditionele Wit-Russische voedsel, ongetwijfeld speelt het imago en de prijs
mee. Na de MacDonald’s verkenden we het centrum van Minsk verder verkennen en
liepen een blokje door het gereconstrueerde centrum met zijn vele
gereconstrueerde kerken en het stadshuis van Minsk. We wandelde voer het praspiekt Niezaliežnasci en beozchten het GOEM. Het GOEM in Minsk is
rijkelijk gedecoreerd met marmeren zuilen. Brede trappen, mooie winkels en
kroonluchters waar dat kan, een groot contrast met die van Brest. Na verder gingen met Minsk verkennen stuite
we op het Paleis van Loekasjenko. Loekasjenko leeft in een grote residentie
tegenover het Paleis van de Republiek,
welk na geruchten met een tunnel verbonden is met het Presidentiele
Residentie. Toen we langs zijn voorgevel
wandelde vroeg ik mij af wat zo’n man met zo’n enorm gebouw moest. Zou hij, net
als Stalin, elke dag een andere slaapkamer hebben? Toen ontdekten we dat zijn buren een goed
uitziend restaurant was, een reden om er te gaan eten. We werden hoffelijk
ontvangen, mag ook wel in zo’n buurt, en werden naar een tafel geleid welk goed
gedekt was met spierwit tafellinnen, blinkende kristallen wijnglazen en
blinkend gepoetst tafel zilver. Na de menukaart bekeken te hebben hadden
Krasnapolsky en ik al een keuze gemakt, voor de prijs hoefde je het niet te
laten. Alleen dachten Sandrvich en Wosterhouter er anders voer en belanden we
bij de Planeta Pizza in het centrum
van Minsk. Na een bescheiden pizza hebben we Krasnapolsky op de nachttrein
richting Brest gezet, normaal een rit van een kleine vijf uur maar omdat e
trein omrijdt deed de trein er een uur of vijf over. Genoeg tijd voor
Krasnapolsky om een goede nachtrust te pakken.
De volgende dag checkten we uit, althans. We lieten de
sleutels in het appartement en trokken de deur dicht. We liepen gelijk naar het
hostel en checkte daar in voor de resterende tijd van ons. Na het politiebureau
gingen we de ingang van Wit-Russisch nationale trots bekijken, de legendarische
trekkerfabriek van Minsk. Waar de oude naam Minskij
Traktornij Zavod als afkorting nog op de gevel staat, staat de nieuwe naar Belarus er onder. Een oude en nieuwe
trekker sierde het plein voor de fabriek en lofbetuigingen uit de DDR en
Communistisch Hongarije stonden nog vier overeind. Na de trekkerfabriek bekeken
te hebben begaven we ons richting het gereconstrueerde historische centrum van
Minsk, negentiende-eeuws geïnspireerd als Pinsk.
We ontdekten de centrale boekenwinkelvan Minsk. Een schitterende boekenzaak met alleen maar Russischtalige
boeken. Van de grote werken van Tolstoj en Dostojewski tot aan fraai
gedecoreerde vulpennen en souvenirs. Het
portret van Loekasjenko hing ook achter de toonbank, na een kleine aarzeling
vroeg ik toch maar hoe duur dat potret
van de President kostte. 3200 Wit-Russische (32 euro cent). De Wosterhouter
was inmiddels de winkel uit gevlucht en de kassière haalde een portret van
achter op en en ik betaalde. Mijn voorstel was om eerst nar het hostel terug te
keren om het portret af te leveren.
Na dat het portret afwas geleverd zetten we koers naar het
beroemde komapovskij pynok, een
schildpad achtig gebouw vol met oude weegschalen, althans zo was het volgens de
reisgids. De oude weegschalen met wijzer en plaat hadden plaatsgemaakt voor een
modernere digitale. Desondanks was de
markt de moeite om te bezoeken en werd ik nog afgezet bij het kopen van een Turkentas, wat is afzetten als de man
iets extra’s voor zijn tas krijgt en ik er niet onder lijdt? De voornamste
reden van die tas was om het portret makkelijk mee te nemen naar Nederland.Op komapovskij pynok worden voornamelijk
voedingsproducten verkocht. Van vlees tot zuivel en van dag verse groente en
fruit tot zoetwater vis. Tegen de tijd dat we de markt hadden bekeken liep het
al tegen etenstijd, in het hostel informeerden we naar een goed betaalbaar restaurant
in de buurt. Er zat er eentje in een complex wat op een ijsberg leek, we diende
de tram te nemen en na vijf haltes. Met enige moeite kon je er een ijsberg in
zien, in Nederland zou er een toonkamer voor bedden of keukens in gehuisvest
zijn maar in Minsk zat er een restaurant in met traditionele Wit-Russische en
streek gerechten. We aten de noddige aardappelen, salade, varkensvlees en
spoelde het weg met bier in een plattelands atmosfeer van geborduurde
tafelkleedjes en oma’s servies.
De volgende ochtend brak alweer de laatste dag voor
Sandrvich en Wosterhouter aan in Minsk. Via Sandrvich had ik begrepen dat ik
nog een portret moest aanschaffen van Loekasjenko voor Krasnapolsky. Die
ochtend stond in het teken van het portret voor Krasnapolsky regelen en voor me
zelf kocht ik gelijk de poster met hem wapen van Wit-Rusland. Sandrvich deed
ook mee en haalde ook zo’n poster voor zich zelf en een klein portret voor
zichzelf. De Wosterhouter was dit eker voorbereid en had er iets minder moeite
mee omdat hij het aanzag komen. Voordat dit werd aangeschaft keken we nog even
rond in een warenhuis vol met traditionele kledij. Na de aanschaf van de nodige papierwerk
deponeerde we dit in het hostel en spendeerde Sandrvich en ik de middag op het
station terwijl de Wosterhouter een internetcafé opzocht. We zouden elkaar bij
de Golden Coffee op de centrale
boulevard weder zien. Die middag hadden we geluk. De Parijs – Moskou trein zou
komen en de Saratov – Berlijn trein. Voordat deze treinen kwamen waren er
genoeg binnenlandse treinen te spotten. We stonden te wachten voor het vertrek
van de trein naar Moskou, vanuit Parijs, toen we werden aangesproken om niet te
fotograferen op het station. Niet veel was er om handen want de beambte liep
verder, omdat filmen een duidelijke houding vergde voor langere tijd besloot ik
de trein niet op film vast te leggen. Toen we naar de Golden Coffee wild gaan kwam een jonge agent naar ons toe en vroeg naar
onze documenten en waarom we fotografeerde op het station. Dat we dit als hobby
deden kwam niet helemaal aan maar uiteindelijk liet hij ons gaan en konden we
de Wosterhouter ontmoeten in Golden
Coffee. We hadden Minsk eigenlijk wel gezien en vulde die middag met thee
en bier drinken, aten een stevige maaltijd in het restaurant waar we eerder
waren. Werden nog achterna gerend omdat we een rekenfout maakte en nog 1000
Wit-Russische roebel moesten betalen om die avond de Wosterhouter en Sandrvich
op de trein naar Kiev te zetten. We namen afscheid op het perron n grapten nog
wie het eerste thuis was van ons allen en gek genoeg was ik dat. Hun trein
verliet het station van Minsk en morgen die van mij.
Ons ontbijt kregen we geserveerd in de grote zaal, waar we
een tafel in het midden kregen. Zo te zien waren wij de enige en al snel werd
duidelijk dat het ontbijt al gedefinieerd was. Brood, kaas worst, yoghurt en
gebakken eieren. Omhult door
paaldanspalen verorberden we ons ontbijt en checkten uit. We namen de bus terug
naar het station waar we een klein uurtje hadden voor de trein naar Brest. Voor
het station stelde net iemand een Kvas tank
op en zodra die operationeel was haalde ik daar een vers glas kvas. Principieel kochten we de
treinkaartjes in de trein en na geruime tijd arriveerden we op het prachtig
gedecoreerde station van Brest. Ondertussen had de trein diverse collectieve
boerderijen, bossen, weides, akkers en moerassen gepasseerd.
Tijdens de treinreis hadden we al een hotel uitgezocht in
onze reisgids. HotelBug, vlakbij het station, goedkoop en
vooral de omschrijving was het overtuigend “…
with old Soviet service matching the ols-style Sowiet decor..”. Geen reden
om dit hotel over te slaan. Het was inderdaad op drie minuten lopen vanaf het
station, simpel de sporen oversteken met behulp van de daarvoor bestemde
spoorbrug. We stapte het hotel binnen in een oude Sowjetische stijl, niet de
grauwe rouwe beton wat we kennen uit de tijd perk van Chroetsjov, Brezjnev en
later, maar de op Barok geïnspireerde stijl uit de tijd van Stalin. Door een vriendelijke dame werden we beleefd
naar de receptie begeleid, welk zich in een kamer naast de lobby bevond. We boekten voor twee nachten maar sleutels
kregen we niet. We kregen een kaartje. Boven aan de trap zat een babushka welk ons de sleutels
overhandigde nadat we ons kaartje lieten zien. We liepen door een donkere gang
met krakend visgraad parket, welk verstopt zat onder een loper met Perzisch
motief, en vonden onze kamers halverwege de gang. De kamers bestonden uit twee tafels, twee
bedden, servies met een waterkoker, een eigen toilet en uitzicht op de
Leninstraat van Brest. Douches waren gemeenschappelijk en voornamelijk koud
water. Verder was er smaakvol behang,
mooie betimmering aan het plafond en bijpassende smaakvolle verlichting aan de
muren en een koperen lamp aan het plafond.
De rest van de middag gingen we Brest verkennen, maar eerst
onze sleutels inleveren bij de babushka.
Brest heeft een leuk centrum om te wandelen, de centrale winkelstraat is
uitgebreid voorzien van eetgelegenheden, terrassen en overwegend
negentiende-eeuwse gebouwen. Net als Pinsk was Brest de speelbl van menig rijk
in deze regio. Niet te min is Brest voornamelijk bekend van de Vrede van Brest-Litovsk welk in het fort
werd ondertekend. Aan het eind van het centrale wandelgebied ontdekten we een GUM, de Russische universele hoofdwinkel
welk in elke stad voorkomt (Niet alleen Moskou wat velen denken). Krasnapolsky
wild ons hier laten zien. Achter een toonbank, welk pennen en potloden
herbergde, hing een portret van Loekasjenko,
de President van Wit-Rusland, een portret welk wel aangeschaft zou worden als
er een prijskaartje bij hing, welk ontbrak. We namen verder een kijkje in de
universele hoofdwinkel welk van het type was van beton uit de latere tijd van
de Sowjet-Unie. De producten werden per productgroep verkocht, damesmode,
herenmode, muziekinstrumenten, schrijfwaar, gereedschap en drank hadden
allemaal hun eigen afdeling welk afgezet was door vitrines. Binnen deze
domeinen hadden de producten ook hun eigen verkopers en kassa’s. De avond begon
in te zetten en we spoede ons richting het wandelgebied voor om een restaurant
te bezoeken. Na een goede maaltijd van aardappelen, varkensvlees en bier
begaven we ons richting het fort van Brest.
Onderweg naar het fort liepen we langs een terrein met veel
oude locomotieven. We ontdekten dat dit het spoorwegmuseum van Brest was. We keken naar de openingstijden bij de ingang
toen er een bewaker aan kwam lopen. Veel konden we van hem niet begrijpen, maar
als we allemaal de toegangsprijs aan hem overhandigden liet hij ons binnen. Geen seconde werd
getwijfeld en we betaalde de man 48.000 Wit-Russische Roebel (4,80 euro).
Gedurende een uur hadden we het museum voor ons zelf en konden we op ons gemak
de locomotieven bekijken. Sommigen waren geopend om een gaf ons de mogelijkheid
om de locomotieven van binnen te bekijken. Na de locomotieven bekeken te hebben maakten
we nog een groepsfoto voor een monsterlijke sowjetische sneeuwschuiver en
melden we ons bij de bewaker die ons weer vrijliet uit het museum en we kondn
onze weg vervolgen naar het fort van Brest.
Het fort van Brest ligt op steenworp afstand van het
spoorwegmuseum. Als men het fort binnentreed loopt men door een grote ster in
een blokbeton, welk geplaatst is over oude muren van het fort. Door de goed gekozen verlichting en muziek (https://www.youtube.com/watch?v=DIBmrDUK_RU
– The Sacred War – Red Army Choir).; Voor dat we door de betonblok wandelde
wilde Sandrvich eerst een foto r mee maken met het 50 Wit-Russische Roebel
biljet (0,005 euro) mee maken, het biljet waar dit monument op afgebeeld was. Een lang pad leidde ons naar het centrale deel
van het fort, gedecoreerd door het lelijkste monument ter wereld volgens de
CNN. Na een rondje om het monument, de
vlam en de namen van de steden met een “helden” status ontdekten we dat je ook
een ronde kon lopen om het fort, echter werd er onduidelijkheid geschept of we
daar wel mochten komen met ons Wit-Russisch visum als dat daar fysiek de grens
met Polen liep. Het fort lag toch wel
een eind van ons hotel en het begon al langzaam donker te worden en in het
westen dreigde donkere wolken Wit-Rusland
binnen te dringen. Bussen reden nog wel, alleen niet in de frequentie
dat we er iets aan hadden. Dus liepen we richting het hotel onder het genot van
de krekels in het gras en d gerommel boven Polen. Ruim op tijd haalden we het hotel. We zaten
bij elkaar op de kamer toen de stortregen begon. Al snel stond de Leninstraat
blank en telden we in de omgeving telden we diverse blikseminslagen. Omdat we
nog een hele dag in Brest hadden en we een uitslaap ochtend konden gebruiken
zette we voor de volgende dag geen wekker.
In de loop van de nacht is de bui overgewaaid en hebben we
’s nachts niets meer gemerkt van regen en onweer, behalve dat het ’s ochtends
extreem plak weer werd. Na een koude douche leverde we de sleutels in bij de babushka en gingen we ontbijten op de
Leninstraat, Hotel Bug serveerde geen ontbijt, des ondanks zat er onder het
hotel toch een stalovaja welk in de
ochtend geopend was. We vulde ons dienblad met ontbijtproducten en nuttigde ons
ontbijt onder het genot van de koele droge airco. Eigenlijk hadden we die dag Brest wel gezien
en bleven we rondhangen rondom het centrum, uitgebreid de Leninstraat en –plein bekeken, bezochten
het GUM, dronken een biertje of twee
en na het eten bezochten we weer het fort van Brest. Brest heeft principe
genoeg te doen voor twee dagen, maar dan moet je wel van kerken houden en een uitstap
naar het grote natuurpark Biełaviežskaja Pušča was niet te doen
in een middag. Die avond zaten er
verscheidende mensen op een laptop bij het fort. Volgens Krasnapolsky waren dat
mensen die de Wit-Russische internetblokkade willen omzeilen door gebruik te
maken van het Poolse netwerk. Die avond
dronken we nog een biertje in het café van het Fort.
volgende dag checkten we uit en begaven we ons naar het station, waar we werden verwelkomd door de trein richting Amsterdam. In een majestueuze hal sloten we aan in de rijen voor de loketten. Krasnaapolsky zou het woord voeren als er iemand van ons voor een loket kwam te staan. Na een minuut of vijf wachten stond Sandrvich voor een loket en Krasnapolsky nam het woord over. Een directe trein naar Minsk vertrok pas aan het eind van de middag maar er was een snellere optie. De eerste volgende trein naar Baranovichi vertrok over drie kwartier. Daar hadden we iets meer dan een uur om naar een ander station te gaan om daar een trein naar Minsk te nemen. Na goed, we accepteren dit aanbod en door het systeem kon ze ons niet de vervoersbewijzen van Baranovichi naar Minsk overhandigen. De trein rit naar Baranovichi werd afgelegd in de trots van de Wit-Russische spoorwegen. De trein van Stadler, de zogenaamde FLIRT. Je merkte al dat het hele systeem van provodnitsja;s niet echt heel goed werken op West-Europese treinstellen, ze stonden verveeld bij de deuren van de trein wanneer de trein zich tussen de stations voortbewoog.
We stonden op tijd op om onze trein naar Gorynj te halen. Na
een snelle opfrisbeurt en het inpakken van de bagage konden we heel simpel
uitchecken en de overgebleven toiletrol inleveren. Ondanks de harde bedden waar
we de spiraalveren duidelijk konden voelen. We liepen de zelfde route terug
naar het station waar we nog een halfuurtje hadden voor onze trein naar Gorynj.
Krasnapolky kocht de treinkaartjes en Sandrvich en de Wosterhouter regelde
koffie en iets van ontbijt, wat net als in Tsjernivitsji niet meer was dan een
zak spritsen. De trein stond al geruime tijd klaar voor vertrek en op het
perron was het een drukte van belang met allemaal babushka’s gekleed in simpele kleding en rubberen laarzen sjouwend
met grote tassen vol met producten.
Naarmate de vertrektijd naderde nam de onrust onder de babushka’s toe. Alles moet in de trein
mee, en bij voorkeur zo dicht mogelijk bij de uitgang van de trein. Des ondanks
konden we nog een goede plaats vinden aan het begin van het rijtuig. Nadat de
trein het station en emplacement van Sarny achter zich had gelaten begonnen de babushka’s druk te discussiëren, tellen
en goederen te distribueren onder elkaar. Ondertussen hielden we onze bagage
goed in de gaten om te voorkomen dat er wat “smokkelwaar” tussen gestopt zou
worden. Bij de kaartjes controle bleek dat de drukte onder de babushka’s geen uitzondering was. De
conducteurs kenden velen bij naam en maakte zo her en der een klein praatje. De
trein voerde langs verscheidende dorpen en halteerde op kleine stations waar
weinigen in noch uitstapten. De trein vervolgde zijn weg door verdroogde
velden, verlaten kolchozen en bossen
die doorkruist werden door stoffige landwegen. Krasnapolsky hing uit het raam,
vertelde dat hij het altijd leuk vond om taferelen te fotograferen uit rijdende treinen, en deze trein bood hem
genoeg moois. Kleine trekkers met grote balen stro op karren, overbeladen ZIL
vrachtwagens met stro en natuurlijk het grensbord van Wit-Rusland. Zodra die
gepasseerd was kwam er reuring onder de babushka’s. Producten werden uit de
rekken gehaald en de eerste slofte al richting de der van de trein en niet veel
alter stond het balkon vol en voor de deur welk het balkon met de coupé
scheidde.
De trein was de brug over de Horin
nog niet over en de babushka’s
stonden al in de startblokken om de trein zo snel
mogelijk te verlaten. Toen de trein tot stilstand gekomen was, en de poort naar
het station was geopend, rende alle babushka’s
te gelijk naar het stations gebouw waar al snel een
drukte van jewelste werd voor de kleine ingang van het kleine gebouwtje. Ons
idee was om in de trein te wachten tot de grootste drukte voorbij was, daar
dacht het trein personeel anders voer en onder het toeziend oog van liepen we
met het treinpersoneel richting de poort naar het omheinde stationsplein. De
rij voor de grenscontrole was nog lang niet voorbij en gezamenlijk met het
treinpersoneel zochten we het schaarse schaduw op van een grote plantaan naast
het stationsgebouw. Na ongeveer een kwartiertje begon er schot in de zaak te
komen en slonk het aantal babushka’s.
Ondertussen waren de eerste babushka’s
al aan het handelen op het plein voor het station. Ondertussen werden we vriendelijk verzocht om
een migratieformuliertje in te vullen. De Wit-Russische grensbeambte was
ontzettend meewerkend alleen ontbrak het aan ons de kennis van het Russisch en
bij hem de ontbrekende kennis van het Engels. Hij ontdekte een fout in onze
zorgverzekering, deze zou niet in Wit-Rusland geldig zijn. Desondanks mochten
we door de grenscontrole maar het stationsgebouw niet uit. “Hoe moet men gebruik maken van die kluisjes?”
vroeg Sandrvich zich af wijzend naar kluisjes die men kon huren met muntjes. De
Wit-Russische Roebel was er alleen in de vorm van briefgeld. Niet dat deze raadsel opgelost ging worden.
Na enig wachten onder het toeziend oog van de grensbeambte kwam er een jonge
vrolijke dame aan in een simpele vrijetijd jurk en op slippers. Ze maakte een
gehaaste indruk maar arrangeerde wel een tijdelijke Wit-Russisch
zorgverzekering. Toen we de zorgverzekering hadden afgesloten marcheerde de
eerste babushka’s weer terug naar de
grenscontrole met hun opgebrachte winst en nieuwe inkopen.
We hadden nog ruim anderhalf uur voordat onze trein naar Luninets, aangezien we nu de stationshal mochten verlaten gingen we boodschappen halen bij de produkty aan de overkant van het stationsplein. Het vervelende was dat ik even het wordt voor water in het Russisch kwijt was en desondanks begreep ze wat ik bedoelde en verbeterde ze met een glimlach. Door de hyperinflatie van de Wit-Russische Roebel was het even wennen om met grote getallen kleine boodschappen taf te rekenen. Ondertussen kwam Krasnapolsky terug van de lokale belwinkel en had zijn Wit-Russische beltegoed weer aangevuld. We kochten de vervoersbewijzen naar Luninets, 45 kilometer treinen voor 20 eurocent. Op harde houten bankjes, bedekt met kunstleer, namen wij plaats. De trein vulde zich met groepjes mannen op leeftijd vergezeld met vishengels en overige vis uitrusting. De trein zette zich in beweging en voerde door een hoofdzakelijk moerassig landschap, waar de drogere gronden gevuld waren met berkenbomen of akkers. Veel activiteit was er niet langs de spoorlijn en deze 45 kilometer en weinig stations werden er gepasseerd. Helaas voor Krasnapolsky wie geld wou besparen door te hopen dat de controle na een volgend stations plaats zou vinden, Wit-Rusland kent veel kleine onbemande stations en is hier door genoodzaakt om vervoersbewijzen in de trein te verkopen. Alle mannen en visgerei stapten uit bij een klein stationnetje, gezien de gevel hete dit station Pripyat, een station vlak voor de brug over de Pripyat met, waarschijnlijk als voornaamste doel, vissers afleveren bij de Pripyat.Toen we de rivier overstaken realiseerde ik me dat stroomopwaarts onze eindbestemming van de dag lag, Hotel Pripyat, en stroom afwaarts bevondt zich Pripyat, de verlaten stad na het ongeval in de nabij gelegen kerncentrale. De Pripyat is geen indrukwekkende revier maar heeft desa niet te min een lengte 761 kilometer en stroom voornamelijk door Wit-Rusland en vormt één van de grootste moerassen van Europa.
In Luminets kochten we, uit interesse, geen vervolg
vervoersbewijs naar Pinsk. In het voormalig Sowjet-Unie is het normaal dat
vervoersbewijzen zonder voerstap worden verstreken. Wat inhoud dat je tijdens
je voerstap, welk riant kunnen zijn, een nieuw vervoersbewijs moet kopen. Door het vervoersbewijs niet in Luminets te
kopen maar in de trein bespaarden we ongeveer drie eurocent omdat na het eerste
station de controle kwam. De route van Luminets naar Pinsk voerde door emer
ontwikkeld gebied omdat dit parallel liep aan de rivieren de Pirpyat en Horyn
en hierdoor droger was dan de moerassen tussen deze twee rivieren. De landerijen waren droger en geschikt voor
landbouw. Over stoffige wegen reden trekkers en vrachtwagens met oogsten en
hooibalen. Na enige tijd bereikten we
Pinsk in de namiddag. Nu was het nog de taak om het hotel te vinden in deze metropool aan de Pripyat. Krasnapolsky had
een bus gevonden en we stapten niets vermoedend in deze bus welk ons de
verkeerde kant op bracht. Bij de volgende halte eruit en naar de voerkant van
de straat naar de volgende bushalte om de bus terug te nemen, welk wel de goede
zou zijn. Na vijf minuten bij een willekeurige bushalte in Pinsk te hebben
gewacht stapten we de volgende bus in, zonder kaartje. De chauffeurs deelde mee
dat er een conductrice mee reed en we daar een kaartje konden kopen. Bij een
bejaarde dame kochten we een kaartje terwijl de bus stopte voor een
spoorwegovergang in Pinsk, welk lang dicht bleef en zolang dat zelfs Wit-Russen
lichtelijk hun geduld begonnen te verliezen. Kwam er een lange trein aan? Nee,
een locomotief met een slakken gangetje welk ook weer terug kwam op een ander
spoor. Met behulp van Krasnapolsky’s GSM vonden we de
juiste bushalte om uit te stappen en de route naar Hotel Prypjat, dat hernoemd
was naar Hotel Andrej. We checkte in bij een receptie vol glimmend marmer en
strakke meubels in de lobby. Des al niet te min ware de gangen en de kamers
weer naar Sowjet voorbeeld. Parket, bloemetjes behang, minimalistische meubels,
troosteloze planten bij de lift en een gebeunde TV aansluiting van ductape. We
haden dan weer wel eigen sanitair op de kamers. We lieten d bagage achter en
gingen Pinsk verkennen.
Tsja Pinsk, een oude stad van
ongeveer 900 jaar. Groot geworden door de ligging aan de Pripyat en viel al
snel onder het regime van de Litouws gezag, later met behulp van Polen en Pinks
verkreeg een administratief belang en herbergde Rooms-Katholieke en Orthodoxe
kerken en kloosters. Uiteraard zou het niet lang duren voor dat Pinsk en
omliggende regio onderdeel zou worden van het Russische Rijk, welk met vel
vernieling en geweld de stad innamen. Nog geen halve eeuw later gebeurde dit
weer door de Zweedse koning Charles XII welks gezag snel plaats maakte voor het
Russische tot dat onze Franse vriend in 1812 langs kwam. Tot 1991 bleef Pinsk
onder Russisch, al dan niet Sowjetisch, gezag. In de Tweede Wereld Oorlog
verdween 90% van de Joodse bewoning naar de concentratiekampen. Is er nog iets
van het oude Pinsk over? Nee niet veel. Het centrum bestaat voornamelijk uit
een laat negentiende-eeuwse kopie.
Al snel rommelde onze magen en met behulp mypinsk.by vonden we een pizzeria niet ver van onze huidige locatie. De Pizzeria “Ciao Cacao” was gehuisvest in een groot bioscoopcomplex omgetrokken tijdens de Sowjet-Unie. De toch wel megalomane hal deed ons verbazen over de architectuur ten tijden van de Sowjet-Unie. De stilte in de hal werd ruw onderbroken door meiden in paniek die de bioscoopzaal uitrenden. Al snel werd de link gelegd met de recent uitgekomen CHernobyl Diaries, wat overigens een erg slechte film is. Het duurde niet lang voor we de pizzeria vonden. We namen plaats en kregen een Russisch talige menukaart. Mijn Cyrillisch was goed genoeg om te ontdekken dat de Ciao Cacao een pizza peperoni serveerde, alleen wel met mayonaise. Tijdens het verorberen van de pizza werden we door de serveersters uitgebreid bestudeerd en gefotografeerd. Tsja, Twee Holladers, een Belg en een Pool komen er ongetwijfeld niet heel vaak voor.
Na de pizzeria haalden we nog even de nodige producent voor de rest van de avond en de volgende dag, voor onze treinreis naar Brest. In de lokale supermarkt ontdekten we noemenswaardige prodcuten als Ifrykt (Vruchten sap met het logo van Apple) en Bela-Kola (Wit-Russische variant van Coca-Cola met dito huisstijl). Laten liggen konden we het niet. Na wat struinen door de reconstructie van het negentiende-eeuwse stadscentrum van Pink ontdekten we een klein café met eigen gemakt bier en kvass. Nadat iedereen niet overtuigd was van de kvass, behalve ik, liepen we naar het hotel terug om het Wit-Russische avondjournaal te bekijken. Dat Loekasjenko te zien zou zijn was duidelijk, dat hij te zien zou zijn terwijl hij zijn ministers terecht wees was een verrassing. Na dat het geraas over ging in het weer diende natuurlijk ook even de radio geïnspecteerd te worden. Een radio met één zender waarop die avond een koor van gepensioneerde arbeidsters optrad uit een fabriek in de regio.
We daalde de trappen af in de majestueuze stationshal van
Kiev Passazjiersky Vakzal. Een schoonmaker was bezig met het aanvegen van de
vloer en een verdwaalde jonge meid lag te slapen op de trap, een lijmsnuif
verslaafde volgens Krasnapolsky. Op het stationsplein waaide een koude wind en
alcoholisten en zwervers zochten warmte in de bushokjes. Krasnapolksy kocht nog
een cheeseburger bij en MacDonalds, welk goed voorbereid was om overvallen te
weren. Nadat hij de burger gekregen had en genuttigd liepen we verder naar het
Hostel waar Sandrvich en Wosterhouter al waren
gearriveerd. Na een klein halfuurtje wandelen door het nachtelijke Kiev
bereikten we het hostel,, althans de flat. Het duurde nog even voordat we het
daadwerkelijk gevonden had op het binnenplein tussen de flats.
De volgende ochtend werden we gewekt door een niet startende
Lada op het parkeervak onder onze raam. Krasnapolsky en ik hadden een korte
nacht gehad ondanks dat we relatief laat waren gewekt. Veel tijd in Kiev hadden
we niet, eind van de middag vertrok onze trein richting Sarny. We besloten de
tijd te doden in een koffiezaak (ja ik dronk toen nog koffie) om aansluitend
naar de Puzata Hata te gaan, een betaalbaar restaurant met
traditionele Oekraïense gerechten. Lang hoef je niet te wachten op je eten, het
eten wacht namelijk al op jou en je laad het zo op je dienblad en rekent af.
Net als bij de snellehapketens was het nog wel zoeken naar een vrij tafeltje,
ondanks de grote drukte was deze zo gevonden. Na het nuttigen van een kom borsht, en de nodige ardappels en
koolsalade, weggespeld met een groot glas gekoelde kwass gingen we al weer richting het hostel om onze bagage op te
halen en naar het station af te reizen voor de trein naar Sarny. Voordat we daadwerkelijk de trein konden
gebruiken dienden we nog de vervoersbewijzen aftehalen bij het loket, wat
makkelijker is gezegd dan gedaan. Voor de afhaal loketten stonden lange rijen
en toen Krasnapolsky een leeg loket proberde diende hij zich te legitimeren als
Oekraïense militair. Omdat het niet
duidelijk was welke rij sneller was besloten we ons op te splitsen over drie
rijden met een loopjongen om te peilen wie het eerst aan de beurt was. Waar de
rij van de Wosterhouter abrupt werd onderbroken door een naar beneden rollend
luik en dichtdraaiende luxaflex was het toch d eer aan de rij van Krasnapolsky,
wie het eerst het loket bereikte. Na een snelle overhandiging van het
reserveringsformulier kreeg Krasnapolsky de vervoersbewijzen overhandigt. Nog
even snel langs de kiosk voor wat flessen water, bier en chips voor onderweg.
“Welk trein nummer hadden we Krasnapolsk? ” Vroeg Sandrvich. Krasnaposlky gaf
antwoord en we volgeden Sandrvich naar het juiste perron. We overhandigde de provodnitsja de vervoersbewijzen en ze liet ons instappen.
Nadat de trein Kiev uitrolde kwam de provodnitsja de
vervoersbewijzen ophalen en inventariseerde wie een glas thee lustte. Zonder
aarzeling bestelde ik een zwarte thee en werd gevolgd door Krasnapolsky,
Sandrvich en Wosterhouter aarzelde even en besloten om toch ook maar zwarte
thee te bestellen. Nadat de glazen thee in metalen glazenhouders met de logo’s
van de Oekraïense spoorwegen op tafel gekomen waren bleek de aarzeling
overbodig te zijn. Thee in zulke glazen in de trein voor, omgerekend, 20
eurocent verdient geen aarzeling. Kiev
lag inmiddels achter ons en buiten de trein gleden de bomen en telefoonpalen
langs. Net als de thee waren het gespreksstof ook op, tijd voor de Wosterhouter
om naar boven te klimmen en de reisgids voor Wit-Rusland gade te slaan. Al snel
kwam er een schaterlach van boven. “Jongens, er heet een stad Pinsk! Het
schijnt er heel saai te zijn en ligt in de moerassen aan de over van de
Pripyat.” Nadat Krasnapolsky gevraagd had waar dat lag en we er per trein
konden komen werd er besloten om ons niet aan de voor afgekondigde reisschema
te gaan houden maar naar Pinsk Brest en Minsk te gaan in plaats van Vitebsk,
Gomel en Minsk. “Oh hahah,, er is een Hotel Pripyat wat een juweel van Sowjet
architectuur blijkt te zijn, zullen ze daar ook heel stijf en onvriendelijk
Sowjet personeel hebben?” Niet dat we veel keuze hadden om hotel Pripyat want
dat was et enige hotel welk vermeldstond in de reisgids. Na een paar uur rijden
stopte de trein in Korosten, een stop van zeker een kwartier. Tijd om de benen
te strekken en te kijken of er iets te eten te halen viel. Krasnapolsky slaagde
er niet in om pizaa’s te halen bij een stalletje op het perron. De rij was daar
voor te lang en al klaar gemaakte pizza’s waren uitverkocht, als ze er
überhaupt al waren.
Toen de trein Korosten achterliet zat ik te bladeren door
een Transaero inflightmagazine, gwoon de standaard ellende van een
infligtmagazine over reizen en een miljonairslifestyle maar dan wel na elk
artikel, van pak weg twee pagina’s, een pagina grote advertentie voor wodka,
Sowjet champagne of Armeense cognac. Niet veel alter kwamen onze buren even bij
ons buurten. “Where are you from?” “We are from the Netherlands.” “We are from
Ukraine, why you come here Ukraine is bad, you know Stalin, communism,
Chernobyl, poor people.” Nadat Wosterhouter uit had proberen te leggen waarom
we naar Oekraïne waren gekomen. Nadat zijn vriend er achter kwam dat we uit het
westen kwamen en mogelijk rijk waren maar ontdekte dat dat waarschijnlijk niet
zo ws omdat we in Oekraïne op vakantie waren merkte hij op “Ah, we don’t ahve to
kill you.” In zijn beste Engels feleerd uit actiefilms. Of zij hun
eindbestemming bereikten weten we niet, wat we wel weten is dat er in Sarny een
ontvangst comité klaarstond bij elke deur van het rijtuig. Dat zij afgevoerd
zouden worden naar het politiebureau van Sarny was duiddelijk.
Door een donker park liepen w richting het hotel dat Krasnapolsky geboekt had. Nadat we de hoofdstraat hadden bereikt moesten we uitkijken naar Hotel Sloetsj, niet dat we het direct vonden want we belanden voor een gesloten gereedschapswinkel welk ook Sloetsj hete. Toen we werden aangesproken door een jonge dame of ze ons kon helpen wijste ze resoluut naar het gebouw aan het begin van de straat aan de overkant. Toen we inmiddels de straat overgestoken waren hoorde we haar “Oh, those are my boys!.” Roepen. We checkten in bij een slecht belichte receptie welk bemand werden door twee dames op leeftijd. Bij het inchecken werden onze paspoorten uitvoerig bestudeerd, vermoedelijk om een beeld te krijgen van de exotische plaatsen van uitgiften en achternamen waar ze nog nooit van gehoord hebben. Het lezen van latijnse letters ging wat stroef want Haarlemmermeer kwam er moeilijk uit, nu wil ik niet gelijk hun afschieten want ongetwijfeld spreek ik een plaats als Hlushytsya vloeiend zou uitspreken. De dames stonden er op dat we met zijn allen op één kamer zouden slapen, we waren immers een gezelschap op reis, dus kregen we de laagste klasse van het hotel. Eén maal op onze kamer aangekomen stonden er vier bedden in een kamer verlicht door twee peertjes aan het plafond. Al snel waren de bedden verdeeld en wilden werd er een expeditie uitgezet om het collectieve sanitair te keuren. Geen toilet papier en geen warm water, althans de kraanknop ontbrak, voor de douche diende je de sleutel op te halen op het hangslot te openen. Wosterhouter ging maar uit voorzorg bij de receptie een rol toiletpapier halen. Gezien het gelach weten we genoeg over de improvisatie. Ondertussen verkende wij de eerste verdieping van dit hotel, wat bestond uit slechts een enkele gang welk niet verlicht was. Naast onze kamer en het sanitair zat de boekhouder en de lokale muziekklas ook op deze gang. Toen we ons opmaakte om te gaan slapen ontdekte Sandrvich dat er prostituees op weg waren naar de bovenste verdieping. Nadat ik een opmerking maakte dat het nog wel eens een gezellige avond zou worden attendeerde Krasnapolsky er op dat nog wel eens een dure avond kon gaan worden. Als er immers één was die op de kosten lette was hij het wel, hij ontdekte de route via Sarny naar Wit-Rusland omdat dat goedkoper was dan de directe trein vanuit Kiev.
“Oke, we hebben ongeveer vier uur in Ocnita, laten we in de
stad iets gaan eten.” Stelde Krasnapolsky voor. Toen we boven op de loopbrug
over de sporen stonden, moesten we even goed kijken waar we precies heen
moesten voor het standscentrum. We besloten de kant op te gaan waar het
grootste gebouw stond. Toen we honderd meter hadden gelopen vroeg een ouder
echtpaar aan ons waar we naar op zoek waren en al snel deelde ze ons mee dat we
de verkeerde kant op gingen. “We kunnen hun volgen, zij gaan naar het centrum.”
Zei Krasnapolsky en liepen we achter het echtpaar aan. De loopbrug over de
sporen was te veel moeite blijkbaar want al snel staken we de droge sloot voer
welk ons scheidde van het spoorwegemplacement en het station. We liepen langs
een paar opgestelde goederenwagens en vonden ruimte om tussen de goederenwagens
te passeren. De man keek goed naar links en rechts en onder eht toeziend oog
van de stationschef kruisten we de sporen en stapten het perron op, de
stationsschef hielp zelfs de echtgenote van het echt door haar een handje te
geven, aan de andere kant van het station herhaalde de procedure weer en kwamen
we in het centrum van Ocnita uit.
In Ocnita konden we geen restaurant vinden, hooguit een
terras waar we een cola en een kwas dronken. “Is dat echt lekker?” vroeg
Krasnapolsky me “Oh, dit is misschien wel lekkerder dan cola” was zijn reactie.
Een wat stevige man kwam naar ons tafeltje gestrompeld en brabbelde er eits
onverstaanbaars uit tot hij over zijn eigen voeten struikelde omdat hij in eens
haast hat om te vertrekken. Blijkbaar zag hij een voorbij rijdende politie
patrouille. Nadat we ons drinken op hadden gedronken gingen we richting het
station. “Laten we hopen dat er een restauratie in de trein zit.” Deelde
Krasnapolsky mee “anders kunnen we voor het eerst eten bij de nacht McDonalds
in Kiev. Op onze terug weg naar het station passeerden we een winkeltje. Hier
kochten we wat pinda’s chips en bronwater. Wisselgeld hadden ze niet en we
kregen een extra zak pinda’s met kipsmaak toegestopt. We besloten maar op de
loopbrug te nemen in plaats van het spoor om het station van Ocnita te
bereiken. In de wachtzaal namen we plaats en uit verveling namen we de
asielprocedure voor Moldavië door. “Hangen dit soort dingen ook op Nederlandse
stations?” vroeg ik Krasnapolsky. Blijkbaar zouden er in Nederlandse grensstations
ook informatie hangen om asiel aan te vragen in Nederland maar is dat mij nooit
opgevallen. Een oud zigeunervrouwtje kwam voor ons staan met een kartonnen
bord, met tekst in het Russisch. Toen we aangaven geen Russisch te begrijpen
draaide ze het bordje om en hiel haar hand op. We bedankten, chagrijnig ging ze
verder.
Ruim van te voren werd onze trein aangekondigd en reizigers
verzamelde zich al op het perron. De trein kwam met een grote vaart het station
binnen gereden en het eerst wat in mij opkwam was dat die niet voor eht einde
van het perron tot stilstand kwam. “Welk rijtuig hebben we?” “Rijtuig nummer
zestien!” en rijtuig nummer zestien zagen we met grote vaart langs zoeven. De
trein had zo’n lengte dat het niet op het perron paste en dienden we aan het
eind van het perron af te stappen. Verschillende reizigers waren al uit de
trein geklommen voor een sigaret. Lopen in de ballast van het spoor is nog niet
zo makkelijk, maar met een rugzak om is het een stuk beter te doen dan met een
rolkoffer. Achter ons hoorden we getoeter van een naderende trein, naarmate
deze trein naderde na hem getoeter toe. Iedereen schoot van het naast gelegen
spoor af. Blijkbaar passeerde er een goederentrein welk, zover ik snel kon
zien, benzine vervoerde. Niet dat iemand er erg in had want ondertussen werd er
vrolijk door gerookt. Terwijl de goederenwagens voorbij bleven komen
overhandigden we onze paspoorten en vervoersbewijzen aan de provodnik. Nadat alles in orde was
moesten we vanuit de ballast het rijtuig inklimmen. Toen we ozne coupé
bereikten rolde de laatste goederenwagen met benzine langs.
Toen de trein de Moldavisch-Oekraïense grens naderde
verscheen er iemand in de deur opening van de coupé. Hij wilde onze paspoorten
inspecteren en was opvallend snel klaar met de Poolse paspoort en de
Nederlandse werd uitvoerend bestudeerd. “Ik denk dat dat een stagiair was die
nu de kans had om een Nederlands paspoort te zien.” Was Krasnapolsky’s antwoord
wat vreemd was omdat ik de eerder ontmoette provodnik
bij het instappen. Even later kwam hij terug met migratieformulieren voor
Oekraïne, welk nieuw voor ons waren en we niet nodig hadden gezien onze eerdere
ervaring aan de Pools-Oekraïense grens. Na dat Krasnapolsky had verteld dat EU
burgers dat niet hoefde int e vullen stond hij er op dat we dat invulde, van
onze Russische coupé genoten konden we een pen lenen en een klein
nagelschaartje om de in- en uitreis gedeelte van elkaar te scheiden. Toen hij
zag dat we het formuliertje ingevuld hadden ging hij tevreden weg naar zijn
eigen coupé. Het Russisch stel liet ook wel merken dat ze hem een beetje een
vreemde man vonden. Toen de trein arriveerde op het station van Valcinet maakte
iedereen zich op voor de grens controle, welk in de trein plats vond. Na de
speurhond en de douane beambte met simpele vragen over alcohol en tabak kwam de
paspoort controle. Na een vraag wat we deden in Moldavië en waar we heen
reisden kregen we onze stempel. Na een klein uurtje vertrok de trein richting Oekraïne.
Na wat gekronkel door de voorstadswijken van Valcinet stak de trein over de
Dnjestr, de rivier welk Moldavië van Oekraïne scheidt. De trein werd door een
grote groep in olijfgroen gehulde mensen met Duitse herdershonden verwelkomd op
een afsluit baar perron. Aan de niet perronzijde werden de sporen gescheiden
door een groot hek. Toen de daadwerkelijke grensbeambten bij onze coupé waren
aanbeland kwam de provodnik er snel
aa en zei iets van “Hij heeft die formulieren nodig!” waarop de grensbeambten
hem vroeg welke formulieren hij van ons nodig had. De Provodnik wees naar het
formuliertje welk ik nog mijn hand had en overhandigde het de grensbeambten.
Hij bulderde van het lachen en attendeerde de provodnik erop dat EU burgers deze niet nodig hadden en verfrommelde
de formuliertjes, Russen hadden ze wel nodig en hij nam ze van onze Russische
medereizigers aan.
Nadat de grenscontrole achter de rug was en de trein al
een tijdje Mohyliv-Podilsky had verlaten begaven Krasnapolsy en ik ons naar het
restauratierijtuigen, welk een aantal rijtuigen verder gepositioneerd was dan
de onze. Onderweg passeerden we koddig gedecoreerde rijtuigen met tapijtjes,
gordijntjes en bloempotjes met plasticbloemen. Terwijl de trein door het
Oekraïense landschap voort kronkelde namen we plaats in het restauratie
rijtuigen. We bestelden ons eten en tot grote verbazing hadden ze het gewoon.
Normaal lees je in vlogs en reisverhalen over de Trans Siberische spoorweg dat
alles op de menu kaart er niet is, maar goed dit was dan niet de Trans Siberië
Express. We aten heerlijke aardappeltjes en vlees aangevuld met dille, een
salade en dronken een bier. Na de maaltijd genuttigd te hebben keerden we terug
naar ons rijtuig. Met grote genoegen hingen we uit het venster, kijkend naar
het voorbij komend landschap pratend over de recente ontwikkelingen in
Oost-Europa.
Russen hebben een neiging om hun tijd in de trein
slapend, maar voornamelijk liggend door te brengen. De Russen in onze coupé
hadden bij het vertrek in Chisinau al hun bedden opgemaakt. Gedurende de uren
met daglicht konden we op het voeteneind van hu bed plaats nemen, op de gang
staan of op onze bovenste bedden plaats nemen. Naarmate de nacht naderde werden
onze plaatsen voornamelijk onze. Slapen was voor ons niet echt een optie. Tegen
twee uur ’s nachts zouden we arriveren in Kiev dus besteden we de tijd met wat
knikkebollen en lezen. Een half uur voor de aankomst in Kiev wekte de provodnik ons, zijn collega had al de dienst voer
genomen. In Kiev verlieten we de trein.