Ik was nog geen twee weken thuis van mijn vorige Interrail en stond alweer op het perron in Amsterdam op de trein naar Berlijn te wachten. Vanuit mijn vorige reis vond ik dat ik genoeg ervaring had opgedaan om zonder aarzeling een tweede reis te maken en vond een ontzettend goed excuus om een tweede reis te maken. De nachttrein van Berlijn naar Malmö, via Sassnitz en Trelleborg. Nou ja, het zijn geen instap en uitstap stations.
Even na tien uur ’s avonds arriveerde er een klein treintje op de diep gelegen sporen van Berlin Hbf. Een locomotief met drie rijtuigen. We konden instappen en ik nam plaats op de plaats die ik had geboekt. We verlieten Berlijn onder het genot van een onweersbui in het oosten. Toen het onweer en de noordelijke buitenwijken van Berlijn verdwenen waren kwam de conducteur langs, een kleine dikke man met een klassieke politiesnor. Hij sprak alleen Duits en dat was een probleem in een trein met overwegend Zweden aan boord. Voor mijn coupé vertaalde ik zijn verhaal vanuit het Duits naar het Engels. We zouden rond 01:30 arriveren in de haven van Sassnitz, daar bleef de trein staan tot we aan boord van de boot konden gaan. We bleven in de trein en tijdens de overtocht dienden we de trein te verlaten. Om 06:30 werden we gewekt en konden we nog ons ochtend ritueel houden. Hij hoefde geen verdere hulp met het vertalen van zijn verhaal in de trein.
Ik werd wakker toen de trein tot stilstand kwam in de veerhaven van Sassnitz. Draaide mij om en sliep een paar uur verder door tot ik wakker werd om het toilet te bezoeken. Er stonden al auto’s en vrachtwagens te wachten op de parkeerplaats voordat ze de veerboot op konden, ik kon me de ongemakkelijke nachten in autostoelen goed voorstellen uit mijn jeugd en prees mezelf gelukkig dat ik straks weer gestrekt kon liggen. De deur stond open en een frisse zeelucht en het geluid van een krekel kwamen het rijtuig binnen. Slapen in een trein gaat eigenlijk beter als de trein rijdt, niet als de trein stilstaat. Het is een vreemd gegeven maar ik sliep in deze trein minder goed dan welke nachttrein hier voor. We werden op tijd gewekt voor om ons ochtend ritueel in te zetten. Nadat de auto’s geladen waren was het tijd dat de trein de boot op werd gedrukt en onder veel belangstelling rolde de rijtuigen de voorboot op en werden vast gezet in het ruim van het schip.
We diende de trein te verlaten via een klein smal perron en een aantal dekken naar boven te lopen om op het dek voor de reizigers te komen. Het is eigenlijk een gewone veerboot met alle faciliteiten die je er op verwacht, inclusief een te duur ontbijt. Een veerboot is eigenlijk saai. De zee is immers niets meer dan een saaie horizon waar niets gebeurt, het interessante vindt plaats onder je wat je niet kan zien. Ik snap mensen niet die het leuk vinden om op een boot op zee te zijn. Het verveelde snel en ik had nog en goede twee uur te gaan en kon pas een half uur voor aankomst terug naar de trein, maar dat bleek ander te liggen. Het treindek was gewoon geopend en al doende installeerde ik mij in de trein om verder te slapen. Ik was niet de enige met dit goede idee. Verderop hoorde ik iets Russisch. Ik pakte nog een uurtje slaap met het gedreun van de boeg die golven doorbrak in het donkere ruim van de veerboot. Ik werd gewekt door de omroep en de lampen die beneden aangingen en al snel kwamen de treinreizigers en vrachtwagenchauffeurs naar beneden.
Het uitladen van de boot duurde even. Eerst dienden de vrachtwagens het schip verlaten te hebben voordat de unimog de trein er uit kon halen. Langzaam rolde de rijtuigen, onder luidgebonk, de boot uit en werden opgesteld op een opstelspoor. Het duurde even voordat er een locomotief voorkwam en we de weg van Trelleborg nar Malmö vervolgede. Toen we vertrokken duurde het een half uur voordat we het Centraal Station van Malmö binnen liepen. Het station had ergens iets weg van een tropisch zwembad, waarom weet ik eigenlijk niet. Ik zocht de bus op die ik moest hebben om richting mijn hostel te komen. De bus vinden was nog het makkelijkste, de juiste halte was nog wat uitdagender. De Zweedse klanken waren mij nog onbekend en zodoende had ik niet door dat ik de juiste uitstap halte oversloeg. Ik stapte drie haltes te ver uit en nam de zelfde buslijn terug en hield het display goed in de gaten waar de naam in letters op stond.
Ik ging Malmö ontdekken met het gratis plattegrondje wat ik gekregen heb van het hostel. Ik had geen idee wat te doen en ben maar op goed geluk de stad in gelopen. Malmö is niet heel erg bijzonder, een oude stad met leuke oude gebouwen en architectuur maar niet uitgesproken. Toch kon ik mij de middag er goed vertoeven al zat er een uitgebreide lunch er niet in wegens de prijzen in de restaurants in Zweden, nu was de temperatuur ook aangenaam genoeg om met een simpel broodje in het park door te brengen.
Tegen etenstijd besloot ik richting het centraal station te gaan om een goedkope avond maaltijd te vinden. Op de vertrek borden zag ik de nachttrein naar Berlijn aangekondigd staan en besloot deze vast te leggen. Nadat de trein vertrokken was zocht ik een goedkope kebab op als avond eten en bleef even hangen op het station om een aantal treintjes vast te leggen en werd gecharmeerd door de X2000 van de Zweedse spoorwegen en kon niet wachten om deze trein uit te proberen.
Sandrvich en de Wosterhouter stapte de nachttrein naar Kiev
in, ik zwaaide ze uit en wachtte tot de trein vertrokken was. Nu was ik nog de
enige van ons in Minsk maar zou wel het eerst van ons terug zijn in Nederland.
Ik pakte de metro terug naar het hostel en haalde onderweg nog de nodige
voorraad voor de treinreis van morgen. Omdat in de trein een restauratie
ontbrak, naar mijn weten, kocht ik voornamelijk houdbare croissantjes, helaas
hadden ze alleen de karamel en aardbeienjam varianten in het schap. Deed er nog
wat bronwater, kvas, bier, Belo-Kola, chips, chocoladereep en een
paar appels in het mandje. Betaalde, waarschijnlijk voor het laatst, met deze
hyperinflatie valuta. Inmiddels waren er andere gasten gearriveerd in het
hostel. Via mijn kamergenoot, een diep gelovige Russische jongeman, ontmoete ik
de andere gasten, een brandweer commando uit Smolensk. We dronken cognac en ik
introduceerde ze met Belo-Kola, tot
grote hilariteit van de Russen. Blijkbaar hadden de Russen een kijk op
Wit-Rusland alsof het een achterlijk land is die maar wat doet.
Ruim op tijd was ik in de stationshal van Minsk Passazhirskij, de trein naar
Amsterdam stond niet aangekondigd op het centrale bord met vertrekkende
treinen, er stond wel een trein naar Praag op. Tijdens het wachten werd ik
aangesproken of ik Euro’s wilde wisselen voor Wit-Russische Roebels, een
methode dat vaak wordt toegepast om spaargeld veilig te stellen van de
hyperinflatie. Helaas voor hem verliet ik Wit-Rusland en kon ik hem niet aan
euro’s helpen. De trein naar Amsterdam was nog niet op de vertrekborden
verschenen en aan de hand van mijn vervoersbewijs en reservering kon ik niet
uitmaken of de trein naar Praag de rijtuigen naar Amsterdam met zich mee droeg.
In de hoop dat er personeel rond liep besloot ik een kijkje te nemen op het
perron waar de trein naar Praag zou gaan vertrekken. Tussen de (Wit-)Russische
gezinnen vond ik een medewerkster van de Wit-Russische Spoorwegen. Met mijn
beperkte Russisch vroeg ik of hier ook de trein naar Amsterdam vertrok. “Ja, die wagen nach
Amsterdam wird gekoppelt, sobald der Zug aus Moskau arriviert ist.“ Vertaalde
een man uit een Russische familie voor mij. Ik had het juiste perron gevonden,
nu was het wachten op de trein en legde mijn bagage neer. Na ongeveer een half
uur werd er omgeroepen dat de trein elk moment het station binnen kon rijden en
een kleine vijf minuten later red een imposant locomotief met rijtuigen in het
‘kleine’ West-Europese profiel het station binnnen. “Ihr wagen komt am spitze
des Zuges.” Riep die man mij toe. Ik pakte mijn spullen en liep richting de
locomotief, welk werd afgekoppeld. De locomotief was nog niet aan de horizon
verschenen toen er twee blauwe rijtuigen mijn kant werden opgedrukt, de
Wit-Russische rijtuigen naar Basel SBB en Amsterdam CS. De rijtuigen waren nog
niet aangekoppeld terwijl de eerste paspoorten en plaatsbewijzen werden
gecontroleerd. Ik haalde mijn plaatsbewijs en paspoort tevoorschijn en kon
instappen. Ik kreeg nog de coupé mee en ontdekte dat er al een moeder met
dochter in zich in de coupé hadden geïnstalleerd.
Ik sms’te mijn moeder met dat ik er aan
kwam en voer een uur of 30 aan zou komen bij hun thuis. Al snel kwam de vraag
of ik Russisch sprak, mijn antwoordt was ontkennend. Engels spraken zij niet
maar wel Duits. De moeder vroeg mij of haar dochtertje het bovenste bed kon
krijgen, welk ik geboekt had. Normaal vindt ik dat de fijnste plaats omdat het
iets knus heeft, je bij je handbagage kan (in het bagagerek) en je geen last
hebt van mensen die er ’s nachts uit gaan. Ik had geen moeite met de ruil en kwam
er achter dat ik daar maar al te blij mee was. Tot nu toe had ik nooit met echt
met (Wit-)Russen gereisd en was niet op de hoogte van dat zij voornamelijk
liggend door brachten. We waren Mink nog niet uit en de bedden waren al klaar
gemaakt. Gelukkig kon ik mijn bed deels als bank gebruiken en kon zo nog op een
West-Europese manier treinreizen. Voor
het eerst kon ik tijd nemen voor het boek wat ik meegebracht had, op de heenweg
naar Warschau had ik er al wat in kunnen lezen maar daarna zat er geen schot in
de zaak. Ik maakte grote progressie in Jurassic
Park van Michael Crichton. Terwijl de Wit-Russische
bossen voorbij schoten. Ondertussen had het meisje vriendjes en vriendinnetjes
gemaakt in de andere coupés en werd er op de gang druk gepraat over hun vakantie
in (Wit-)Rusland, deels kon ik deze gesprekken volgen omdat ze voor de helft in
het Duits werden gevoerd. Toen we Baranovichi uitreden besloot ik maar ens te
gaan kijken of er een restauratierijtuig in de trein zat. Met mijn weinige
Russisch vroeg ik waar het restauratierijtuig zat en de provodnitsja wees me
vriendelijk de richting. Het restauratierijtuig, eigenlijk een bistro, bevond
zich in het treindeel tot Brest. Achter een kleine kioskopening stond een
Russische dame koffie te zetten voor een Russische man. Zich fatsoenlijk
aangekleed had ze nog niet. De nachtjapon had nog geen plaats gemaakt voor het
uniform en de krulspelden zaten nog in het haar. Ik vroeg naar de menukaart en
bestelde een zalm sandwich en een bier, ik had immers toch niet veel te doen
die dag. De bestelling liep wat moeilijk en de Russische man bood aan om te
vertalen, hij sprak immers goed Duits en ging voor zaken naar Berlijn.
Wit-Russische Roebels werden niet geaccepteerd, wel Russische Roebels en
eventueel Euro’s. Ik kon in Euro’s betalen, welk ongetwijfeld door haar in
Roebels werden omgewisseld om haar spaartegoeden te beschermen tegen inflatie. Het
lullige was, ik kreeg een kleine zalm sandwich, welk wel oprecht lekker was, en
een halve liter blik bier. Dat blikbier stopte ik in mijn tas en begaf me
richting mijn rijtuig. Nog een uurtje lezen dan warenw e in Brest en zouden we
de grenscontrole krijgen waar een lieftallige grens beambte onze paspoorten
verzamelden. De controle op accijns goederen was minimaal . Terwijl mijn
paspoort de trein uitwas genomen zette de trein zich alweer in beweging,
aangezien niemand in paniek raakte zou het wel zo horen.
De trein werd een grote loods ingeduwd, nadat we stilstonden
werden we weer langszaam naar de uitgang getrokken. Althans zo leek het. De rijtuigen
werden gepositioneerd op diverse plaatsen alwaar er diverse arbeiders handelingen
verrichten onder aan het rijtuig. Na verloop van tijd werd het hele rijtuig,
inclusief passagiers, opgekrikt en kwam boven de draaistellen (wielen) te
hangen. Deze werden door arbeiders aan elkaar gekoppeld doormiddel van
kettingen om vervolgens onder de rijtuigen vandaan getrokken te worden. Omdat ik eens eerder bekritiseerd werd op dit
proces door treinliefhebbers meld ik er maar ook bij dat niet alleen de
draaistellen (wielen) werden vervangen. Ook de koppelingen tussen de rijtuigen
werden aangepast voor de verdere reis naar Amsterdam. In Rusland zijn
zogenaamde klauw-koppelingen in gebruik terwijl West-Europa de klassieke
kettingkoppelingen gebruikt. Een detail, maar het zou ongetwijfeld de moeite
zijn om eens een blog te wijden aan de andere spoorbreedte in Rusland enfin.
Nadat de koppelingenw aren aangepast en de rijtuigen nog altijd verheven waren
in de krikken werden de West-Europese draaistellen onder de rijtuigen door
gereden. Door een ingenieus systeem kwamen ze tot stilstand op de juiste
positie vervolgensliet men de rijtuigen voorzichtig zakken en werden de
draaistellen aan de rijtuigen bevestigd.
Nadat de rijtuigen op de draaistellen stonden werden we weer
één voor één naar achteren geduwd en werd de trein weer compleet gemaakt. Omdat
de rijtuigen verdeeld stonden over drie sporen nam dit proces de nodige tijd in
beslag. Nadat de trein compleet was
werden we naar het perron geduwd waar we werden opgewacht door de grensbeambten
en we kregen netjes onze paspoorten terug. Nadat de beambten het perron hadden
verlaten konden de reizigers vanuit Brest de trein bestijgen en werd er koers
gezet naar het Poolse grensdorp Terespol. Aldaar stond de trein een ruim uur in
de namiddag zon. Gek genoeg was de controle
minder streng en strikt als ik had verwacht voor Fort Europa. (Wit-)Russen
werden wel extra gecontroleerd maar met een EU paspoort waren ze snel klaar,
tevens ook geen vooroordelen over goedkope alcohol en tabak. Ik heb geen idee
of Terespol een opstap station was voor deze trein, niet dat er iemand nog bij
gekund had want de rijtuigen waren compleet volgeboekt en ik prijsde mij
gelukkig dat ik mijn plaatsbewijzen vooraf geregeld had bij Treinreiswinkel.
Om 17:18 arriveerden we in Warschau Oost, Warszawa Wschodnia, en Krasnapolsky
stond al op met perron te wachten. Ik pakte het portret van Loekasjenko welk ik
voor hem had aangeschaft en begaf me naar de deur de provodnitsja deelde nog mee hoelang de trein hier stond en Krasnapolsky
antwoorde dat het goed kwam. Om nou 3200 Wit-Russische roebels te betalen was
ook weer zo iets, en het bedrag in eurocenten is verwaarloosbaar. en daarom
besloot Krasnapolsky mij te trakteren op een koffie. Maar voordat we koffie
gingen halen attendeerde hij me er op dat er een goed gerecht geserveerd werd
in de Bar Wars (Restauratie uitbater bij de Poolse Spoorwegen). Omdat er geen
pinautomaten in het station te vinden waren leende hij me de nodige złoty’s. We haalden koffie en ontdekten dat de
treindelen al gesorteerd ware over de diverse treinen nar Europa en dus konden
we van perron wisselen. We dronken daar de koffie op, op is een groot word want
de koffie werd cadeau gedaan aan het ballastbed en de bekertjes netjes in de
vuilnisbak gedeponeerd. Ik maakte nog wat foto’s van de locomotieven alvorens
we afscheid namen in ik weer in het rijtuig stapte. Toen Warschau was ingeruild voor de Poolse
weilanden en akkers besloot ik maar om dat gerecht te proberen in de Bar Wars.
Het smaakte nog goed ook en was een combinatie van pasta en een schnitzel. Na
de maaltijd genuttigd te hebben dronk ik nog een bier terwijl de trein door
Polen voortbewoog. Het reizen in een restauratierijtuig is toch één van de
grootste genoegen in het leven. Lekker eten terwijl het landschap voorbij
glijd, het geluid en de geuren uit de keuken, de obers die heen en weer lopen
en vooral voor deze obers heb ik meer respect dan de obers in eens tenen
restaurant. Het blijft mij verwonderen hoe zij moeiteloos de gerechten en
dranken serveren in een wiebelende trein. Na de maaltijd en het biertje begaf
ik mij richting het rijtuig en bleef daar voor de rest van de rit. Kocht een
biertje bij de provodnitsja wat me 20.000 Wit-Russische roebel koste, ik
telde zorgvuldig de biljetten uit toen ze mij duidelijk maakte dat twee Euro
ook volstond en kon ze met mijn twee Euro weer 20.000 Wit-Russische roebel
veiligstellen voor inflatie.
Om 04:00 in de morgen werd er op de deur geklopt en de
dienstdoende provodnitsja kondigde aan
dat we vlak bij Hamm waren. Mijn coupé genoten stonden op, pakte hun bagage en
zeiden gedag. Ik had het idee dat in Hamm het hele rijtuig leeg liep gezien de
drukte op de gang. De trein ging verder nar Dortmund en via Wuppertal richting
Keulen. De trein komt rond 06:15 aan op het Hauptbahhof
van Keulen en het is altijd een genoegen om naar de wachtende forens te kijken
terwijl jij lekker in bed ligt en je nog een aantal keer kan omdraaien,
uiteraard herhaalde ik dit in Düsseldorf en Duisburg en gezien de tijd waren er
meerdere chagrijnige forensen op de perrons te bekennen. Ik bleef in bed liggen tot Breukelen en
negeerde de locomotief wissel in Emmerich en niet veel later werd ik uit mijn
slaap wakker geschud door een noodremming van de trein. Het Wit-Russische
rijtuig kwam tot stilstand op een overweg in Zevenaar. Het vermoeden kwam bij
mij op dat er een aanrijding met een persoon had plaatsgevonden. Verschillende
mensen liepen richting de voorkant van de trein mar informatie had de provodnitsja niet, gelukkig kon ik
iemand van de Deutsche Bahn aanspreken terwijl zij langs liep. Met een zucht
antwoorde ze dat we een hond hadden overreden. De zaak was dus danig niet ernstig en na een
uur of anderhalf konden we verder richting Arnhem. Ik zou pas bij Breukelen
door de provodnitsja worden opgemerkt
terwijl zij het rijtuig aan het stofzuigen was. Ze excuseerde zich en bracht
mij mijn vervoersbewijzen, plaatsbewijs hadden zij nodig voor de administratie
van de Wit-Russische Spoorwegen. Op Amsterdam Centraal namen we afscheid en
wachtte ik nog tot de trein het station had verlaten voordat ik mijn reis
richting Friesland vervolgde.
“Oke, we hebben ongeveer vier uur in Ocnita, laten we in de
stad iets gaan eten.” Stelde Krasnapolsky voor. Toen we boven op de loopbrug
over de sporen stonden, moesten we even goed kijken waar we precies heen
moesten voor het standscentrum. We besloten de kant op te gaan waar het
grootste gebouw stond. Toen we honderd meter hadden gelopen vroeg een ouder
echtpaar aan ons waar we naar op zoek waren en al snel deelde ze ons mee dat we
de verkeerde kant op gingen. “We kunnen hun volgen, zij gaan naar het centrum.”
Zei Krasnapolsky en liepen we achter het echtpaar aan. De loopbrug over de
sporen was te veel moeite blijkbaar want al snel staken we de droge sloot voer
welk ons scheidde van het spoorwegemplacement en het station. We liepen langs
een paar opgestelde goederenwagens en vonden ruimte om tussen de goederenwagens
te passeren. De man keek goed naar links en rechts en onder eht toeziend oog
van de stationschef kruisten we de sporen en stapten het perron op, de
stationsschef hielp zelfs de echtgenote van het echt door haar een handje te
geven, aan de andere kant van het station herhaalde de procedure weer en kwamen
we in het centrum van Ocnita uit.
In Ocnita konden we geen restaurant vinden, hooguit een
terras waar we een cola en een kwas dronken. “Is dat echt lekker?” vroeg
Krasnapolsky me “Oh, dit is misschien wel lekkerder dan cola” was zijn reactie.
Een wat stevige man kwam naar ons tafeltje gestrompeld en brabbelde er eits
onverstaanbaars uit tot hij over zijn eigen voeten struikelde omdat hij in eens
haast hat om te vertrekken. Blijkbaar zag hij een voorbij rijdende politie
patrouille. Nadat we ons drinken op hadden gedronken gingen we richting het
station. “Laten we hopen dat er een restauratie in de trein zit.” Deelde
Krasnapolsky mee “anders kunnen we voor het eerst eten bij de nacht McDonalds
in Kiev. Op onze terug weg naar het station passeerden we een winkeltje. Hier
kochten we wat pinda’s chips en bronwater. Wisselgeld hadden ze niet en we
kregen een extra zak pinda’s met kipsmaak toegestopt. We besloten maar op de
loopbrug te nemen in plaats van het spoor om het station van Ocnita te
bereiken. In de wachtzaal namen we plaats en uit verveling namen we de
asielprocedure voor Moldavië door. “Hangen dit soort dingen ook op Nederlandse
stations?” vroeg ik Krasnapolsky. Blijkbaar zouden er in Nederlandse grensstations
ook informatie hangen om asiel aan te vragen in Nederland maar is dat mij nooit
opgevallen. Een oud zigeunervrouwtje kwam voor ons staan met een kartonnen
bord, met tekst in het Russisch. Toen we aangaven geen Russisch te begrijpen
draaide ze het bordje om en hiel haar hand op. We bedankten, chagrijnig ging ze
verder.
Ruim van te voren werd onze trein aangekondigd en reizigers
verzamelde zich al op het perron. De trein kwam met een grote vaart het station
binnen gereden en het eerst wat in mij opkwam was dat die niet voor eht einde
van het perron tot stilstand kwam. “Welk rijtuig hebben we?” “Rijtuig nummer
zestien!” en rijtuig nummer zestien zagen we met grote vaart langs zoeven. De
trein had zo’n lengte dat het niet op het perron paste en dienden we aan het
eind van het perron af te stappen. Verschillende reizigers waren al uit de
trein geklommen voor een sigaret. Lopen in de ballast van het spoor is nog niet
zo makkelijk, maar met een rugzak om is het een stuk beter te doen dan met een
rolkoffer. Achter ons hoorden we getoeter van een naderende trein, naarmate
deze trein naderde na hem getoeter toe. Iedereen schoot van het naast gelegen
spoor af. Blijkbaar passeerde er een goederentrein welk, zover ik snel kon
zien, benzine vervoerde. Niet dat iemand er erg in had want ondertussen werd er
vrolijk door gerookt. Terwijl de goederenwagens voorbij bleven komen
overhandigden we onze paspoorten en vervoersbewijzen aan de provodnik. Nadat alles in orde was
moesten we vanuit de ballast het rijtuig inklimmen. Toen we ozne coupé
bereikten rolde de laatste goederenwagen met benzine langs.
Toen de trein de Moldavisch-Oekraïense grens naderde
verscheen er iemand in de deur opening van de coupé. Hij wilde onze paspoorten
inspecteren en was opvallend snel klaar met de Poolse paspoort en de
Nederlandse werd uitvoerend bestudeerd. “Ik denk dat dat een stagiair was die
nu de kans had om een Nederlands paspoort te zien.” Was Krasnapolsky’s antwoord
wat vreemd was omdat ik de eerder ontmoette provodnik
bij het instappen. Even later kwam hij terug met migratieformulieren voor
Oekraïne, welk nieuw voor ons waren en we niet nodig hadden gezien onze eerdere
ervaring aan de Pools-Oekraïense grens. Na dat Krasnapolsky had verteld dat EU
burgers dat niet hoefde int e vullen stond hij er op dat we dat invulde, van
onze Russische coupé genoten konden we een pen lenen en een klein
nagelschaartje om de in- en uitreis gedeelte van elkaar te scheiden. Toen hij
zag dat we het formuliertje ingevuld hadden ging hij tevreden weg naar zijn
eigen coupé. Het Russisch stel liet ook wel merken dat ze hem een beetje een
vreemde man vonden. Toen de trein arriveerde op het station van Valcinet maakte
iedereen zich op voor de grens controle, welk in de trein plats vond. Na de
speurhond en de douane beambte met simpele vragen over alcohol en tabak kwam de
paspoort controle. Na een vraag wat we deden in Moldavië en waar we heen
reisden kregen we onze stempel. Na een klein uurtje vertrok de trein richting Oekraïne.
Na wat gekronkel door de voorstadswijken van Valcinet stak de trein over de
Dnjestr, de rivier welk Moldavië van Oekraïne scheidt. De trein werd door een
grote groep in olijfgroen gehulde mensen met Duitse herdershonden verwelkomd op
een afsluit baar perron. Aan de niet perronzijde werden de sporen gescheiden
door een groot hek. Toen de daadwerkelijke grensbeambten bij onze coupé waren
aanbeland kwam de provodnik er snel
aa en zei iets van “Hij heeft die formulieren nodig!” waarop de grensbeambten
hem vroeg welke formulieren hij van ons nodig had. De Provodnik wees naar het
formuliertje welk ik nog mijn hand had en overhandigde het de grensbeambten.
Hij bulderde van het lachen en attendeerde de provodnik erop dat EU burgers deze niet nodig hadden en verfrommelde
de formuliertjes, Russen hadden ze wel nodig en hij nam ze van onze Russische
medereizigers aan.
Nadat de grenscontrole achter de rug was en de trein al
een tijdje Mohyliv-Podilsky had verlaten begaven Krasnapolsy en ik ons naar het
restauratierijtuigen, welk een aantal rijtuigen verder gepositioneerd was dan
de onze. Onderweg passeerden we koddig gedecoreerde rijtuigen met tapijtjes,
gordijntjes en bloempotjes met plasticbloemen. Terwijl de trein door het
Oekraïense landschap voort kronkelde namen we plaats in het restauratie
rijtuigen. We bestelden ons eten en tot grote verbazing hadden ze het gewoon.
Normaal lees je in vlogs en reisverhalen over de Trans Siberische spoorweg dat
alles op de menu kaart er niet is, maar goed dit was dan niet de Trans Siberië
Express. We aten heerlijke aardappeltjes en vlees aangevuld met dille, een
salade en dronken een bier. Na de maaltijd genuttigd te hebben keerden we terug
naar ons rijtuig. Met grote genoegen hingen we uit het venster, kijkend naar
het voorbij komend landschap pratend over de recente ontwikkelingen in
Oost-Europa.
Russen hebben een neiging om hun tijd in de trein
slapend, maar voornamelijk liggend door te brengen. De Russen in onze coupé
hadden bij het vertrek in Chisinau al hun bedden opgemaakt. Gedurende de uren
met daglicht konden we op het voeteneind van hu bed plaats nemen, op de gang
staan of op onze bovenste bedden plaats nemen. Naarmate de nacht naderde werden
onze plaatsen voornamelijk onze. Slapen was voor ons niet echt een optie. Tegen
twee uur ’s nachts zouden we arriveren in Kiev dus besteden we de tijd met wat
knikkebollen en lezen. Een half uur voor de aankomst in Kiev wekte de provodnik ons, zijn collega had al de dienst voer
genomen. In Kiev verlieten we de trein.
Nadat Sandrvich en zijn broer Wosterhouter een goede ervaring hadden in Oekraïne zette ze die zomer van 2012 koers richting Kiev met als doel twee weken Oekraïne verkennen, Krasnapolsky stak hier een stokje voor en stelde Wit-Rusland voor met als reden dat het regime nog wel eens minder stabiel in het zadel zat dan dat in Oekraïne. Eén probleem, je had een visum nodig met een uitnodiging en de uitnodiging was goedkoper bij vier personen, bleek achteraf bij vijf te zijn. Via een Pools reisbureau kon Krasnapolsky uitnodigingen voor Wit-Rusland kiezen en gingen we met deze uitnodiging en de visumaanvraagformulieren naar de ambassade in Den Haag en een week later konden we onze visums ophalen.
Op een Sparpreis
reisde ik af naar Warschau om Krasnapolsky te ontmoeten. Voor € 29 euro kon je
best prima naar Warschau reizen in het zitrijtuig van de Poolse
Spoorwegen. Op tijd arriveerde ik op
Warszawa Centralna. Krasnapolsky zou na mij arriveren, maar dat werd twee uur
door zich te hebben verslapen en een defecte trein waar hij was ingestapt.
Ondertussen vermaakte ik mij door de nodige treinen te bekijken en een snelle
wandeling om het Pałac Kultury i Nauki, niet echt een aanrader met 30+
graden Celsius en een zware reisrugtas op mijn rug. Toen Krasnapolsky
gearriveerd was regelde hij een kluisje voor onze bagage en bezochten we het
uitzichtplatform van Pałac Kultury i Nauki, een gebouw van een goede 200 meter hoog, gebouwd als gift van de
Sowjet-Unie tijdens de wederopbouw van Polen en het gebouw met de snelste
liften van Polen, naar schijnt. Na uitgewaaid te hebben deden we wat
boodschappen in het naast gelegen shoppingcenter. Krasnapolsky in zijn
woonplaats al de vervoersbewijzen voor de trein naar Krakow gekocht. We namen
de binnenlandse hogesnelheidstrein naar Krakow welk nog gereden werd met
getrokken treinen. Omdat Polen geen staande reizigers in hogesnelheidstreinen
wenst, beschikt iedereen over een zitplaatsreservering. Na een paar uurtjes
arriveerden we op tijd Krakow waar we een avondmaal gingen halen voor in de
volgende trein richting Przemyślwelk
ons een aantal uur voerde door bossen en weide terwijl het donkerder werd.
Ondertussen kwam de catering langs en werden we geattendeerd op het verboden
sap op de onderste tree van de trolley. In Przemyśl hadden we een hotel geboekt
voor de nacht. “We mogen geen dieren uit Oekraïne meenemen.” merkte
Krasnapolsky op. En wijste naar een bord met producten die niet uit Oekraïne.
In Przemyśl diende Krasnapolsky een zorgverzekering te halen voor Wit-Rusland. Wit-Rusland zou er van uitgaan dat Polen, in tegenstelling tot Nederlanders, geen buitenland dekking had bij zijn zorgverzekering. Na wat ronddwalen vonden we een geschikt bureau waar Krasnapolsky zijn verzekering kon afsluiten. Ondertussen stond er voor het appartementen complex een vrouw heen en weer te lopen met reclame voor snelle rekeningen tegen 15% rente, een trieste realiteit waar veel Polen intrappen aldus Krasnapolsky. Bij de tegenovergelegen supermarkt haalden we wat te drinken, het was immers dertig graden Celsius en een fles water, helaas geen kvass, was wel welkom. “Dit is in Polen populair.” Krasnapolsky wees naar een pallet gevuld met zakken gist en suiker. “Alleen vraag ik me af hoe je die combinatie langs de kassa krijgt”, toen we bij de kassa stonden was stond er een man met een kar vol suiker af te rekenen. “Ik geloof dat hij de gist ergens anders gekocht heeft.” Fluisterde ik Krasnapolsky me toe, en zijn vermoeden was juist. We liepen even “om” om te kijken wat hij in zijn auto hat liggen en daar bleek inderdaad al een grote hoeveelheid gist te zijn ingeladen. Die middag spendeerde we nog wat tijd in Przemyśl. Helaas moesten we al snel richting de grens met Oekraïne, waar voor mij het echte avontuur zou beginnen. Vanuit Przemyśl reed er elk uur een bus naar de daadwerkelijke grens in Medyka, een gewone autobus reed ons er heen en zette ons nabij de grensovergang af. Op het parkeerterrein voor de grens wemelde het van de kofferbakverkopen. Wodka en sigaretten werden uit Oekraïne gehaald en auto-onderdelen en chips werden naar Oekraïne gebracht. Chips bleek in Oekraïne duurder te zijn en de lokale supermarkt had er zijn niche van gemaakt wat bleek uit rijen met Lays en weinig overige levensmiddelen.
We sloten aan in de rij voor de Poolse uit-controle. Het voordeel aan de grenzen van de Europese Unie is dat er een aparte rij is voor mensen uit de Europese Unie, welk in ons geval hier goed uitkwam door de grote hoeveelheid Oekraïners met chips en auto-onderdelen. We waren zo door d Poolse controle, alleen wilde de vriendelijke blondine wel weten of ik mijn naam kende. Ondanks mijn Nederlandse naam vroeg ik me oprecht af of ze het zelf goed inschatte maar gezien haar beroep en expertise zou het meer om mijn zelfverzekerdheid gaan bij het noemen van mijn naam. We liepen door het niemandsland tussen vier meter hoge hekken richting Oekraïne. Oekraïne heeft geen speciale tijden voor eigen burgers of voor mensen met een EU paspoort. Dus stonden we in de zon te achten tussen mensen bepakt met auto-onderdelen en chips voordat we onze paspoorten konden laten afstempelen bij de grenscontrole. Na een klein halfuurtje in de brandende zon konden we Oekraïne in en arriveerden we in het dorp Shegyni. Het eerst wat we deden was het opzoeken van het busstation voor de marshrutka richting Lviv. Daar vonden we een pinautomaat en konden we de nodige Hrivna pinnen voor deze reis. Na een glas kvass gingen we naar de marshrutka en kocht Krasnapolsky de kaartje bij de chauffeur. Ruimte voor bagage was er niet en konden we voor een goede ander halfuur met onze bagage op schoot zitten. Onderweg stapten met enige regelmaat mensen in en uit. Toen er iemand achter in instapte werd ik niet veel alter op mijn schouder getikt en kreeg ik Hrivna’s in mijn handen gestopt om door te geven aan de persoon voor mij, niet veel alter kwam er wisselgeld en een kaartje terug.
We arriveerden op het
station van Lviv en haalden de treinkaarten op voor de vervolg treinen tot
Tsjernivitsi. Na een maaltijd ging de reis naar Radechiv, een dorpje in de richting
waar we uiteindelijk naar toe zouden moeten. In de avond licht gleed het Oekraïense
landschap aan ons voorbij, niet snel maar met een gangetje van veertig kilometer
per uur was het toch ontzettend aangenaam om uit het raam te hangen en Oekraïne
aan me voorbij te laten gaan. Waar en
hoe mensen wisten waar ze uitmesten stappen was mij onduidelijk door het
ontbreken van een omroepsysteem, gelukkig attendeerde Krasnapolsky mij op een
dienstregeling aan de muur. Wat op verlaten haltes leek bleek de trein nog te
stoppen. Gelukkig had Radechiv een stationsgebouw, waar de naam op prijkte, en
zo doende konden we herkennen waar we uit diende te stappen. De reden om naar Radechiv
te reizen was om wat extra uur nachtrust te krijgen. Onze nachttrein naar
Tsjernivitsi zou rond middennacht uit Lviv vertrekken en door Radechiv te
reizen konden we anderhalf uur extra slapen. We hadden een uur de tijd in Radechiv
en wachtte de tijd af op een bankje op het perron. De avondrust in een
Oekraïens dorpje is het benoemen waard. In de verte klonken geluiden van
vogels, honden en vee en langzaam verdween het laatste licht achter de bomen.
Niet veel later kwam er een klein katje aanzetten. “Hoe heet het geluid wat een
kat maakt?” vroeg Krasnapolsky mij, iets wat je vaak niet leert als je op latere
leeftijd een taal leert. Het idee om het
katje mee te nemen verviel al snel omdat we geen dieren mochten importeren naar
Polen. De station cheffin liep langs en vroeg of we nog een treinkaartje
moesten kopen. Krasnapolsky vertelde dat we dat al hadden en we mochten gebruik
maken van de stationshal waar nog de hitte van de dag hing. We besloten buiten
te wachten en ruim voor vertrektijd doemde er felle xenonlampen op aan de
horizon en zo nu en dan werd de stilte verbroken door het vage geluid van een
treintoeter.
De bodem trilde bij binnenkomst van de zware locomotief met de nachttrein naar Tsjernivitsi. De trein stopte maar één minuut maar het rijtuig opzoeken was geen moeite. De provodnitsje had de deur al geopend en we klommen de trein binnen. Ze controleerde onze tickets op het balkon en gaf ons het nummer van het compartiment. Omdat wij de enige waren werd er al snel een vertrekbevel gegeven en na het horen van de claxon vertrok de trein uit Radechiv richting Lviv en Tsjernivitsi. In tegenstelling tot Europese nachttreinen is de nummering, van zit/ligplaats, niet afhankelijk van het coupé nummer en wordt er vrolijk doorgeteld. Compleet tegen onze verwachting in was de coupé al bezet met mensen, twee mannen welk voor de Oekraïense spoorwegen werkten. Na een inspectie gingen ze terug naar Lviv. Onze nachtrust werd vervangen door een gesprek over de situatie van de Oekraïense spoorwegen. Krasnapolsky hield het gesprek gaande omdat één man vloeiend Pools sprak. Door het heugelijke feit dat een Nederlander een Oekraïense nachttrein nam kregen we thee op kosten van de Oekraïense spoorwegen. In Lviv namen we afscheid en onze compartiment werd niet gevuld met nieuwe reizigers. We maakten onze bedden op voor de rit naar Tsjernivitsi.
“Als we de volgende trap nemen dan komen we bij die
kettingzagenwinkel” vertelde Sandrvich. Eerst leek het mij vreemd dat er een
winkel voor kettingzagen op en station zou zitten en dat Sandrvich een grap
maakte, maar toen we de trap afgedaald waren zat er inderdaad een winkel met
kettingzagen en de tunnel huisveste diverse nieuwe modellen grasmaaiers. Na het inchecken bij ons hostel gingen we
Košice verkennen en een restaurant zoeken. In het centrum werden we getrakteerd
op volkszang en dans. Niet veel later viel het kwartje, dit waren de 1 Mei
festiviteiten van Košice. Geen parades
met rode vaandels maar volkszang en een hardloopwedstrijd. Na de avond mal bleven we in het restaurant
hangen om de nodige Slowaakse biertjes te drinken en nog een late wandeling
door het centrum van Košice.
De volgende dag was het afzien, de temperaturen stegen boven de dertig graden wat activiteiten belemmerden. In de ochtend, toen de temperaturen nog niet moordend waren, verkenden we de wijken rond het centrum van Košice. Stukken van de oude stadsmuur waren her en der nog tussen de gebouwen te vinden en de gebouwen waren pré Habsburgs dan aan het centrale plein. Per toeval kwamen we op een modeltreinwinkeltje uit en namen een kijkje. Tot onze verbazing lag er een model van een Wit-Russische rijtuig welk ook in Amsterdam kwam. Omdat ik niets met modeltreinen had en geen tachtig euro kon uitgeven, de bankpassen konden niet worden gedeblokkeerd, namen ik hem niet mee. Toen de hitte zijn aanwezigheid begon te tonen stapten we de tram in op weg naar een shoppingscentrum voor een lunch en verkoeling. “Het is wel jammer dat je geen paspoort hebt, anders konden we tijdens deze reis naar Uzhnogrod in Oekraïne.” Sandrvich was die winter in Kiev en Charkov geweest en had er een goede tijd gehad en ging er die zomer weer heen. Na de lunch en de nodige biertjes in een verkoelend shoppingcenter gingen we weer de hitte trotseren voor de laatste rondjes door Košice. Na een stevige maaltijd van varkensvlees, aardappel en bier gingen we langs de supermarkt voor wat rantsoen voor de avond in de nachttrein. Na de supermarkt haalden we onze bagage op in het hostel en gingen we richting het station.
De laatste uren in Košice brachten we al wachtend door op
het station. De winkel met grasmachines en kettingzagen was al gesloten end e
eigenaar was druk bezig om de grasmachines uit de stationstunnel naar zijn
winkel te rijden. Na een goede anderhalf
uur de nodige treinen gespot te hebben kwam onze nachttrein naar Praag het
station binnen gereden. We namenplaats in een zeer comfortabele slaaprijtuig
(Type WLABmee) van de Slowaakse Spoorwegen (ZSSK). We hadden de coupé voor ons
alleen., zo begrepen we van de Provodnik. Het zou nog een tijd duren voordat de
trein in beweging kwam en wachten we buiten geduldig het vertrek af omdat het
binnen te warm was. Ondanks dat de airco werkte had het rijtuig de nodige hitte
verzameld gedurende de dag. Na een
tijdje onderweg en de nodige bier achter de kiezen was het compartiment zodanig
afgekoeld dat slapen mogelijk was.
’s Ochtends vroeg arriveerden we in Praag, zonder vertraging. Waar ons rijtuig nog voor aan de trein bevond in Košice, was de voorgaande rijtuigen aangevuld met Russisch en Wit-Russische rijtuig waarvan de Russische nog verder ging naar Chleb, wat na mijn inziens raar klinkt voor een Rus omdat Chleb “brood” in het Russisch is. Hoe de trein verder naar Chleb ging weet ik niet. We kochten een ontbijt en proviand voor de terug weg en wachtte onze trein af naar Berlijn. De route voerde wederom langs de Elbe en omdat voor de derde keer te gaan beschrijven voegt niet heel veel toe. De flats waren nog altijd zo onderhouden als de week er voor. En de Elbe stroomde nog altijd naar Duitsland, net als onze trein. Zonder vertraging kwamen we aan in Berlijn en aten we een currywurst voordat de trein richting Schiphol vertrok. De reden dat Sandrvich voor deze route anar huis had gekozen was het verdwijnen van de intercity Berlijn – Schiphol bij het intreden van de nieuwe dienstregeling in december 2012. Vanaf de nieuwe dienstregeling ging deze trein niet meer naar Schiphol, maar reed gewoon naar Amsterdam CS. De trein van Berlijn richting Schiphol is een niet hele boeiende reis langs Berlijnse buitenwijken, een grote Volkswagenfabriek in Wolfsburg en passeert ergens twee heuvels waar één heuvel verfraait is met een protserig beeld van Kaiser Wilhelm I en dan arriveert de trein in Bad Bentheim en wordt de locomotief gewisseld. Bij het aanzien van Oldenzaal komt de vraag op “Waarom is dit geen onderdeel van Duitsland?” In Deventer nam Sandrvich de trein richting Brabant en zat ik d trein uit naar Schiphol. Het perron in Duivendrecht was gevuld met mensen, wat onwaarschijnlijk is voor Duivendrecht. Al snel kwam de aap uit de mouw en vulde de trein zich met inhoudsloze blikken die blijkbaar vreugde moesten uitstralen. In Schiphol liep de trein leeg, helaas ging deze niet door naar Hoofddorp desondanks had ik dan met deze mensen in de trein naar Hoofddorp gezeten en niet in de bus van de Zuidtangnet. Tussen de zielloze vreugde blikken, getrommel op een TL-balk overkapping van een trein en inhoudsloos geschreeuw kwam ik mijn Vlaamse buurvrouw tegen, gelukkig dit keer wel zonder piano. De vorige keer toen ik haar tegen kwam stond ze hopeloos met een piano en een half volkorenbrood voor de flat de piano over de drempel te krijgen.